De-Duivencoach.nl
Nico van Veen

Logboek – De-Duivencoach.nl

8 december 2023

Afgelopen maandag ben ik voorzichtig weer begonnen met het keuren op te pakken. Ik heb een flinke jas uitgedaan door de longontsteking waarvan ik nog steeds herstellende ben. Ik ben erg snel moe en heb nog heel wat extra uurtjes slaap per nacht nodig om enigszins uitgerust op te staan. Tafelkeuringen en andere bijeenkomsten met veel mensen bij elkaar in één ruimte durf ik nog niet aan en duiven keuren doe ik voorlopig met een mondkapje op. Door verschillende liefhebbers werd ik gewaarschuwd om vooral nu uit te kijken met duivenstof.

Zink
Bij de waarschuwingen van bezorgde duivenliefhebbers zaten ook een aantal tips zoals ademhalingsoefeningen en adviezen om mijn bloed te laten onderzoeken op een allergie voor duivenstof. Ook kreeg ik tips over voedingssupplementen. En één daarvan betrof het mineraal Zink. Toevallig had ik juist een oude duivenvideo met Willem Muller de Zeeuwse fond kampioen gezien, waarin deze ook het belang van zink benadrukte en dan vooral vanwege de goede invloed op het immuunsysteem. Dat zink belangrijk is bij veel verschillende processen in het lichaam zoals de opbouw van eiwitten en de groei en ontwikkeling van weefsel was mij wel bekend. Maar dat zink een belangrijke rol heeft bij het immuunsysteem, daar hoorde ik dus Willem Muller (niet te verwarren met de voedingsdeskundige Willem Mulder) voor het eerst over. En kort daarop dus van enkele sportvrienden. Een deskundige die ik hier naar vroeg bevestigde dat in periodes waarin een extra aanslag op het lichaam wordt gedaan, een voedingssupplement dat zink bevat, beslist zijn nut kan hebben om besmetting met virussen minder kans te geven.

Duiven keuren (1)
Ik las dat de website van de Vereniging Nederlandse Groep van Keurmeesters van Postduiven (GvK) was bijgewerkt. Het was al jaren geleden dat ik deze website had bezocht, dus nu ik ziek ben was dit een goede gelegenheid om deze vernieuwde website eens grondig door te spitten. Begin jaren 80 heb ik het examen voor keurmeester afgelegd en heb ik een aantal keuringen als aspirant keurmeester gedaan. Kort daarop veranderde er één en ander in mijn leven waardoor er gedurende een aantal jaren geen ruimte voor duiven meer was. Het theorie examen was destijds best pittig. Ik dacht er rond de 30 kandidaten waren en slechts drie daarvan onder wie ikzelf, slaagden voor hun theorie. Ik heb in die periode veel opgestoken over anatomie, ziektes, voeding en weersomstandigheden. Hoewel ik er destijds dus weinig mee heb gedaan komt deze kennis me nu goed van pas tijdens mijn activiteiten als de-duivencoach.nl.

Tijdens het praktijkexamen moesten duiven worden gekeurd met de meest bijzondere afwijkingen, zoals het bezitten van slechts 1 stuitbeentje of een afwijking aan één van de ogen (zoals een misvormde pupil). Daarnaast waren bij sommige duiven gaatjes gebrand in staart- of broekpennen en stukjes er uit geknipt. Ook zat er een groot aantal duiven met een krom borstbeen. En al die fouten moest je ook nog zelf opschrijven met de duif in je hand. Velen, onder wie ook ik, kwamen daardoor in tijdnood en gingen dus foutjes over het hoofd zien. Ik ben wel benieuwd hoe men dit examen tegenwoordig organiseert. Hier kon ik op de website niets over vinden. Wel een uitgebreid reglement handkeuring. Wat mij bij het doorlezen hiervan opvalt, is dat keuringen op schoonheid wel ver afstaan van keuringen op vliegkwaliteit. Fijne kopjes zie je vooral bij marathonduiven veel en zeggen niets over de kwaliteit van de duif evenals ongelijke of grove oogranden en neusdoppen of veertjes aan de poten. Werkpennen en een krom borstbeen zie ik ook bij veel topduiven, vooral een afwijkende broekpen. Een topvlieger zal volgens mij in de huidige tijd maar zelden de schoonste van een tentoonstelling worden, terwijl dat 40 jaar geleden nog wel regelmatig voorkwam.

Deze marathonduivin van Menno Broekhof vertegenwoordigd Nederland op de Olympiade in Maastricht

Duiven keuren (2)
Zoals gezegd ben ik weer begonnen met duiven beoordelen en kreeg deze week meteen al diverse erg fijne duiven in handen zoals  de Olympiadeduif marathon van Menno Broekhof, de winnaar op de finale van de OLR Corobia (Winterrace) van Huig van Duijn en een aantal kwekers van de combinatie Troost van Panhuis die hun sporen in de kweek al verdiend hebben. Maar ook kwam ik bij een beginnend liefhebber een aantal duur aangeschafte duiven tegen die de aanschafprijs in de verste verte niet waard waren. En dat vind ik altijd erg jammer. Ik had deze beginner graag behoed voor deze teleurstelling. 
Als ik dan in een column van Michel Verweij in het Spoor der Kampioenen lees dat hij een beetje klaar is met handkeuring en dan doelt op mensen die zich daar op toegelegd hebben, moet ik direct denken aan de vele miskopen die ik de afgelopen 15 jaar heb gezien. Ik heb daar met Michel over gecorrespondeerd en aangegeven dat het mijn inziens juist van groot belang is om liefhebbers te wijzen op slechte en goede eigenschappen van hun duiven. Dat het oriëntatie vermogen een zeer grote rol speelt evenals doorzettingsvermogen en wilskracht is vanzelfsprekend en niet aan de buitenkant van de duif te zien of te voelen. Maar een duif met een zeer goed kompas die echter een kleine brandstoftank bezit (wordt vooral bepaald door de lengte en volume van de grote borstspieren), zal snel zijn reserves moeten aanspreken bij een vlucht met veel vlieguren. Maar de duiven met een grote brandstoftank en daarnaast een zuinige motor zijn vooral op vluchten van meer dan 12 uur vliegen in het voordeel. Met een zuinige motor bedoel ik een goede doorbloeding van het lichaam. Een goede bloedsomloop zorgt er namelijk voor dat zuurstofrijk bloed en voedingsstoffen naar alle belangrijke plekken in het lichaam worden getransporteerd en dat afvalstoffen worden afgevoerd. En zo zijn er nog veel meer zaken die een goede atleet, (lees topduif) van een middelmatige of slechte postduif onderscheidt. De kunst is dat onderscheid te kunnen maken.

Leeuwarder Courant
Naar aanleiding van de duivendiefstal bij de combinatie Elzinga werd ik gebeld door een verslaggeefster van de Leeuwarder Courant. Ze wilde graag wat achtergrondinformatie over de duivensport en was zodoende op mijn website terecht gekomen. Na haar uitleg te hebben gegeven hoe de duivensport werkt en antwoord te hebben gegeven op vragen als wat maakt een duif kostbaar en wat voor mensen zitten doorgaans achter dit soort diefstallen, wilde ze graag contact met iemand die in de duivenhandel zit. Ik heb haar verwezen naar Simon Kuiper van Kweekcentrum Friesland. Van onze beider antwoorden heeft ze vervolgens een keurig verhaal gemaakt, beslist geen sensatiestukje maar een informatief verhaal voor de gemiddelde krantenlezer die niets van de duivensport weet.

17 november 2023

Ziek
De afgelopen weken was ik zo’n 4 a 5 maal per week op pad om duiven te keuren en ontving ik ook diverse liefhebbers thuis. Bijna altijd zijn dit mooie ervaringen. Maar er zit wel een keerzijde aan, als je zoals ik een kwetsbare gezondheid hebt. En dat heb ik inmiddels ondervonden. Eerst liep ik bij een hokbezoek in de Flevopolder een flinke verkoudheid op waarvan ik twee dagen goed ziek was. Toen dit vrijwel over was, werd ik opnieuw gevloerd en werd ik ’s nachts drijfnat en rillend wakker en bleek ik een flinke buikgriep te hebben. Ook dit had ik opgelopen bij een duivenliefhebber thuis wiens echtgenote net hersteld was van buikgriep. Toen ik na een paar dagen dacht de buikgriep onder controle te hebben, ben ik weer op pad gegaan om duiven te keuren. Dat had ik beter niet kunnen doen, want toen liep ik een longontsteking op met daarbij een bacteriële infectie in mijn bloed, waarvan ik verschrikkelijk ziek was en nog steeds niet van ben hersteld. Op dit moment zit ik aan een bij veel duivenliefhebbers bekende antibioticakuur en heb alle afspraken voor de komende paar weken gecanceld of verplaatst.


Nieuwe klanten en overstappers
De afgelopen periode hebben zich opvallend veel nieuwe klanten hebben gemeld. En aan de andere kant zijn er ook een tiental liefhebbers overgestapt naar een ander. Maar dat vind ik op zich geen enkel probleem. Als men zich beter thuis voelt bij een ander en denkt dat men daar beter geholpen zal worden, is het een terechte keuze dat ze de overstap maken. Andersom gebeurt dat immers ook wel. Maar soms vind ik het wel jammer en dat betreft dan mensen waar ik veel energie en tijd in heb gestopt. Of die ik gematst heb met de kosten door bijvoorbeeld geen reiskosten te berekenen, ze aan goed materiaal heb geholpen van mezelf of via mijn netwerk, of gewoon omdat ik dacht dat ik met die persoon een goede klik had. Hoewel de-duivencoach.nl een bedrijfje is en ik ingeschreven sta bij de KvK en ook belasting betaal, staat het geld verdienen voor mij absoluut niet op de eerste plaats. Sommige zakenmensen uit mijn netwerk die weten wat ik per jaar netto aan mijn activiteiten over houd, verklaren me regelmatig voor gek. Ook de wat meer commerciële liefhebbers kunnen mijn drijfveren vaak niet begrijpen. Zij verdienen regelmatig meer aan de verkoop van 1 duif dan ik in drie jaar netto overhoud aan de duivencoach.nl.

Het lukt helaas niet altijd
Ik zie tot mijn voldoening dat er velen met mijn hulp goede resultaten boeken. Op mijn gastenboek/referentiepagina hebben al verschillende mensen hiervan getuigd. En daar doe ik het voor. Mijn belangrijkste doel is de liefhebbers verder te brengen en meer plezier uit hun hobby te laten halen en dat lukt gelukkig zeer regelmatig. Uiteraard lukt dat niet bij mensen die er zelf onvoldoende tijd in willen stoppen, geen advies willen opvolgen of voor wie de duivensport ongeschikt is omdat men er geen enkel gevoel voor heeft. Mensen die naar geen raad willen luisteren en die zich niet verbeteren willen, daar stop ik geen energie meer in.  Maar mensen die het wel in zich hebben en hun best doen, maar door allerlei tegenslagen de boel niet op de rit krijgen, daar heb ik wel veel geduld mee.

Het schoudergewricht
Op Facebook las ik recent iets over het schoudergewricht. Iemand schreef in een post dat er veel misverstanden bestaan over de arm van de duif.  Deze bekende keurder noemt het schoudergewricht ten onrechte de arm (of armpje). Hij omcirkelde op een door keurmeester MvdZ geplaatste foto wat hij onder de arm verstaat. Daar dit bij een aantal liefhebbers vragen opriep, besteed ik hier in mijn blog aandacht aan. Ik pretendeer absoluut niet alles te weten en daarom heb ik liefhebbers met een wetenschappelijke opleiding en/of kennis van de anatomie, geraadpleegd en bij hen gecheckt of het onderstaande correct is.

Het schoudergewricht is een essentieel onderdeel van het lichaam van de duif. Het speelt een cruciale rol bij het vliegen en het uitvoeren van andere bewegingen in de lucht. Het schoudergewricht van duiven bestaat uit verschillende botten, waaronder het schouderblad, het opperarmbeen (dit wordt in duivenkringen vaak de voorarm genoemd) en het ravenbeksbeen. Deze botten zijn met elkaar verbonden door sterke ligamenten (banden zoals de bekende  kniebanden en enkelbanden) en pezen (aanhechting van de spieren aan de botten).  Het kan een breed scala aan bewegingen mogelijk maken, zoals het op- en neer bewegen van de vleugels, het draaien en kantelen van de vleugels en het spreiden van de vleugels tijdens het landen. Dat dit schoudergewricht van onze postduiven sterk moet zijn is vanzelfsprekend. De duiven moeten immers in staat zijn om hun vleugels met grote snelheid op en neer te bewegen om lift te genereren en in de lucht te blijven. Hier gaan enorme krachten mee gepaard. Het schoudergewricht bij duiven is ontworpen om deze krachten te absorberen en te verdelen over het hele gewricht, waardoor de kans op letsel wordt verminderd. Dit is vooral belangrijk voor duiven, die vaak lange afstanden vliegen en dus veel stress op hun schoudergewrichten ervaren. Dus bij veel sierduiven die generaties lang niet meer losvliegen, voel je direct een groot verschil met onze gemiddelde postduif. Het schoudergewricht van deze sierduiven is veel minder sterk!

Video’s/Tim Hage
Nu ik ziek ben en aan huis gekluisterd, breng ik mijn tijd grotendeels op de bank door met het kijken naar duivenvideo’s. Een van de video’s die me zeer aansprak is die van Tim Hage, de fondcrack uit Woerden. Zijn visie, aanpak en gedachten over de duif en de duivensport sluiten naadloos aan op wat ik beginnende (marathon)spelers probeer bij te brengen. Enkele van zijn uitspraken/gedachten:

  • Duiven moeten van jongs af aan getraind worden om zo snel mogelijk naar huis te komen. Ze moeten opgeleid worden en daar hoort 1 voor 1 lossen bij. Hoe meer ervaring ze als jonge duif opdoen des te meer profijt zullen ze daar als oude duif van hebben.
  • Je moet scherp zijn op details en alles zien, vooral zeker op het gebied van gezondheid, maar ook letten op de aanwezigheid van muggen op het hok bijvoorbeeld en nog veel meer van dat soort details. Loop daarom regelmatig het hok in en maak contact met je duiven. Geef ze even wat snoep of een pinda en speel er even mee.
  • Als de mest niet perfect is en de duiven donzen niet voldoende, moet er direct ingegrepen worden, maar dat hoeft beslist niet altijd met medicatie te zijn. Maar aanpassing van de voeding, verstrekken van een supplement, enz.
  • Je moet de vorm op het juiste moment creëren, dus wanneer je wilt presteren op de vluchten in juni/juli zal je in het voorjaar de vorm moeten temperen.
  • Je kan je duiven alleen maar streng selecteren als ze in topvorm worden ingekorfd.

Overig
Verder kreeg ik een vraag over bepaalde kleurslagen en hoe deze vererven. Deze liefhebber heb ik doorverwezen naar een fokker van kleurpostduiven. Ook met betrekking tot kleuren en kleurvererving kreeg ik een verzoek om mee te werken aan een interview van een studente Dierwetenschappen aan de Universiteit van Wageningen. Dit in het kader van haar scriptie. Hier werk ik graag aan mee. Ik heb begrepen dat er een vragenlijst naar me onderweg is.


3 november 2023

Het vorige logboek werd erg veel gelezen zoals ik op mijn website zag, toch kreeg ik weinig respons als je dit afzet tegen de vele reacties op de voorgaande blogs. Zou het zo zijn dat voor veel liefhebbers net als voor de duiven nu een rustperiode is aangebroken, waarin zij minder met de duivensport bezig zijn dan tijdens het vliegseizoen?

Drukte
Voor mijzelf is dit nu de drukste periode van het jaar met keuringen / selectie, koppeladviezen en ook veel vragen naar te koop aangeboden duiven op internet waar mijn mening over wordt gevraagd. Nu ik met pensioen ben kan ik het gelukkig allemaal wel beter managen en geeft die drukte geen stress meer, zoals vorige jaren nog wel eens het geval was, zeker in periodes waarin er veel werkdruk was overdag. Het is allemaal een stuk relaxter geworden. De zaterdagen zijn voor dit jaar al wel allemaal gevuld met afspraken, maar doordeweeks kan ik nu op veel kortere termijn een afspraak inplannen. Met ingang van dit jaar heb ik wel besloten dat ik niet langer meer rijden wil dan 5 kwartier enkele reis en een gemiddelde reisafstand van max 120 km (enkele reis). Het autorijden gaat me namelijk minder vlot af, vooral bij grote drukte en in het donker ervaar ik stress. Mensen die er prijs op stellen dat ik hun duiven beoordeel en/of koppel en die verder weg wonen, kunnen overigens altijd naar Meppel komen met hun duiven. En dat wordt ook steeds vaker gedaan, zelfs vanuit Limburg en Zeeland.

Tafelkeuringen
Elk jaar doe ik wel een aantal tafelkeuringen bij een club. Voor dit jaar zijn er drie gepland waarvan ik recent de eerste keuring heb gehad in Sneek. Dat was een zeer geslaagde middag met veel echt bewezen goede duiven. Ik heb geen vast stramien, de club heeft zelf de meeste inbreng hoe ze dit het liefste organiseren. Vandaar dat het voor mij elke keer weer een verrassing is. Die verrassing gold in Sneek ook beslist voor de kwaliteit van de aangeboden duiven. Een jaarlingenkeuring doe ik in principe liever niet, omdat de kans op vergissingen daarbij te groot is. De duif is immers nog niet volgroeid. Het oog is nog niet volledig op kleur (duurt ongeveer anderhalf jaar). Ook het karkas is meestal minder stevig dan van een volledig uitgegroeide duif. Het mooiste vind ik het als iedere liefhebber 4 duiven inbrengt en dat er voor iedere categorie een prijs is, dus beste jonge doffer, jonge duivin, oude doffer en oude duivin. Maar iedere vereniging is vrij hoe die het organiseren wil. Ik sta voor alles open, alleen niet voor het keuren op avonden.

Drinken onderweg
Recent heb ik met M.B. contact gehad over de GPS analyse die hij het afgelopen jaar heeft uitgevoerd en waarover hij wekelijks verslag deed in het Spoor. In december kunnen we daar waarschijnlijk een evaluatie van verwachten. Een van de constateringen is dat bij warm weer het merendeel van de duiven de vlucht onderbreekt voor een drinkpauze. Hierbij is de duur van de vlucht van grote invloed, want de meeste duiven krijgen na zo'n 3 uur vliegen dorst en gaan naar beneden. Vliegend drinken doen er maar heel weinig. De duur van de drinkpauzes verschilt sterk. Als ze het kort houden 1 - 20 minuten, dan kunnen ze zich nog wel op de uitslag klasseren. Maar de meeste duiven houden echter veel langere pauzes. Ze verblijven vaak uren achtereen op dezelfde plek of ze verkassen een stukje om vervolgens weer lang te gaan zitten. Het spreekt vanzelf dat duiven die niet worden geplaagd door dorst in het voordeel zijn. Evenals de duiven die er in slagen om vliegend te drinken. Het tijdstip van lossen bepaalt ook het aantal duiven dat dorst heeft. Hoe eerder met warm weer wordt gelost, des te minder duiven hun reis onderbreken om te gaan drinken. Dit soort conclusies roept meerdere vragen op, bijvoorbeeld; “Is er bij een vroege lossing met warm weer sprake van een eerlijker verloop (groot deel van de duiven die bij een latere lossing uitgeschakeld zijn vanwege dorst, doen dan nog wel mee voor de prijzen)”. Of zouden vluchten met een late lossing (waarbij op voorhand duidelijk is dat dit een late lossing gaat worden) een beter verloop kennen als de duiven ’s morgens in de mand eerst nog wat licht voedsel krijgen en zodoende gaan drinken?

Duiven (terug) kopen op veilingen van OLR’s
Op de veiling van OLR Zagreb heb ik de winnaar van de 6e prijs teruggekocht. Ik ben blij dat ze kan worden toegevoegd aan de kweekduiven en volgend jaar stuur ik weer jongen van haar naar een OLR. Het is me inmiddels wel duidelijk dat veel kopprijzen op OLR’s verdiend worden met duiven wiens ouders ook goed presteerden op races onder de zelfde omstandigheden. Op deze veiling zag ik ook weer bekende namen diverse top 50 duiven kopen van deze zware finale en dat voor bedragen waarvoor bij veel bekende hokken nog geen piepertje kan worden aangeschaft.  Wanneer er geen klinkende namen op de stamboom staan kun je voor bedragen tussen de 60 en 100 euro op diverse veilingsites waar finalisten van OLR’s worden verkocht vaak hele knappe duiven kopen. Het zijn in ieder geval duiven die met moeilijke omstandigheden kunnen omgaan, dat hebben ze al laten zien. Met dergelijke duiven zou menigeen zijn kolonie kunnen versterken. Daar ben ik 100 % van overtuigd. Eigenschappen als wilskracht en doorzettingsvermogen worden mijn inziens de komende jaren steeds belangrijker.


11 oktober 2023

Weinig reacties op mijn logboek van 17 september. Daarentegen wel diverse reacties op de columns in het Spoor der Kampioenen die ik voor beginners er herstarters schrijf. En op een enkele uitzondering na zijn deze reacties overwegend positief. Kennelijk voorziet deze reeks columns in een behoefte, ondanks dat veel beginners en herstarters het Spoor niet lezen. Toen ik er aan begon had ik daar zelf wel enige twijfel over, maar Gerrit Knol, de hoofdredacteur van dit blad, had dus een vooruitziende blik. Zelfs A.S. die zich eerder negatief had uitgelaten was zeer complimenteus over de laatste column. Al met al reden om de komende tijd, voor zover de activiteiten als selecteren, koppeladviezen en aankoopadviezen dit toelaten, iets frequenter een column voor het Spoor te schrijven.

Alleen koppelen als duiven er aan toe zijn, volledig door de rui
De afgelopen maand kreeg ik van drie beginners vragen over de datum waarop gekoppeld kon worden. Alle drie hadden ze op dat moment (eind september) nog jongen in de schalen liggen en toch vroegen ze zich af of ze rond begin december weer konden koppelen. Ik heb dat uiteraard sterk afgeraden. Die duiven zijn daar dan nog lang niet klaar voor. Waarschijnlijk zijn de meesten dan nog niet eens helemaal door de rui. Het valt mij op hoe gemakkelijk er soms over de rui wordt gedacht. Dat is niet terecht. Zeker als duiven een inhaalslag maken en massaal hun veren verliezen, doet dat een grote aanslag op het duivenlichaam. Onderschatting van het belang van een goede rui leidt vrijwel zeker tot een teleurstellend vliegseizoen het volgende jaar.

Geen organisatorische kwesties
Af en toe krijg ik ook vragen waarom ik in mijn columns en logboek vrijwel nooit iets schrijf over organisatorische kwesties. De reden hiervoor is dat ik me dan moet verdiepen in iets wat mijn interesse niet heeft en dat vind ik zonde van mijn tijd. Hoewel ik in mijn arbeidzame leven zelfs nog een opleiding organisatiekunde en verandermanagement heb gevolgd, laat ik het schrijven over dergelijke onderwerpen toch liever aan anderen over die hier wel tijd in willen steken. Om de vele vragen die dagelijks op mijn bordje komen m.b.t. de duif zelf en haar verzorging, goed te kunnen beantwoorden, moet ik me al in zoveel uiteenlopende zaken verdiepen, dat een dag daarvoor al vaak te kort is.

Voedingsadviezen van Willem Mulder op mijn website
Op mijn website heb ik onder het tabblad “Het Lezen Waard” een rubriek gemaakt met de titel “Voedingsadviezen van Willem Mulder”. Hierop heb ik een link geplaatst naar zijn boek met dezelfde titel wat voor een ieder op deze manier gratis te lezen is. https://www.de-duivencoach.nl/Het-Lezen-Waard/Voedingsadviezen-van-Willem-Mulder/ In overleg met Willem zullen al zijn artikelen in de loop der tijd in verschillende hoofdstukken worden ondergebracht. Een eenvoudig voerschema van zijn hand, voor de programmaspelers tijdens het vliegseizoen, staat er inmiddels al op.

Lijst met giftige planten gepubliceerd
De lijst met giftige planten is klaar. Er waren een aantal liefhebbers die mij erop attendeerden dat hun duiven de giftige planten in hun tuin mijden. Dat is over het algemeen ook zo. Een duif zal van nature niet snel aan een giftige plant komen als er genoeg groen voor handen is. Maar in bepaalde perioden is de behoefte aan groen soms erg groot en als dan de enige plant of struik die in de tuin staat een giftige is, zullen ze daar soms toch wat van pikken. Niet iedereen heeft immers een grote tuin waar de keuze aan groen groot is. Zelf woonde ik ooit op kamers boven een platenzaak. Achter de winkel was een kleine binnenplaats, waar ik een duivenhok mocht neerzetten. Naast het hok was een klein strookje grond waar mijn buurvrouw een paar sierpompoenen in had gezaaid. Mijn jonge duiven aten wel degelijk van het blad en werden er ook flink ziek van. Later ontdekte ik dat deze pompoenen giftig waren. Dus hier ging het niet op dat de duiven deze planten wel zouden mijden omdat ze giftig waren. En tijdens mijn vele hokbezoeken zie ik vaak dat er nogal wat liefhebbers moeten woekeren met de ruimte voor een duivenhok. Een paar potten met Narcissen en Krokussen in het voorjaar of een Clematis en Hedera tegen de schutting, om het kleine met duivenhokken volgebouwde binnenplaatsje toch een beetje op te fleuren, zie ik toch echt geregeld.

Alles mag worden gekopieerd en nagedaan
In het dagboek van een bekende keurder las ik dat er niets van zijn teksten mag worden gekopieerd. Er zijn kennelijk mensen die zijn selectiemethode navolgen, hetgeen hij niet op prijs lijkt te stellen. Voor mijn artikelen, beoordelingslijsten en andere zaken op mijn website geldt dat echter niet. Een ieder mag er af halen wat hij wil. Zo zie ik regelmatig teksten bij bonnen opduiken die ik geschreven heb en foto’s bij reportages die ik gemaakt heb. Ik vind dat geen enkel probleem. Uiteraard stel ik het op prijs als men mij hiervan op de hoogte brengt. Ook mag iedereen mijn selectiemethode gebruiken. Ik probeer een ieder die mij inschakelt altijd zoveel mogelijk kennis en vaardigheden bij te brengen. Hoe meer liefhebbers het beoordelen onder de knie krijgen, des te fijner ik dat vind. Ik las ooit ergens dat de beste coaches en ondernemers zich als doel stellen zichzelf overbodig te maken. Hier schuilt veel waarheid in. Als je uitgangspunt is dat jij zelf de slimste en belangrijkste persoon bent, binnen in dit geval de duivenwereld, hou je daarmee de ontwikkeling van een ander tegen. Mijn doel is juist om de gemiddelde duivenliefhebber een stapje verder te brengen. En ik haal er veel voldoening uit als dit lukt.

OLR Zagreb
Dit jaar stuurde ik met 5 sportvrienden 6 teams van 5 duiven naar OLR Zagreb. Het werd een overnachtvlucht waarvan slechts 1 duif van de totale deelname van 761 duiven op de dag van lossing het hok bereikte. De volgende ochtend arriveerden de duiven redelijk vlot achter elkaar en tot mijn blijdschap en die van mijn teamgenoot Leon Eerenstein was de 6e plaats voor een duif van ons, wat tevens de eerste Nederlandse duif was. Uiteindelijk bereikten 9 van de 13 duiven van mijn teams de finish.

17 september 2023

Afgelopen maand heb ik het veel drukker dan gehad dan in andere jaren om deze tijd. Het selecteren en de vragen om advies bij de aanschaf van duiven is dit jaar veel eerder op gang gekomen. Hieruit blijkt wel dat het voor velen een zwaar seizoen is geweest. Liefhebbers die eerdere jaren omstreeks deze tijd de hokken vol hadden, geven nu aan dat ze nauwelijks aanvulling hebben. Of dat invloed zal hebben op het aantal hokbezoeken dat ik de komende periode zal afleggen is nog even afwachten. Voor september en oktober is mijn agenda in ieder geval weer aardig gevuld. De hokbezoeken die ik de afgelopen weken heb afgelegd, heb ik gecombineerd met het op de foto zetten van historische duiventillen en torens. Inmiddels heb ik 44 foto’s op mijn website geplaatst. Tijdens het maken van de foto’s vinden vaak bijzondere ontmoetingen plaats. Opvallend hoeveel mensen een familielid of kennis met duiven hebben of hadden en interesse in duiven hebben!

Op mijn vorige logboek ontving ik veel reacties. Dit zorgde voor diverse fijne reacties op mijn gastenboek/referentiepagina, waardoor dit gastenboek de afgelopen periode weer heel veel gelezen is. Inmiddels zet ik er ook de referenties op die ik per mail en app ontvang en ook hier blijken veel lezers benieuwd naar. En dan te bedenken dat ik eigenlijk helemaal geen gastenboek en referentiepagina meer wilde opnemen op mijn nieuwe website. 

De meest opvallende vragen van de afgelopen periode betrof vragen om hulp van mijn netwerk om verdwaalde duiven op hun plaats terug te krijgen en vragen wat te doen aan duivenoverlast op balkons. Naar aanleiding van de vragen m.b.t. overlast van duiven ben ik weer eens gedoken in oude onderzoeken en heb ik gekeken of er nog recente onderzoeken op dit gebied zijn geweest. Die blijken er zeer zeker, maar ze zijn niet allemaal even gemakkelijk te achterhalen. Te zijner tijd zal ik een aparte pagina plaatsen over duivenoverlast, waarmee wellicht wat onduidelijkheid kan worden weggenomen. Alle onderzoeken of links daarvan zal ik daar in meenemen. Het lijkt er op dat de overlast van duiven hier in Nederland minder hard wordt aangepakt dan in omliggende landen zoals bijvoorbeeld in Duitsland. Tijdens een vakantie in Duitsland ontdekte ik dat in een stad die ik bezocht maar liefst 1000 euro boete staat op het voeren van duiven. Zie foto. 

Ook ontving ik weer enkele vragen naar giftige planten. De lijst met giftige planten is inmiddels in de maak en ik heb daarbij hulp gekregen van de eigenaar van de website Vogelweetjes.nl.  http://www.vogelweetjes.nl/ 

Oude Duivenspullen
Recent ben ik ook weer op bezoek geweest bij A.L. de bekende verzamelaar van ringen, eigendomsbewijzen en andere curiosa om e.e.a. te ruilen. Hij had een paar interessante zaken voor mij en ik had weer een aantal ringen en dergelijke voor hem. Bij de spullen die A. voor me had zaten een paar mooie artikelen over Piet de Weerd, Toon Schouteren en Maurice Delbar. Deze heb ik op mijn website geplaatst onder het tabblad Het Lezen Waard/Grote namen uit het verleden. Lezers die nog oude verkooplijsten, stamkaarten en boeken/tijdschriften uit de jaren zestig, zeventig en 80 hebben liggen, kunnen mij hier blij mee maken. Lezenswaardige zaken zal ik op mijn website plaatsen.

Op eigen hok
De resultaten met de jonge duiven vielen niet tegen, daar we ons feitelijk alleen richten op de dagfond en de laatste JD vlucht. In het rayon zijn we toch nog als 5e geëindigd en de laatste jonge duivenvlucht de GP Arlon speelden we de 5e in de afdeling wat tevens ook de 5e was in de gehele sector 4 tegen 12.483 duiven.

15 augustus 2023

Het aantal apps, mails en telefoontjes dat ik per dag ontvang, is sinds de lancering van mijn nieuwe website, het logboek en mijn columns voor beginners in het Spoor,  flink toegenomen. Het is maar goed dat ik hier pas mee gestart ben sinds ik met pensioen ben. Zelfs nu ik met pensioen ben zijn mijn dagen soms al te kort om iedereen die mij benadert uiterlijk binnen 2 dagen een reactie te geven. Toch blijft dit wel mijn uitgangspunt. De onderwerpen die ik er voor dit logboek heb uitgelicht, zijn vragen over giftige planten voor duiven, vragen m.b.t. opleren jonge duiven, de terugkeer van een duif naar Zagreb, vragen om 2e handsboeken, vragen om een systeem en kritiek op mijn column in het Spoor nummer 29.

Giftige Planten
Met regelmaat krijg ik een vraag of een bepaalde plant die in de tuin van een liefhebber (en soms bij de buren) staat, giftig is voor duiven, omdat die liefhebbers constateren dat vooral hun jonge duiven daar regelmatig van pikken. Er wordt dan direct een link gelegd met slechte prestaties en verliezen. Die link kan er zeker zijn, maar ik heb zelf geconstateerd gedurende de jaren dat ik mijn duiven de hele dag los had, dat de duiven instinctmatig de giftige planten links lieten liggen, maar zich vooral te buiten gingen aan jonge plantjes van erwten, peultjes, peterselie, sla en kool. Dat dit goed voor ze is zal niemand betwisten, maar ik ken ook de voorbeelden van duiven die eten van klimop en buxus wat absoluut niet gezond voor ze is. Vaak is er in zulke tuinen weinig ander (gezond) groen te vinden en is er toch behoefte aan groenvoer. Nu zullen veel liefhebbers roepen dat duiven in het hok of in de lucht thuishoren en in een tuin niets te zoeken hebben. Dat is een andere discussie. Maar ten aanzien van de giftige planten en uiteraard die specifiek giftig voor vogels zijn zal ik t.z.t. een lijst op mijn website publiceren.


Vanuit Nederland terug naar Zagreb
Vorige week kreeg ik een appje van de organisator van Derby Zagreb met de vraag of het zou kunnen dat één van onze duiven vanuit Nederland kon zijn terug gevlogen naar Zagreb. Het bleek te gaan om een jonge duif van L.E. een hok waarop jonge duiven van mijn kwekers worden uitgetest. Deze duif had als jong een paar weken losgevlogen in Nieuwleusen alvorens ze op transport ging naar Zagreb in Kroatië. Hemelsbreed een afstand van 1030 km (als ze over de bergen in Oostenrijk zou vliegen). Over het algemeen lukt het terug uitwennen na terugkopen van de duiven prima. G.K. doet dat regelmatig en heeft met die over gewende duiven ook succes. In dit geval lukte het echter niet. Deze duivin heeft als jonge duif in Zagreb 20 vluchten gevlogen vanuit het noordoosten (Hongarije) tot een afstand van 500 km. Daar vloog ze dusdanig goed dat de eigenaar besloot om haar terug te kopen. Na twee rondes jongen werd in april geprobeerd haar over te wennen maar ze ging er vandoor. En nu vier maanden nadat ze werd losgelaten in Nieuwleusen is ze weer gearriveerd in Zagreb. Qua afstand lijkt het niet zo’n bijzondere prestatie, maar gezien het feit dat ze dan over Oostenrijk moet vliegen, dat voor meer dan 60 % uit bergen bestaat, zal ze waarschijnlijk wel een omweg gemaakt hebben over Hongarije en in ieder geval heel wat kilometers meer hebben afgelegd.


Tweedehands duivenboeken
Regelmatig wordt ik benaderd of ik een boek uit mijn verzameling wil verkopen. Wanneer ik het boek dubbel heb, dan kan dat uiteraard, maar meestal betreft het een zeldzaam boek dat weinig tot niet wordt aangeboden. Op mijn website heb ik een lijst met duivenboeken gepubliceerd. De boeken die ik bezit heb ik geel gearceerd. Als er één van mijn lezers boeken heeft die niet geel gearceerd zijn of er niet op staan, dan hou ik me aanbevolen. Wanneer men een boek zoekt dat geel gearceerd is bestaat de kans dat ik het dubbel heb en is er voor een zacht prijsje wel een exemplaar te koop. Vooral van de boeken van John Lambrechts bezit ik meerdere exemplaren, maar daar is nooit vraag naar.  https://www.de-duivencoach.nl/Het-Lezen-Waard/Boekenlijst/

Jonge duiven opleren
De afgelopen periode heb ik voor een paar beginnende liefhebbers een opleerprogramma gemaakt voor de jonge duiven. Nu er recent een paar heel lastige vluchten zijn geweest zie ik tot mijn vreugde dat deze aanpak zijn vruchten heeft afgeworpen. Nauwelijks verliezen ten opzichte van hun clubgenoten en voor beginners een zeer mooi prijspercentage. In mijn logboek van 26 juni heb ik een paar handvatten gegeven die vooral gelden voor de eerste paar keer dat je met de jongen op pad wilt. Wanneer er eenmaal gevlogen wordt en de duiven meer ervaren zijn, spelen deze aspecten een veel minder grote rol.

Kritiek op de column Basis Duivensport in het Spoor
In het Spoor der Kampioenen schrijf ik een serie artikelen voor beginnende liefhebbers die er gelukkig nog steeds zijn. In mijn laatste column in nummer 29 geef ik de liefhebber een aantal tips die van pas kunnen komen bij het bestuderen van uitslagen. Een van die tips is dat ik de liefhebbers adviseer om de jonge duivenuitslagen niet te bestuderen, omdat die in veel gevallen een vertekend beeld geven en minder zeggen over de kwaliteit van de duiven en meer over de inspanningen en vaardigheden van de liefhebber. Ik las een tweetal reacties waarin het mij duidelijk was dat de lezers mijn column niet goed gelezen hadden. De ene reactie was van een beginner die mijn tips niet begreep en wellicht had ik een en ander nog wat meer moeten toelichten. De andere reactie was van A.S. de landelijk zeer bekende schrijver over de duivensport. Die gaf in zijn logboek aan dat ik het verkeerd zag en gaf daarbij ook nog even fijntjes aan dat hij twijfelde of ik zelf wel presteer. 

Dat ik het beslist niet verkeerd zie wil ik wel even toelichten. Op de eerste plaats zullen jonge duiven die niet verduisterd en/of bijgelicht worden, het gemiddeld genomen een stuk slechter doen en zeker naarmate de afstanden toenemen. Daarnaast speelt de leeftijd van de jonge duiven ook een grote rol. Met jonge duiven die eind december geboren zijn en soms al met de oude duiven gelijktijdig zijn opgeleerd, worden prijspercentages van 80 % en meer gemakkelijker behaald, dan met jongen van maart die veelal niet eens verduisterd zijn. Ik zal bij zo’n ongelijke strijd niet met droge ogen durven te zeggen dat die goed voorbereide winterjongen meer kwaliteit hebben. Ik kan me niet voorstellen dat een doorgewinterde liefhebber als A.S., die ooit Mister Orleans werd genoemd, omdat hij superuitslagen neerzette op deze klassieker van weleer met de jongen, niet weet dat het jonge duivenspel in heel veel regio’s beheerst wordt door enkele grote commerciële hokken en specialisten, waarvan er een aantal zijn die aan het eind van het seizoen alles verkopen en zelfs helemaal niet met oude duiven spelen. Om te beweren dat zulke uitslagen wel een goed beeld geven om je aanschafbeleid op af te stemmen, steek je mijn inziens toch echt je kop in het zand.

1 augustus 2023

 De afgelopen weken heb ik veel hokbezoeken afgelegd en wat mij dan altijd weer opvalt is dat er zoveel onjuistheden voor waar worden aangenomen. In het gewone leven is dat niet anders, maar ik heb me de afgelopen periode weer meermaals verbaasd over de onzin die in de duivensport wordt verkondigd en waar ook nog naar wordt geluisterd door mensen die beter zouden moeten weten. Bijvoorbeeld de volgende uitspraak die ik optekende; “Ik wil geen ren voor mijn jonge duivenhok want daar worden ze lui van. Ze liggen dan met mooi weer de hele middag op hun zij in de zon en willen dan ook niet meer trainen.” Dit soort loze kreten zijn nergens op gebaseerd en een verstandig liefhebber laat dit zijn ene oor ingaan en het andere weer uit. De meeste duivenmelkers gaan echter veel te vaak uit van wat zij zelf willen in plaats van zich in de duif te verdiepen en proberen te achterhalen waar die behoefte aan heeft. Als een duif langdurig in de zon ligt heeft die daar behoefte aan. Als een duif zich probeert te baden bij de waterbak heeft die behoefte aan een bad en moet je niet de waterbak weghalen zoals laatst iemand zei, maar moet je de duiven (vaker) een bad geven. En zo kan ik nog wel even doorgaan. De meeste grote kampioenen of hun hokverzorgers weten wat een duif op elk moment nodig heeft en horen de onzinverhalen zoals hier genoemd niet eens.

Interessante hokbezoeken
Een interessant en leerzaam bezoek was onder andere een bezoek aan de grote Belgische kampioen Jos Joosen, onder andere winnaar van twee internationale vluchten en honderden andere grote aansprekende successen. Met hem gesproken over selectie, vrij paren, natuurlijke gezondheid, duivenhandel, duivendiefstallen en nog veel andere onderwerpen. In één van de volgende columns laat ik hem aan het woord. Een ander bezoek wat mij ook nog lang zal bij blijven was een bezoek aan Martin van Zon. Martin is vooral de laatste jaren bekend vanwege de hokken die zijn naam dragen, maar ook zeer bekend als keurder/selecteur en koppelaar. Ik had van te voren niet gedacht dat we zoveel gemeen zouden hebben. Over heel veel zaken denken we exact hetzelfde en ook beoordelen we de duiven op vrijwel dezelfde manier. Ook voor Martin zijn de spieren en het oog zeer bepalend voor de waarde van de duif en het was een genoegen om met hem ervaringen uit te wisselen. Net als ik is Martin ook zeer geïnteresseerd in andere vogels en de natuur. Ook Martin komt nog aan het woord in één van de volgende columns.

Referenties
We zijn inmiddels aan het eind gekomen van het oude duivenseizoen. De afgelopen weken waren het vooral de marathonvluchten die ik met speciale aandacht volgde. In mijn klantenkring en netwerk bevinden zich veel marathonspelers en het doet me dan ook veel deugd dat diverse van deze liefhebbers aan de kop van de afdelings- en nationale uitslagen te vinden waren van Limoges, Pau, St Vincent, Ruffec, Bordeaux, Agen en Marseille. Een aantal van hen lieten dat ook op mijn gastenboek weten waar ik uiteraard blij mee ben. Inmiddels zijn er de afgelopen jaren tientallen top 10 noteringen behaald op nationale vluchten met duiven uit koppels die ik heb samengesteld. En daarbij in ogenschouw nemende dat deze koppels niet op de bekende tophokken zitten, maar bij de “gewone” liefhebber die doorgaans niet het geld heeft voor dure investeringen, geeft mij dat veel voldoening. Hier doe ik het voor.

Systemen
Heel vaak wordt mij gevraagd naar een systeem v.w.b. voeren, toedienen van supplementen en medicatie, entingen, training, enz. Kennelijk hebben heel veel liefhebbers behoefte aan een houvast. Tot nu toe heb ik altijd aangegeven dat de verzorging van de duiven op ieder hok anders is en zeer afhankelijk van zaken als beschikbare tijd, de spelsoort waarop je wilt uitblinken en ook het soort duiven dat je op je hok hebt. Verreweg de meeste liefhebbers die jarenlang op topniveau presteren hebben geen systeem en doen alles op gevoel. Dat houdt bijvoorbeeld in dat er nooit voer wordt afgewogen, (extra) supplementen alleen worden toegediend als de liefhebber vermoed dat ze ergens tekort aan hebben, hetgeen eveneens geldt voor het toedienen van medicatie. Ik blijf dan ook bij mijn standpunt dat het leren aanvoelen van wat een duif op ieder willekeurig moment nodig heeft, essentieel is voor het behalen van succes, maar realiseer me inmiddels wel dat dit niet voor iedere liefhebber een haalbaar doel is. Een goed voedingssysteem is als rode draad/richtlijn prima en als daarbij maatbekers, lepels en weegschalen gebruikt worden als hulpmiddel voor de liefhebber, kan ik daar wel vrede mee hebben, maar ideaal is het zeker niet.

Op eigen hok

Op ons hok staat de teller van roofvogelslachtoffers dit jaar inmiddels op ongeveer 50 stuks, waarvan het overgrote deel jonge duiven. Extra jongen kweken van de 3e ronde heeft het aantal slachtoffers flink doen toenemen met als gevolg dat er van die ronde niet veel meer over zijn. Duiven van een ander hok hoeven we ook niet bij te plaatsen weten we inmiddels, want daar blijft geen enkele duif van over.

We hebben de focus op de dagfond en de éénhoksraces, maar ook op andere vluchten wordt wel meegedaan, echter kopprijzen worden daar minder verwacht. Groot was onze verrassing dan ook toen we zondagmorgen in de stromende regen een vroege duif klokten op de Olympiadevlucht Helmstedt. Er werd vrijwel alleen door liefhebbers uit afdeling 10 en 11 aan meegedaan, dus de deelname was niet heel groot helaas. Maar van sector 4 uiteindelijk de snelste duif te draaien was toch een hele mooie belevenis.

26 Juni 2023
Het aantal onderwerpen voor mijn logboek dat dagelijks voorbij komt is dusdanig groot dat ik feitelijk elke dag wel een logboek kan plaatsen. Ook maakt het logboek veel reacties los. Een greep uit wat er de afgelopen 14 dagen voorbij kwam; diverse vragen over wel of niet opleren van de jongen, voor- en nadelen van een ren voor het hok, wat je kan doen om het blauwe borstvlees met huidschilfers roze te krijgen, vragen over voersystemen, reacties op mijn nieuwe website en specifiek over de pagina “Oorlogsduiven”, reacties op mijn columns voor beginners in het Spoor der Kampioenen, vragen over afstammingen van bepaalde duiven, een mailwisseling over drinknippels voor duiven en meldingen van liefhebbers die stoppen met de duivensport.

Om met het laatste te beginnen. Ben Hendriks uit Apeldoorn, de schatbewaarder van de oude van Wanroy stam, heeft besloten te stoppen. Zijn hokverzorger is afgelopen week overleden en Ben zijn gezondheid gaat al een aantal jaren steeds verder achteruit zodat hij het verzorgen van de duiven zelf ook niet meer kan opbrengen. In september komen alle duiven onder de hamer bij Herbots. Ik verwacht niet dat er veel duiven in Nederland zullen blijven. De vraag voor oude rassen vanuit landen als China, USA, Irak, Koeweit, de Filipijnen, e.d. is groot. Ben heeft elk jaar nog veel vraag naar jonge duiven uit diverse Arabische landen. Hier in Nederland zijn het vooral de handelaren die voor dit oude marathonras nog belangstelling hebben. Wanneer je de afstamming van veel hedendaagse marathonduiven uitpluist kom je de Wanroys nog wel regelmatig tegen, maar zelden zit het Wanroybloed dichterbij dan 5 generaties. Maar bij Ben zit nog een hok vol flink ingeteelde Wanroys. Naast Ben Hendriks was ook Jan Lijnders een liefhebber die de van Wanroy genen nog lang probeerde vast te houden, maar ook hij heeft voor zover mij bekend geen duiven meer. Dus voor de liefhebbers van het oude van Wanroyras komt er in september een laatste kans hier wat van aan te schaffen.

De jonge duivenvluchten staan inmiddels voor de deur en ik krijg bijna dagelijks vragen over het opleren van jonge duiven en dan meestal in relatie tot het weer. Met onze moderne communicatiemiddelen is tegenwoordig vrijwel alles uit te zoeken. Bijvoorbeeld zaken als UV straling en luchtkwaliteit, buienradar, enz. Het is allemaal op de telefoon of achter ons bureau in een handomdraai te raadplegen. Maar toch merk ik aan de vele vragen die ik krijg dat het voor velen nog erg lastig is om te bepalen wanneer ze wel of beslist niet op pad kunnen gaan met de jonge duiven. Daarom even een paar handvatten die vooral gelden voor de eerste paar keer dat je met de jongen op pad wil.

  • Ga absoluut niet op pad met jongen die niet 100 % gezond zijn!
  • Bij een UV-index lager dan 2,5 en hoger dan 5 absoluut niet op pad gaan met de jongen!
  • Kijk uit met oost in de wind en hoge temperaturen, dan zeker vroeg van huis gaan en beslist niet op het heetst van de dag met de jongen gaan rijden!
  • Zorg dat de jongen vooraf voldoende gegeten hebben. Liever slecht binnen komen dan niet meer thuiskomen omdat de brandstof op is!
  • De meeste duiven zijn volgers/kladvliegers en daarom moet je jonge duiven zo snel mogelijk leren om de weg naar huis zelfstandig te vinden. Los de jonge duiven daarom niet in grote groepen tegelijk!
  • Als de jonge duiven zelf goed wegtrekken heeft het ook geen zin om de jongen op afstanden van 10 km of minder te lossen. De GPS ringen hebben inmiddels wel uitgewezen dat jongen die goed trekken soms tot wel 50 kilometer van huis gaan.
  • De jongen vanuit alle windrichtingen leren naar huis te komen dwingt ze ook hun oriëntatie vermogen (GPS) goed te gebruiken in plaats van zich op herkenningspunten te richten.

Over de oriëntatie van duiven gesproken. Ik maakte hiervan recent een sterk staaltje van mee. Vorige week ving ik hier in de straat een duif die uitgeput was. De duif bleek van een liefhebber uit Friesland die deze duif 10 dagen daarvoor op een vlucht uit België was verspeeld. Ik heb hier in Meppel geen hok met duiven, maar voor passanten heb ik in de schuur onder mijn appartement in de parkeergarage een mand staan waarin ik ze water en voer kan geven. Vanuit de schuur die met een dichte deur is afgesloten is niets te zien. Licht moet van een lamp komen anders is het er aardedonker. Na de duif drie dagen voer en water te hebben gegeven en hij uiterlijk weer goed in orde bleek, liet ik hem los. Na twee rondjes vertrok hij direct in de goede richting. De liefhebber stuurde me echter ’s avonds bericht dat de duif niet was thuis gekomen. Tot mijn verbazing zag ik de volgende ochtend, toen ik de luxaflex van mijn werkkamer omhoog deed, midden op de stoep de bewuste duif zitten. Hij zat exact op de plek waar 2 meter lager onder hem, onder de stoeptegels en het beton, de mand in de kelderbox staat. Dat is toch wel heel frappant! Daarna heb ik even wat voer gepakt en probeerde ik hem weer te vangen. Dat mislukte echter en hij vloog weg. Een kwartier later zat hij weer exact op dezelfde plek midden op het trottoir. Als er mensen of een hond aankwamen liep of vloog hij even weg om er zo snel mogelijk weer te gaan zitten. Ik heb hem vervolgens gevoerd en water gegeven in het halletje voor mijn huisdeur en daarna nam hij zijn plekje midden op de stoep weer in waar hij tot het eind van de middag met zijn kop gericht op mijn raam en het halletje heeft gezeten. Elke keer even plaats makend voor voorbijgangers. Zeer bijzonder!! Een GPS systeem zou niet nauwkeuriger zijn geweest!!!

4 Juni 2023

In dit inmiddels alweer 11e logboek ga ik allereerst in op het verzoek van enkele lezers van mijn blogs om een duidelijk verhaal te schrijven over de kleur van het borstvlees van duiven in conditie (vorm) en duiven zonder vorm. Aan de hand van de foto’s die ik hier plaats hoop ik die duidelijkheid te verschaffen. Uiteraard kun je met een geoefend oog nog veel meer kenmerken aan de duif aflezen (glanzend verenpak, gedrag op het hok enz.).

Hierboven het borstvlees van een duif die duidelijk niet in conditie is. Het vel ligt niet strak over de borst (zie de plooien onderin). Er bevinden zich veel huidschilfers op de borst. De kleur van het borstvlees is niet roze, vergelijk dit met de kleur van het nagelbed van mijn vingernagels. Dit is exact de kleur van het borstvlees van een duif in conditie. Zie de foto hiernaast.

De borst van een duif in goede conditie heeft dezelfde kleur als het nagelbed van je vingers.

Een van de vragen naar aanleiding van het logboek van 22 mei was of duiven met veel huidschilfers op de borst iets mankeren. Dat hoeft beslist niet zo te zijn, maar bij twijfels over de gezondheid is het toch het allerbeste om naar de dierenarts te gaan. Niet zelf gaan dokteren zonder te weten of er wat aan de hand is altijd mijn advies aan de minder ervaren liefhebbers. 

Iemand schreef me dat zijn duiven ondanks luizen (zowel de lange veerluis als de stuitluis) goed presteren en bij bestudering van zijn uitslagen blijkt dat ook zeker zo te zijn.  Veel lezers van deze blog zullen dezelfde ervaring hebben en een paar lange veerluizen zullen ook weinig schade of vermindering van conditie opleveren. Bij het zien van meerdere stuitluizen zou ik al wel wat ongeruster zijn. Veel middelen tegen luizen en mijten hebben een slechte uitwerking op de vorm van de duif. Wanneer je duiven goed presteren zou ik dan ook eerst eens kijken of je het met een scheutje azijn in het badwater afkan.

Ik kreeg heel veel positieve reacties op mijn column-minireportage over de laatste duivenliefhebber van Schiermonnikoog. Deze was binnen een week al meer dan 7000 x gelezen. Uiteraard zullen dat niet allemaal duivenliefhebbers zijn, maar ook andere geïnteresseerden in de duivensport. Het is me inmiddels wel duidelijk dat dit soort columns veel vaker en liever gelezen worden dan columns met een meer educatieve insteek. Nu ik ook logboeken schrijf, zal ik in de toekomst kiezen voor wat luchtiger onderwerpen voor de columns en zal ik in de logboeken de serieuze meer leerzame onderwerpen aansnijden.

Het voordeel van mijn nieuwe website is dat ik nu exact kan zien welke pagina’s het meest gelezen worden en ook hoe vaak. Onderwerpen als de historie van de duivensport trekken een heel ander publiek en worden duidelijk minder gelezen dan mijn columns en logboeken. Opvallend vond ik te zien dat mijn gastenboek ook veel bezocht wordt. Dit is uiteraard goede reclame voor mijn activiteiten als de-duivencoach.nl. De komende maanden zal ik mijn website verder uitbreiden met diverse artikelen voor zo’n breed mogelijk publiek. Zo zal ik het onderwerp oorlogsduiven dat Heim Meijerink heeft geschreven en wat veel gelezen werd toen hij nog een eigen website had, binnenkort ook plaatsen. Verder heb ik een pagina opgezet met foto’s van historische duifhuizen (torens, tillen, zolders, poortgebouwen, etc). Tijdens mijn hokbezoeken en andere uitstapjes bezoek ik deze dikwijls honderden jaren oude gebouwen en zet ik deze op de foto. https://www.de-duivencoach.nl/Algemene-Info/Duivenhistorie/Historische-Duifhuizen/ 

Over het eigen hok in Vlagtwedde is vermeldenswaard dat we de jonge duiven met belletjes hadden uitgerust en dat dit de eerste twee weken effect leek te hebben. Echter na deze twee weken waarin de jongen met rust werden gelaten, brak een andere periode aan en werden in 1 week tijd maar liefst 10 jonge duiven door de havik gepakt. Dus de belletjes hebben nu het omgekeerde effect en trokken de haviken juist aan. Dus deze heeft René inmiddels weer verwijderd.

We hebben inmiddels 1 dagfondvlucht gehad, ook weer met noordoosten wind zoals de afgelopen weken al steeds het geval is. De duiven zijn tot nu toe elke week mee geweest en het viel mij tijdens deze vlucht van 550 km hoe fit zij thuis kwamen en ook vrij vlot met 50 % in de punten, alleen de pure kop ontbrak nog. Hopelijk gaat dit op Sens (600 km) gebeuren.

Naar aanleiding van één van de eerdere logboeken waarin ik schreef over pigmentatie en de relatie daarvan met de natuurlijke weerstand, kreeg ik een vraag over hoe dit te zien is bij witte, zwarte en rode duiven. Voor rode duiven geldt dat rood van zichzelf een sterke kleur is en ook dominant is over zwart. Veel roden bezitten een goede natuurlijke weerstand, vooral de fokzuivere roden. Bij geheel zwarten kun je nog naar de kleuren van de snavel, poten en de teennagels kijken en bij witten kunnen de snavelkleur en de kleur van het oog een indicatie geven. De duiven streng selecteren op gezondheid is altijd belangrijk maar voor geheel witten of zwarten zou ik zelf nog strenger zijn, eigenlijk hetzelfde als bij duiven waarbij de zwarte band van de staart deels vervaagd is.

22 Mei 2023

Nu het vliegseizoen volop aan de gang is en we inmiddels ook al weer een paar pittige vluchten achter de rug hebben, is het aantal vragen dat ik dagelijks ontvang flink toegenomen. Vorige week was er zelfs een dag bij met iets meer dan 100 vragen. Het beantwoorden hiervan neemt veel tijd in beslag. Uiteraard heb ik niet op alle vragen direct een antwoord en moet ik regelmatig zelf ook op zoek naar het juiste antwoord. Behalve het raadplegen van boeken en internet consulteer ik daarvoor ook mijn netwerk wat zich nog steeds dagelijks verder uitbreid met deskundigen op allerlei gebied. Zo had ik vorige week nog een zeer interessant gesprek met Bert Brink van de firma Avecur over Salmonella/paratyfus. Naar aanleiding van dit gesprek wil ik nog eens extra wijzen op het gevaar van muizen. Sommige liefhebbers doen niet zo moeilijk over een muisje op het hok zie en hoor ik wel eens. Dat is een grote denkfout want muizen zijn vrijwel altijd dragers van parasieten, virussen en bacteriën waaronder paratyfus en verspreiden doorlopend urine op alle plaatsen waar ze kunnen komen. Een muis die ’s nachts bijvoorbeeld door je voerbakken heen loopt is dus een zeer groot gevaar voor de gezondheid van je kolonie, wat je beslist niet moet onderschatten.

Vragen van de afgelopen weken waren de nut of noodzaak van het aanzuren van het drinkwater, nut en noodzaak van dierlijke eiwitten verstrekken, voordelen van het weduwschap t.o.v. nestspel, hoe te komen tot de juiste neststand, middelen om de vorm te stimuleren, waartegen de jonge duiven gekuurd en geënt moeten worden, enz. Ook veel vragen over hoe te voeren, wanneer de laatste voederbuurt, welke extra’s te verstrekken, nut of noodzaak van pinda’s, schapenvet, hennep, Tovo, eivoer, etc. In de meeste gevallen verwijs ik door naar artikelen die deskundigen hierover hebben geschreven als bijvoorbeeld Willem Mulder of Peter Boskamp.

Een onderwerp dat ik er voor dit blog uit wil lichten is nut en noodzaak van een bad. Het valt mij op dat er nog best veel liefhebbers zijn die hun duiven niet op regelmatige basis een bad verstrekken. Redenen die hiervoor genoemd worden zijn meestal tijdgebrek, ze hebben in het hok geen mogelijkheid zonder dat de hele vloer nat wordt of zien het nut er niet van in. Het belang van minimaal 1 x per week een bad is echter noodzakelijk voor het behoud van een kwalitatief goed verenpak. Op zich is het best vreemd dat veel duivenliefhebbers wel belang hechten aan zaken als goede voeding en gezondheid, maar het verenpak van hun atleten verwaarlozen. Dat duiven hun vleugels nodig hebben om te vliegen zal geen enkel weldenkend mens betwisten. Maar vleugels bestaan immers voornamelijk uit veren. Hoe kan het dan toch dat er zo weinig aandacht voor de kwaliteit van het verenpak is? Dat de duif tijdens het vliegen zoveel mogelijk rendement moet zien te halen met zo min mogelijk energieverbruik zal echter niemand betwisten. Dus een duif met een vuil, stroef en beschadigd verenpak zal meer energie nodig hebben om het tempo bij te houden van duiven met een schoon, zacht en compleet verenpak. Het is niet voor niets dat in de schaats- en wielersport zoveel aandacht is voor verlagen van de luchtweerstand onder andere door aanpassingen aan de kleding.

Een duif besteed ook veel tijd aan het verzorgen van zijn verenkleed. Met hun snavel zijn ze voortdurend in de weer om hun veren te verzorgen. Niet alleen verwijderen ze met hun snavel vuil tussen hun veren vandaan, maar ook smeren zij vet uit hun stuitklier over de veren. Deze stuitklier bevindt zich aan het eind van de rug waar de staart begint en produceert een vettige substantie. Dit smeersel zorgt er voor dat hun pluimen waterafstotend, stevig en slijtvast blijven. Daarnaast kleeft hierdoor het poeder dat van de dekveren en donsveertjes afkomt aan de veren. Dat poeder speelt net als het vet een belangrijke rol bij de waterafstotendheid van het verenpak. Wanneer de kans bestaat dat de duiven tijdens de vlucht regen zullen tegenkomen, is het niet verstandig om korter dan twee dagen van te voren nog een bad te verstrekken. Het beschermlaagje van vet en poeder wordt door het bad deels verwijderd en er is gemiddeld zo’n twee dagen nodig om een nieuw beschermlaagje op te bouwen.



Ik zou voorzichtig zijn met toevoegingen aan het water. Duiven proeven meestal eerst even van het water voordat ze in het bad duiken. Als het water ze niet aanstaat, zullen ze er niet graag ingaan. Ook hebben duiven minder behoefte aan een bad bij droog, warm en zonnig weer. Samenvattend; duiven minimaal 1 x per week een bad verstrekken is onderdeel van een goede verzorging en zorgt mede voor een goede conditie. Een uitzondering hierop maak je wanneer bij de jonge duiven het ornithosespook rondwaart (natte ogen en vuile neuzen). Het spreekt vanzelf dat het badwater dan ook een bron van besmetting kan zijn. In zulke periodes zou ik ze minder vaak laten baden en sowieso aan het badwater een paar druppels chloor toevoegen.

Voor de hokken in Vlagtwedde  breken spannende tijden aan. De eerste dagfondvluchten staat voor de deur. Na twee midfondvluchten van tegen de 400 km die vrij pittig waren, zijn we nog wat onzeker of de duiven er zaterdag klaar voor zijn, hoewel de 6 a 7 uur vliegen van afgelopen zaterdag met wind op kop, de duiven op een enkeling na weinig moeite lijken te hebben gekost. Misschien nog even een check bij de man in de witte jas voor de geruststelling?

Tot slot een oproep voor een beginnende liefhebber of jeugdlid die zich op de marathons wil richten. T.K.S. uit Zwolle had een leuke vliegploeg opgebouwd met in de basis duiven met veel Jellemabloed. Echter vallen de activiteiten die hij als bekende opleider van politiehonden niet langer meer te combineren met de duivensport en stopt hij met de duiven. De kwekers zijn al elders ondergebracht, maar met de vliegploeg wil hij graag een beginner blij maken. Wie interesse heeft kan met mij contact opnemen.
 

28 April 2023

Een logboek bijhouden kost toch meer tijd dan ik had gedacht. De afgelopen maand heb ik door drukte met allerlei andere zaken geen letter op papier kunnen zetten. Allereerst werd ik geconfronteerd met het uit de lucht halen van mijn website voordat ik de nieuwe website gereed had. Een nieuwe website opzetten kost normaliter natuurlijk al veel tijd, maar omdat het importeren van mijn oude website niet lukt is het overzetten van de totale inhoud van mijn website een enorme klus geworden waar ik nog wel even mee bezig zal zijn. Er kan namelijk alleen “platte tekst” worden geïmporteerd zodat ik de lay-out weer opnieuw moet doen. Inmiddels staat alles er weer op behalve de columns van 2011 t/m 2021. Het gevolg is dat ik nu al een aantal malen ben benaderd wanneer bepaalde columns uit de desbetreffende jaren op de nieuwe site komen te staan. Zo ontdekte ik wel dat ik een aantal trouwe lezers heb in landen als Duitsland, Slowakije en Griekenland. Vertalen via een vertaalsite gaat deze liefhebbers goed af, want ze benaderen mij ook gewoon in het Nederlands. Zo kwam ik er achter dat deze liefhebbers geïnteresseerd zijn in artikelen over het aanschaffen van duiven, maar ook de column over kweken die ik destijds met en over Jan Broersma schreef blijkt graag en veel gelezen.

Daarnaast ben ik bijna 14 dagen achtereen elke dag op pad geweest om jonge duiven op te halen voor OLR Zagreb waar ik dit jaar met 5 teams van 6 duiven aan deelneem. Organisatorisch en logistiek nam dit heel wat tijd in beslag. Ik heb in totaal op 14 hokken duiven zitten, verspreid over meerdere provincies. Wat mij de afgelopen week wel duidelijk werd is dat het in korte tijd bij elkaar zetten van meerdere jongen duiven uit zoveel verschillende hokken direct zijn weerslag heeft op de gezondheid van vooral de jongsten. Eerdere jaren zat er meer tijd tussen en hadden er af en toe ook een paar een natte neus of zaten een paar dagen dik. Ik liet dat toen uitzieken maar dat risico durfde ik nu niet te nemen, dus toch maar een pilletje tegen het geel en MBE van Aldert Hiemstra in het water de afgelopen dagen en dat bleek gelukkig effectief. En vandaag was het dan zover dat ik de 33 duiven van mijn teamgenoten René, Antoni, Sijmen, Leon en Hendrie en van mijzelf, plus een team van 6 duiven van Bram Wassenaar, naar Eijerkamp kon brengen alwaar ze door de organisator Tihomir Lekic werden opgehaald.


Verder heb ik inmiddels twee columns voor beginners en herstarters geschreven voor het Spoor der Kampioenen. In de eerste column schreef ik hoe te beginnen en in de tweede column de stappen om te komen tot het bouwen of kopen van een duivenhok. In de 3e column zal ik beschrijven hoe beginners/herstarters te werk kunnen gaan om aan een fatsoenlijk stelletje duiven te komen waarmee goed kan worden meegekomen mits men er op de juiste manier mee omgaat. Input/suggesties langs deze weg zijn zeer welkom.

En tussendoor ben ik de afgelopen weken ook bezig geweest met GPS ringen bij het satelliet hok van L.E. Zowel met eigen trainingen als met een trainingsvlucht van de afdeling kregen verschillende duiven een GPS ring om. Met een grote omweg naar het westen wanneer er uit het zuiden, zuidoosten of zuidwesten wordt gevlogen, was niet echt een verrassing meer na alle overzichten die vorig jaar in het Spoor verschenen die Michel Beekman had geanalyseerd. Vanuit andere richtingen waren die afwijkingen naar het westen er niet. Vanuit het noorden waren er met donker weer of regen wel een paar keer duiven die eerst een paar km naar het noorden vlogen, maar na een paar minuten vervolgens weer rechtsomkeert maakten. Op de trainingsvlucht uit Duiven had ik 1 duif een GPS ring omgedaan die als 21e van de 31 thuis was 3 uur na de lossing en de eerste anderhalf uur met een grote cirkel om Arnhem heen had gevlogen. Het was die die ochtend half bewolkt en vooral onervaren jaarlingen hadden moeite met die vlucht, zodat ze waarschijnlijk in een flinke groep heeft gezeten die de omgeving van Arnhem goed hebben bekeken.


Op het hok in Vlagtwedde hebben we inmiddels 3 x aan de vluchten deelgenomen zonder dat de duiven doordeweeks aan huis konden trainen. 1 á 2 x per week ging René na zijn werk de duiven lappen in Ter Apel of Emmen, verder kwamen de duiven niet buiten. De eerste twee africhtingen met de club/afdeling kwamen de duiven moeizaam naar huis en zijn we 2 duiven verspeeld. Op de eerste officiële vlucht vanuit Kalkar kwamen ze al weer wat beter met o.a. een 6e en 7e plaats in de club tegen 381 duiven. Met slechts 4 duiven op de uitslag nog zeker geen uitslag om over naar huis te schrijven. Opvallend was wel dat de havik de twee eerste duiven ongemoeid liet, maar toen de 3e en 4e duif samen met nog twee andere duiven met zijn vieren nog  een rondje om het hok vlogen, hij direct er aan kwam, waarop de twee andere duiven er meteen vandoor gingen en pas anderhalf uur later terug kwamen. Een paar dagen daarvoor had de havik ook al eens aan de ren met de duivinnen gehangen zodat de schrik er nog steeds goed inzit.

30 Maart 2023
Op het vorige logboek kreeg ik diverse reacties m.b.t. roofvogeloverlast. Ook wij in Vlagtwedde betreuren inmiddels onze eerste slachtoffers. De duivinnen waren voor de eerste keer los en na enkele minuten begonnen er al twee haviken op de koppel te jagen. Het resultaat was dat de groep uiteen spatte en er nu (een dag later) nog 3 van de 21 missen waaronder 2 tweejarige duivinnen waarop we goede hoop hadden voor de dagfond. Volgende week gaan de doffers voor het eerst los. We houden ons hart vast. Zoals het nu lijkt zal René de duiven de eerste tijd alleen nog maar een eindje weg kunnen brengen in plaats van rond het huis laten trainen.

Ook kreeg ik weer diverse vragen over het verduisteren. Kennelijk tasten er nog vele beginners en herstarters in het duister. Ik sprak hierover met Gerrit Krol, de hoofdredacteur van het Spoor der Kampioenen die ik voor mijn column van april interviewde. Gerrit vroeg mij vervolgens of ik belangstelling had om in het Spoor over dit soort zaken een column te schrijven. Ik heb aangegeven dat ik hier wel wat voor voel zolang er maar geen tijdsdruk op staat. Over de titel denken we nog even na. Het kan zoiets worden als “Basis Duivensport” met als subtitel “Voor beginners, herintreders en anderen die hun kennis weer eens willen opfrissen” worden of “Hoe zit het ook alweer?”.  Ik broed er nog even op.

Jonge duiven verkoop in Jubbega
Vorige week ben ik naar de jonge duivenverkoop in Jubbega geweest. Het is traditie van deze vereniging om jaarlijks een jonge duivenverkoop te organiseren van bekende en minder bekende goede spelers uit Friesland en verre omstreken. Ook nu weer zaten er naast duiven van bekende kampioenen van de afdeling Friesland als de gebroeders Homma, Henk Douna, Dirk Huizenga, Combinatie Atema, enz. ook duiven uit Noord Holland (Peter Crans), Zuid Holland en zelfs uit Duitsland. De liefhebbers die hier duiven te koop zetten zoeken altijd iets van hun beste duiven uit en dat is bekend, zodat de zaal vol zat met potentiële kopers. De duiven werden op een ludieke manier aan de man gebracht door de bekende speaker Jannes Mulder. Het was een groot succes en toch waren er onder de 100 euro nog best hele leuke duiven te koop van een goede afstamming. Een aanrader voor liefhebbers die versterking zoeken om volgend jaar eens een ritje naar Jubbega te maken. Sowieso is het een gezellige bedoening en wie weet kom je voor weinig geld nog met iets goeds thuis.

Pigmentatie
De mate van pigmentatie heeft rechtstreeks te maken heeft met de mate van de natuurlijke vitaliteit. Om die conclusie te kunnen trekken hoef je geen geneticus te zijn, maar alleen scherp te kunnen observeren. Tijdens mijn keuringen wijs ik vaak op de zogenaamde bloedband van de staart. Dat is de zwarte band aan het einde van de staart. In de natuur bij de Rotsduif, Houtduif en Holenduif is die band ruim twee vingers breed en diepzwart. Bij veel postduiven zie je dat het zwart van de staartband vervaagt en de breedte soms minder dan een vinger is. Dit zijn duiven waarvan de natuurlijke gezondheid en weerstand niet groot is. Het vervagen van de intensiteit van de kleur treedt ook op onder de populaties wilde duiven maar deze worden er door de natuur uitgeselecteerd. En zeker in strenge winters waarin het echt om overleven gaat omdat er veel minder voedsel te vinden is, zijn de zwakkelingen snel weg. Hier in Meppel bij de fabriek van Agrifirm zit ook een populatie stadsduiven en verwilderde postduiven. Een paar jaar geleden lag er een aantal weken sneeuw en legden er heel wat van die duiven het loodje. Toen de sneeuw weg was heb ik daar foto’s van gemaakt. Duidelijk te zien was dat alle duiven een brede zwarte staartband vertoonden. Zie de foto van één van deze duiven. Daarnaast een foto van een postduif waarvan duidelijk te zien is dat het zwart van de staartband niet diep zwart meer is en erg smal.



14 Maart 2023

Dit jaar ben ik ook weer naar de beurs geweest. Voor mij is het voornamelijk het spreken van veel bekenden en het ontmoeten van mensen die ik alleen van Facebook of mail ken, waarvoor ik graag de rit naar Houten maak. De vele producten die aangeboden worden zijn me echter grotendeels ontgaan, maar die zijn grotendeels wel op de websites van de desbetreffende bedrijven op te zoeken en die bezoek ik regelmatig.

Opvallend genoeg kreeg ik op het onderwerp “gesjoemel met stamkaarten” geen respons, terwijl ik daar tijdens mijn bezoeken aan liefhebbers wel regelmatig vragen over krijg. De onderwerpen die afgelopen week voorbij kwamen en ik geschikt acht voor dit 7e logboek zijn roofvogels, duivensport in de media, en verduisteren/bijlichten.

Roofvogels
Van diverse kanten kreeg ik berichten dat er op diverse hokken al weer de nodige roofvogelslachtoffers te betreuren zijn. Veelal is het Sperwervrouwtje hiervoor verantwoordelijk zo hoorde ik. De duiven in Vlagtwedde komen tot april nog niet los. Tegen die tijd zijn de jongen speenklaar en gaan we voorzichtig proberen de oude duiven weer los te laten. Dan zijn de meeste overwinteraars weer terug naar hun broedgebieden, veelal in Scandinavië. Van de Slechtvalken die hier in Meppel de laatste paar jaar nogal huishouden onder de postduiven zijn er recent twee dood gevonden en naar ik hoorde zouden deze slachtoffer zijn geworden van de vogelgriep. Nu de meeste postduiven in deze regio de afgelopen maanden zijn vastgehouden, zullen de Slechtvalken zich gevoed hebben met  andere vogels die besmet waren met de vogelgriep. Ik zag vandaag echter al weer een nieuw paartje vliegen rondom de fabriek.



Duivensport in de media
Regelmatig krijg ik journalisten aan de telefoon die wat willen weten over de duivensport. Meestal naar aanleiding van berichtgeving over een slecht verlopen vlucht, een duur verkochte postduif, een duivendiefstal, o.i.d. Vrijwel altijd gaat het om sensatie en zelden om oprechte belangstelling in de duivensport. Tot nu toe heb ik nog maar éénmaal een journalist aan de telefoon gehad die wel echt in de duivensport geïnteresseerd was. Dat was naar aanleiding van het boek “Dorus de Doffer” van Rense Sinkgraven. Onder postduivenliefhebbers is het weinig gelezen, maar gezien de vele aandacht van diverse media als kranten, radio- en televisie programma’s is het wel een boek dat de aandacht heeft getrokken. En de recensies uit de literaire wereld zijn doorgaans positief; “Een buitengewoon aardig boekje waarin de wonderlijke wereld van de duivenmelkers mooi beschreven wordt” zegt bijvoorbeeld de bekende schrijver Maarten ’t Hart. Rense, die zelf ook postduiven heeft gehad heeft zich met dit boekje een ware ambassadeur voor de duivensport getoond. In diverse praatprogramma’s werd Rense het hemd van het lijf gevraagd over de duivensport en mijn inziens heeft hij een overwegend positief beeld van de duivensport geschetst. Of dat nieuwe leden zal opleveren weet ik niet, maar wellicht zijn er wel herstarters bij wie door deze aandacht voor de duivensport het vlammetje weer gaat branden.

Verduisteren
Hoewel het overgrote deel van de duivenliefhebbers verduisterd en vaak ook bijlicht, merk ik aan de hand van de vragen die mij de afgelopen jaren hierover zijn gesteld, dat er nog best een vrij grote groep is die feitelijk niet exact weet waarom ze dat doen, maar gewoon klakkeloos het advies andere liefhebbers opvolgen. Zo vroeg vorige week iemand of je met alleen verduisteren vanaf maart t/m augustus niet hetzelfde effect zou bereiken als met eerst verduisteren en later bijlichten. Mijn antwoord hierop was dit absoluut niet te doen en dat dit waarschijnlijk desastreus zal uitpakken. De duiven zullen moeilijk of helemaal geen vorm krijgen en ik ben ook bang dat de verliezen groot zullen zijn. Wat voor effect dit op de rui zal hebben weet ik niet, maar ik hoop niet dat er liefhebbers zijn die het uitproberen om hun duiven het hele voorjaar en de zomer verduisteren. Goed voor de duiven is het zeer zeker niet.

Verduisteren is de dagen kunstmatig kort houden, net zo kort als in de winter. Het gevolg hiervan is dat het ruiproces tegengehouden wordt. Dat na het vallen van de 5e slagpen het ruiproces (de grote rui) pas echt goed op gang komt (duiven ruien feitelijk het hele jaar door) is duidelijk zichtbaar aan het ruien van de dekveren en even duidelijk is dat het dan met prijsvliegen gedaan is. Om te voorkomen dat de duiven te vroeg in de rui vallen, wordt door de meeste liefhebbers op verschillende manieren het vallen van de eerste slagpen zo lang mogelijk uitgesteld. Want na het vallen van de eerste slagpen start feitelijk de rui, gemiddeld 20 dagen later de volgende pen enzovoort. Normaliter valt de volgende slagpen wanneer de nieuwe pen ongeveer driekwart volgroeid is, maar door allerlei oorzaken kan het ook voorkomen dat soms twee slagpennen kort na elkaar vallen.
Verduisteren met jonge duiven wordt doorgaans gedaan vanaf een week na het afspenen. Winterjongen hoeven uiteraard niet zo snel na het afspenen verduisterd te worden. Ook hierover krijg ik regelmatig vragen. De dagen zijn dan (begin februari) immers nog kort. Eind maart is vroeg genoeg om winterjongen te verduisteren. En ik ken ook liefhebbers die hun winterjongen niet verduisteren en waarbij de pennenrui laat genoeg start om bijna het hele vliegprogramma met de jongen te kunnen spelen. En zeker als ze de laatste vluchten de jongen op nest (jongen) spelen.

Verduisteren met oude duiven wordt niet alleen gedaan om de rui uit te stellen maar vooral ook om de vorm iets uit te stellen. Vooral bij dagfond en marathonspelers wordt het veel gedaan. Ook  zijn er liefhebbers die de oude duiven niet echt verduisteren, maar na het spenen van de jongen hun oude duiven in het schemer houden overdag en pas na half mei de natuurlijke situatie weer herstellen.

5 Maart 2023
Vanwege lichamelijke ongemakken waar ik ruim een week goed last van had heeft dit 6e logboek iets langer op zich doen wachten.  De meest voorkomende kwesties van de afgelopen periode waren opmerkingen over gesjoemel met stamkaarten van op veilingen aangeboden duiven, wederom diverse reacties over ogen en vragen over wat te doen aan spuiters (duiven met jongen in het nest).

Gesjoemel met stamkaarten
Er werden de afgelopen periode weer diverse duiven aangeboden met stamkaarten waarop op zijn zachtst gezegd wel iets op viel aan te merken. Het is van alle tijden dat wanneer er ergens geld mee te verdienen valt de eerlijkheid van de meeste mensen zijn grenzen kent. En een ieder, dus ook iedere duivenmelker, hanteert zijn eigen grenzen voor wat hij eerlijk vindt of niet. Wat veel gebeurt is dat de naam van de fokker van de duif wordt weggelaten. Dit wordt soms onbewust gedaan omdat de stamkaart in plaats van op eigenaar op ras wordt uitgeprint. Dikwijls gebeurt het ook bewust bijvoorbeeld als er onenigheid is tussen de fokker en de latere eigenaar. Of als de fokker van de duif een onbekend liefhebber is. Duiven met namen van bekende liefhebbers op de stamboom brengen immers veel meer op. Dus gebeurt het ook regelmatig dat in plaats van de eigenlijke fokker van de duif, de naam van de fokker van de ouders van die duif wordt genoemd omdat die commercieel interessanter is. Maar ook dit gebeurt lang niet altijd bewust is mijn ervaring.

Wanneer is iets bedrog is de vraag die mij nogal eens gesteld wordt. Duidelijk is dat er een onjuiste voorstelling van zaken wordt opgewekt met bovengenoemde zaken. Wanneer dit met opzet wordt gedaan zou je mijn inziens wel kunnen stellen dat hier sprake is van bedrog. Echter de vraag hierbij is ook wie hier benadeeld wordt. De liefhebber wiens naam ontbreekt op een stamkaart zal zeggen dat hij wordt benadeeld, want hij krijgt namelijk niet de eer die hem toekomt als kweker van de desbetreffende duif. Of wordt de koper van de duif benadeeld omdat hij waarschijnlijk een hogere prijs voor de duif zal moeten betalen als de suggestie is gewekt dat de desbetreffende duif of diens ouders rechtstreeks afkomstig is/zijn van een top hok?  Of loopt de liefhebber wiens naam ten onrechte wordt genoemd nu inkomsten mis omdat de koper anders wellicht bij hem een duif had aangeschaft? In dat geval kan ook hij zich gedupeerd voelen. Ik ben wel benieuwd naar de reacties van mijn lezers.

Opnieuw iets over duivenogen
Dit onderwerp houdt de gemoederen nogal bezig. Zo was er afgelopen week op Facebook een discussie of twee witogers wel met kans op succes op elkaar gezet kunnen worden. Ik meng me niet zo vaak in dit soort discussies, maar aan deze discussie heb ik wel meegedaan. G.J. H. een goede marathonspeler deelde mee dat hij een paar interessante koppelingen had gemaakt. De foto’s van de duiven met ogen (beide witogers) waren hierbij afgebeeld. H.Z. een andere marathonspeler die zijn sporen ook zeker verdiend heeft, plaatste een opmerking waarin hij liet doorschemeren weinig vertrouwen in deze koppeling te hebben, daar het hier twee witogers betrof. F. Een bekende kampioen op de midfond en dagfond liet vervolgens weten dat hij meerdere toppers uit twee witogers had gekweekt.

Zelf heb ik door de jaren heen op een groot aantal hokken een veel groter percentage toppers geboren zien worden uit koppels van een witoger tegen een geeloger. Dat wil uiteraard niet zeggen dat er uit twee witogers geen toppers kunnen worden gekweekt. Er zijn voorbeelden genoeg! Alleen het percentage goede duiven dat uit zo’n koppel geboren wordt ligt doorgaans lager. En dat geldt zeker voor de volgende generatie. Omdat ik altijd zoveel mogelijk op safe wil spelen, hetgeen in de duivensport al bijna onmogelijk is, adviseer ik dan ook altijd om zoveel als mogelijk twee verschillende oogkleuren op elkaar te zetten. De achterliggende gedachte hierbij is om zo min mogelijk afvallers te kweken en de kans op een topper in het nageslacht zo groot mogelijk te laten zijn. In het voorbeeld van G.J.H. waarbij het gaat om twee witogers met “rijke” ogen sluit ik zeker niet uit dat er bruikbare tot goede jongen uit gekweekt zullen worden. En het doel dat hem met deze koppeling voor ogen staat, namelijk genetisch materiaal bewaren van al wat ouder wordende topduiven, kan ik zeer goed volgen. De tijd zal uitwijzen of deze koppeling succesvol zal zijn.

Nestspuiters
In de kweekperiode wordt ik vaak benaderd met de vraag wat de oorzaak is van nestspuiters en wat er aan te doen is. Omdat de ouderduiven teveel drinken in de periode dat de piepers overgaan van pap naar vast voedsel ontstaat de waterige mest bij de piepers in het nest, alsmede bij de ouderduiven. De stofwisseling van de oude duiven is uit balans. Het is dus geen ziekte. Enkele van de liefhebbers die mij om raad vroegen, waren echter zelfs vrij zeker van een ziekte en wilden naar antibiotica grijpen. Helemaal fout dus! Nestspuiten is immers geen gevolg van een ziekte maar ontstaat doordat de duiven iets te kort komen. Als de duiven voldoende grit en mineralen toegediend krijgen en daar hoort voor mij in de kweekperiode ook beslist eivoer en Tovo bij, zal dit euvel waarschijnlijk weinig voorkomen. Ontstaat het toch dan adviseer ik om gedurende 2 à 3 dagen fijngeprakte Tofu door het voer te mengen. Dit is goedkoper dan de diverse producten die in de handel zijn en is zeer effectief. Tofu is een eiwitrijk sojaproduct. Naast eiwitten die opgroeiende jonge duiven in grote mate nodig hebben voor de groei bevat Tofu ook alle essentiële aminozuren en mineralen als natrium, kalium, calcium, fosfor en magnesium. Welke voedingsstoffen de duiven nu precies tekort komen waardoor het probleem nestspuiters ontstaat weet ik niet. Maar in ieder geval worden deze tekorten aangevuld middels het verstrekken van Tofu. Een half blok per 20 duiven fijnprakken en door het voer mengen is voldoende. Teveel soya schijnt volgens voedingsdeskundigen niet goed te zijn, dus 2 à 3 dagen moet voldoende zijn. En van de liefhebbers die dit advies hebben opgevolgd krijg ik terug dat dit ook zo is.

16 februari 2023

Nachtvliegen (2)
Op het vorige logboek ontving ik weer veel reacties. Vooral over het verschijnsel nachtvliegen. Iemand schreef me dat er tijdens de vorige eeuw in België regelmatig nachtvluchten zouden zijn gehouden. Ik heb daar echter geen informatie over kunnen vinden. Ik hou me aanbevolen als iemand daar info en/of uitslagen van heeft. Ook kreeg ik een reactie van iemand die ervan uitgaat dat duiven toch ook met hun zicht navigeren ’s nachts omdat er in gebieden met meer licht zoals in Noord- en Zuid-Holland meer nachtvliegers zouden worden geklokt dan in gebieden met weinig nachtlicht. Echter uit het Spaanse onderzoek bleek dat de duiven bij thuiskomst regelmatig als blind tegen muren en daken aanvlogen (hun hok dus niet zagen) en er geen enkel verschil in snelheid en het aantal thuiskomsten was waar te nemen tussen duiven die over donkere onbewoonde gebieden moesten vliegen en zij die over verlichte steden naar huis toe kwamen. En een ieder kent ook de reportages over nachtelijke aankomsten wel dat de duiven met een ladder van het dak van het huis werden gepakt, etc. Maar dat neemt niet weg dat er ook duiven zijn die ’s nachts wel redelijk kunnen zien. Dat zijn met name de duiven die in het donker hun broedbak kunnen vinden. Ook hiervoor geldt dat lang niet iedere duif hierin slaagt. Ik ken overigens verschillende liefhebbers die dit soort zaken in hun selectie meenemen.
Ook ontving ik tientallen foto’s van de ogen van duiven die (soms meerdere malen) midden in de nacht gearriveerd waren van fondvluchten. Dit naar aanleiding van mijn opmerking dat volgens sommige ogenspecialisten je bij nachtvliegers zichtbare kenmerken aan het oog kunt waarnemen. Dit betreft dan een enigszins stervormig geel of witte (afhankelijk van de oogkleur) krans om de pupil. Mijn bevindingen zijn dat vrijwel alle nachtvliegers een volledig zichtbare verkenningscirkel hebben, maar dat die ster of krans er bij net zoveel duiven wel is als niet. Ter illustratie twee ogenfoto’s. Het oog met ster/krans is van een doffer die  1 x in het schemer ’s avonds en 1 x midden in de nacht arriveerde. Het oog zonder ster of krans is van een duivin die 3 x midden in de nacht arriveerde. Bij beiden is de verkenningscirkel in ieder geval duidelijk zichtbaar.



In Dubio
Op de column van februari met de titel “In Dubio” kreeg ik ook veel reacties. In deze column beschreef B.S. zijn worsteling met de beschikbare tijd die hij voor de duivensport heeft en dat hij om die reden nogal eens twijfelt of hij niet beter kan stoppen. Een aantal reacties was van liefhebbers die om diverse redenen zichzelf dezelfde vraag stelden. Wat ik me niet zo had gerealiseerd is dat het niet lang niet altijd fysieke redenen zijn waarom ouderen stoppen, maar ook andere ongemakken van het ouder worden zoals een slechter wordend geheugen bijvoorbeeld een rol kunnen spelen. Er werden me voorbeelden genoemd als het niet meer weten onder welke voedsterkoppels de eieren van de betere vliegers waren gelegd, de duiven steeds minder goed uit elkaar kennen waardoor foutjes met koppelen waren ontstaan, foutjes in de administratie, hoklijsten, stambomen, enz. We leven in een tijd waarin steeds meer wordt verwacht dat je je zaakjes op orde hebt en bepaalde fouten (zoals op stambomen) je aangerekend kunnen worden en als opzet kunnen worden gezien. Dus wanneer men merkt dat men het allemaal niet meer zo goed in de smiezen heeft en men heeft geen hulp bij dit soort zaken, komt de vraag stoppen of doorgaan op een lager niveau dan dat men gewend is, steeds vaker om de hoek kijken. Zo werd mij door diverse liefhebbers meegedeeld. Ik vind dat erg jammer want juist voor de ouder wordende mens geldt dat hun wereldje steeds kleiner wordt. De duiven zorgen dan juist voor wat structuur in hun leven met de daarbij behorende sociale contacten.

Beginners
Afgelopen week werd ik weer eens door een beginner benaderd. Gelukkig ook wat positief nieuws ten opzichte van de diverse verhalen over wel of niet stoppen zoals hierboven beschreven. Het betreft een man van begin 40, dus een jonkie in de duivensport, uit het zuiden van het land.  Hij heeft nooit eerder duiven gehad. Een hok is inmiddels aangeschaft dat binnenkort geplaatst gaat worden en hij is ook al lid geworden van een duivenvereniging. Ik begreep dat hij uit goede hoek hulp krijgt bij het opzetten van het hok en ook aan jonge duiven wordt geholpen. Voor zo iemand heeft de duivensport veel geheimen en het zal wel even wat tijd kosten voordat hij zich de basisbeginselen eigen heeft gemaakt. Hij leest zich goed in en heeft ook al heel wat duivenfilms bekeken begreep ik. Ik vind het altijd fijn als mensen zich in dit stadium al voor coaching bij mij aanmelden zodat ik wat hulp kan bieden bij het maken van een plan van aanpak en het voorkomen van te veel beginnersfouten. Van fouten leer je uiteraard, maar mijn ervaring is dat veel enthousiaste beginners weer afhaakten na diverse teleurstellingen die voorkomen hadden kunnen worden, wanneer iemand even over hun schouder had meegekeken.

5 februari 2023
Inmiddels alweer het 4e logboek en ik kan inmiddels wel concluderen dat dit logboek op prijs gesteld wordt, gezien de grote hoeveelheid reacties die ik ontvang. Zo kreeg ik een paar honderd foto’s van duivenogen doorgestuurd met de vraag wat ik aan die ogen zag. Opvallend dat er nogal wat erg slechte foto’s bij zaten. Ik pretendeer geen ogenspecialist te zijn. Wanneer ik er niet uitkom zal ik advies vragen aan bijvoorbeeld iemand als Bob Berendsen van wie ik zelf verschillende dingen op ogengebied heb opgepikt.

Op het verhaaltje m.b.t. mijn ervaringen met het mede organiseren van een bonnenverkoop en het schenken van bonnen kwamen vooral op Facebook nogal wat reacties. Het merendeel betrof negatieve ervaringen. Dat geeft mijn inziens een vertekend beeld want ik weet dat er ook veel liefhebbers zeer goed geslaagd zijn met duiven op bonnen verkregen en dat er met het kopen van een bonnetje ook vele vriendschappen zijn ontstaan.

Nachtvliegen
Ik krijg regelmatig vragen over nachtvliegen. Dat betreft dan vragen over mogelijke kenmerken die aan het oog zijn af te lezen, of dat het nachtvliegen is aangeboren of aangeleerd. Voor wat betreft zichtbare kenmerken aan het oog wordt nogal eens gezegd dat de meeste nachtvliegers die hebben. Ik kom hier nog op terug t.z.t. met foto’s. Voor nu wil ik het hebben over het fenomeen nachtvliegen zelf. De meeste duiven vliegen niet graag ’s nachts, toch zijn er bepaalde duivenfamilies waar het nachtvliegen kennelijk in de genen zit. Onder de nakomelingen van de Rika van Arjan Beens (Jelle Jellema) bijvoorbeeld. De stamboom van Rika heb ik al eens nageplozen. De Fondman 133 van Piter Beerda is veelvuldig in haar stamboom terug te vinden. Diens vader was de 709, de nachtvlieger van Piter Beerda. Ook de Nachtvlieger 189 van Jellema zelf komt veelvuldig terug in de stamboom van Rika. Beide genoemde duiven zitten in totaal 17 x in de afstamming.

Het nachtvliegen is dus erfelijk bepaald. De duif heeft er aanleg voor of niet. De volgende vraag is dan of deze eigenschap door gerichte selectie vastgelegd is. Hierover vond ik een interessant artikel over experimenten door de Spaanse liefhebber M. Estopina in 1909 en 1910. Deze experimenten werden destijds gedaan in opdracht van het Spaanse leger. Tussen september en december 1909 werden 185 duiven 23 x gelost op afstanden tussen 3 km en 50 km vanuit westelijke richting. 135 duiven slaagden er in op al deze vluchten voor middernacht terug te keren, dus maar liefst 73 %. Nog eens 20 procent keerde de volgende ochtend terug. Slechts 7 % van de duiven raakten verdwaald. Tussen 1 juni en 4 september 1910 werd opnieuw geëxperimenteerd met nachtvliegen. In die periode werden 51 nachtelijke lossingen met 674 duiven georganiseerd. Dit keer vanuit alle windrichtingen tot afstanden van 70 km. Hiervan slaagden er 405 duiven in om voor middernacht thuis te komen, dus 69 procent. Nog eens 25 procent van de duiven kwam de volgende ochtend weer. En slechts 6 % van de duiven keerde niet meer terug. Dit waren dus allemaal duiven die niet specifiek geselecteerd waren om ’s nachts te vliegen. De heer Estopina had zijn militaire opdrachtgevers aangegeven dat wanneer er met de beste van deze duiven zou worden doorgekweekt de resultaten nog veel beter zouden worden. Maar door de laatste uitvindingen op het gebied van telegrafie en telefonie werden deze plannen niet uitgevoerd en werd de duif als verbindingsmiddel aan de kant geschoven.

Belangrijke conclusies die uit deze experimenten van ruim 100 jaar geleden werden getrokken zijn dat de duiven beslist niet op hun zicht thuiskwamen (de resultaten door donker bergachtig onbewoond gebied waren niet slechter dan wanneer ze over goed verlichte steden heen moesten vliegen), bij maanlicht werden de aankomsten aanzienlijk slechter en verliezen veel groter (ze werden als het ware op een dwaalspoor gezet) en gedurende de nacht vliegen de duiven altijd in hun eentje en sneller. De conclusie die ik trek is, dat door strenge selectie en gericht kweken op de geschiktheid van het nachtvliegen deze eigenschap beslist kan worden vastgelegd, omdat het vermogen in potentie bij veel duiven wel aanwezig is, gelet op het feit dat driekwart van de postduiven 100 jaar geleden al in staat waren om ’s nachts thuis te komen.

Waar ik wel benieuwd naar ben is of er liefhebbers zijn die bij de selectie en kweek ook de vaardigheid van het nachtvliegen hebben meegenomen? Van Jelle Jellema weet ik dat hij dit wel deed/doet, maar dan vooral kijkt naar duiven die na 15 uur vliegen daarvoor nog de moed en kracht hebben.

OLR’s (éénhoksraces) – 3
Zaterdag vond de finale van de OLR in Costa del Sol plaats. Samen met mijn duivenvrienden René en Leon hadden we 12 duiven in deze finale van 360 km. Een echte vroeg duif zat er helaas niet in, daarvoor was voor onze duiven de afstand te kort en de snelheid van de eerste duiven te hoog. We beginnen met de 38e plaats tegen 757 duiven. Ze kwamen verder wel goed naar huis en we hadden met 9 van de 12 duiven al 75 % thuis toen nog 60 % van de deelnemende duiven onderweg waren. Met de beste Nederlandse asduif tegen 120 duiven op de 19e plaats van alle 1812 ingezonden duiven ben ik overigens wel tevreden. Dit is weer een jong uit de 123 die twee jaar geleden de 4e won op de finale in Zagreb.

Van de heer A.B. ontving ik een mail waaruit blijkt dat hij er kennelijk er van overtuigd is dat op de OLR’s meer duiven wegblijven dan op de reguliere wedvluchten met jonge duiven in Nederland. Dit is duidelijk een aanname die mijn inziens uit de lucht gegrepen is. Niet voor niets heeft de Duivensportbond veel aandacht voor het onderwerp verliezen met jonge duiven. Het is in ieders belang en dat van de duiven zelf dat er zo min mogelijk duiven verloren gaan. Dat geldt eveneens voor de organisatoren van een OLR. Wanneer hun races slecht verlopen is dat geen reclame en zal dat effect hebben op het aantal liefhebbers dat aan hun OLR zal willen deelnemen. Uiteraard zijn er bij sommige OLR’s ook misstanden. In plaats van deelname aan de OLR’s te verbieden zoals de heer A.B.  wenst (feitelijk zegt hij dat dit al verboden is en dat de NPO hierop moet handhaven), zou de NPO in samenspraak met de FCI bijvoorbeeld een zwarte lijst van OLR’s kunnen aanleggen die het niet zo nauw nemen met het dierenwelzijn. Een gewaarschuwd mens telt immers voor twee.

26 januari 2023
Tegen mensen die de duivensport een slechte dienst bewijzen kunnen we nauwelijks optreden en dat geeft mij soms wel een machteloos gevoel, zei de huidige NPO voorzitter Ben Geerink tegen mij, toen ik in augustus 2021 bij hem op bezoek was. Aan die woorden moest ik denken toen ik een aantal reacties kreeg op Facebook en via WA en Messenger naar aanleiding van mijn vorige blog. De blog wordt zeer goed gelezen merk ik wel. Zo mailde Evert Konings van Forum Het Praathuis dat ze er n.a.v. mijn verhaaltje over dit forum deze week wel 15 leden bij hebben gekregen. Mooi om te horen!

Rotte Appels / Toetsenbordhelden
Op mijn nuancering van het stuk met de titel “The Untold Truth” ontving ik uiteenlopende reacties. De meeste reacties betroffen degene die dit stuk als eerste op internet plaatste. Ik had geschreven dat ik me afvroeg wie een dergelijk bericht plaatst en welke bedoeling daar achter zou zitten. Diverse lezers maakten mij er attent op dat het hier L.G. betreft die onder de facebooknaam K.R.D. heel dikwijls negatieve berichten de ether instuurt die de duivensport geen goed doen. Ik ben vervolgens op onderzoek uitgegaan en inderdaad van wat ik tegenkwam daar werd ik niet vrolijk van. Qua fatsoensnormen hanteert hij nog dezelfde uitgangspunten als destijds (tot oktober 2016) toen hij nog op de site KomKom schreef. De kwetsende en respectloze toon waarop vele van zijn columns werden geschreven stond me destijds al tegen en de meeste van zijn schrijfsels heb ik dan ook niet gelezen. Gelukkig is er op zijn huidige FB pagina ook nog wel iets van wat vrolijker aard te zien. Maar deze man behoort mijn inziens tot  de zogeheten toetsenbordhelden (lieden die veilig achter hun computer hun ongezouten en vrijwel altijd ongefundeerde en ongenuanceerde mening geven en daarbij vaak andere mensen kwetsen). Dit soort lieden kan de duivensport missen als kiespijn, het zijn mijn inziens de rotte appels die zo snel mogelijk van de schaal af moeten. Zij berokkenen de duivensport veel schade.

Zwarte streepjes in de iris
Het keuren en koppelen van duiven is nog steeds in volle gang. Regelmatig kom ik op een hok waarop verschillende duiven zitten met zwarte streepjes of vlekken in de iris. Als het vliegers zijn vraag ik altijd op wat voor vluchten deze duiven tot nu toe het beste hebben gepresteerd. Soms zijn het duiven die met alle weer en op diverse afstanden kop hebben gevlogen, maar doorgaans zijn het kilometervreters die doorgaan tot ze er (soms letterlijk) bij neervallen. Duiven die na een rampvlucht uitgemergeld of gewond thuis komen en zelfs van de grond af moeten worden geraapt. Ik zie dit soort strepen of vlekken dus als een aanwijzing voor een duif met een enorm doorzettingsvermogen. Dat wil natuurlijk verder niets zeggen over de overige gewenste kwaliteiten van de desbetreffende duif die van een gewone duif een topper maken! Het zal de kenners van marathonduiven niet verbazen dat ik een jaar of twee geleden op het hok van Bennie Homma een groot percentage duiven met dit oogkenmerk tegenkwam. Bennie is immers de man die in het noorden van Nederland kopprijzen weet te winnen op de zware internationale vluchten met veelal afstanden van boven de 1100 km. Denk bijvoorbeeld aan een 55e nationaal Barcelona op 1285 km tegen 4842 duiven waarvan het overgrote deel afkomstig is van liefhebbers op afstanden van 100 tot 200 km korter. Dat geldt ook voor de loodzware Narbonne die de landelijke media haalde in België en Nederland. Hier pakte Bennie o.a. de 26e en 46e tegen 6260 duiven op een afstand van 1101 km. Beide vluchten waren voor de echte  doorzetters en die heeft Bennie dus volop zitten. Ook de beroemde stamduif Zwart Goud van Jellema heeft overigens dit kenmerk.

Ik plaats twee foto’s van ogen met dit kenmerk als voorbeeld. De foto van de witoger is van Bram Wassenaar zijn Kromme. Deze doffer kwam van de fond éénmaal met kapotte poten en kromgetrokken tenen terug, éénmaal zat hij onder de olie en kon nauwelijks nog vliegen en éénmaal kwam hij zwaar gewond door een roofvogel thuis met een hap uit de vleugel en bijna de hele staart er uit. Voor het vliegen dus een pechvogel maar wel een echte doorzetter. Als kweker heeft Bram er heel veel plezier van gehad. De foto van de geeloger is van de Theo van Gero en Evelien Dijk, de duif die op de ochtendlossing van Agen na bijna 13 uur vliegen werd geklokt op een afstand van bijna 905 km na maar liefst 8 nachten mand en die daarmee de 1e Internationaal won tegen ruim 25.000 duiven! Ook op de kweek heeft Theo zich inmiddels al zeer goed bewezen.



Bonnen
Afgelopen najaar heb ik mede een bonnenverkoping georganiseerd voor onze club die net als veel andere kleine clubs een financiële injectie hard nodig had. Er ging heel wat tijd zitten in het benaderen van liefhebbers in mijn netwerk en het schrijven van de teksten over de desbetreffende liefhebbers. Maar ik heb het met veel plezier gedaan. Een neveneffect was dat een aantal liefhebbers die ik benaderde voor een bon, ook zelf om een bon voor hun club vroegen. Zowel mijn compagnon René als ik zelf hebben zodoende een redelijk aantal bonnen geschonken. Op zich is dat voor een jaar ook niet erg en het was voor een goed doel. Echter ik werd nu geconfronteerd met een paar kopers van mijn bonnen die beslist een vroege jonge duif wilden hebben die nog met de jonge duivenvluchten mee moeten kunnen. En dat brengt mij toch wel in de problemen. Mijn kweekduiven zitten deels bij mijn compagnon en deels bij nog een aantal andere liefhebbers. Met hen heb ik de afspraak dat de eerste ronde voor hun is. De jongen voor mij zijn dan op zijn vroegst van half april, afhankelijk van het moment van koppelen. De meeste duiven worden de eerste week van februari gekoppeld. Eén van de liefhebbers nam gelukkig genoegen met jongen die nog op de natour gespeeld kunnen worden. Voor een andere liefhebber heb ik ook een oplossing gevonden, maar als ik kijk naar de bedragen die mijn/onze bonnen gemiddeld opbrachten en dat afgezet tegen de moeite ik nu moet doen om iedereen tevreden te stellen, zal ik me een volgende keer nog wel even achter de oren krabben als er een beroep op me wordt gedaan.

17 januari 2023
De blog van vorige week werd goed ontvangen. Ik kreeg veel positieve reacties. Ook kreeg ik diverse vragen over rode duiven en OLR’s. In één van de volgende blogs kom ik daar wel weer op terug. In dit dagboekbericht eerst even wat andere onderwerpen die de afgelopen week voorbij kwamen.

Epi Genitica

Zo af en toe krijg ik wel eens vragen over epi-genetica. Kort door de bocht wordt met epi-genetica de invloed van de omgeving op de genen bedoeld. Onderzoek heeft aangetoond dat de werking van de genen wordt beïnvloed door omgevingsfactoren zoals bijvoorbeeld voeding, de hoeveelheid licht, ouderdom, ziekten, luchtvervuiling en nog veel meer. Door epi-genetische veranderingen wordt de functie van een gen anders, zonder dat de DNA-code veranderd. Het komt er éénvoudig gezegd op neer dat sommige genen uit of aan gaan staan door bepaalde gebeurtenissen of omstandigheden. Op basis van wat tot nu toe bekend is blijkt dat samen met het genenpakket er nog heel veel meer informatie wordt overgeërfd die van grote invloed is op het feit dat de duif zal kunnen uitgroeien tot een topvlieger. Ik ben daar zeer in geïnteresseerd en volg de ontwikkelingen op dit gebied. In relatie tot de duivensport ken ik echter alleen het artikel van Maarten & Michel Bommerez getiteld “Epigenetica: Mendel op zijn kop”. Zie de link. http://www.columbusloft.be/columbus/index.php/het-ei-van-columbus/111-epigenetica-mendel-op-zijn-kop

Op basis van deze kennis kun je dus stellen dat zelfs het beste kweekmateriaal op je hok geen garantie is voor het kweken van topduiven. Dat is niets nieuws uiteraard, maar de inzichten m.b.t. epi-genetica geven wel een deel van een verklaring waarom er het ene jaar een groot percentage goede en bruikbare duiven wordt geboren en het andere jaar uit precies dezelfde duiven alleen maar “gewone” of slechte duiven wordt gekweekt. Je moet er dus alles aan doen wat in je vermogen ligt om de meest ideale omstandigheden te creëren in de kweekperiode. En daar schort het mijn inziens nogal eens aan. Want er zijn nogal wat factoren die van invloed kunnen op het uiteindelijke kweekproduct. Denk bijvoorbeeld aan verduisteren, bijlichten, kuren, te vroeg koppelen, duivinnen te veel achter elkaar te laten leggen, te oude duiven op elkaar zetten, kweken in kweekboxen, te vette duiven koppelen, onjuiste of te weinig voeding, toedienen van verkeerde/giftige stoffen, niet volledig gezonde duiven en overbevolking. En deze lijst is lang niet volledig.

Forum Het Praathuis
Nu ik meer vrije tijd heb kom ik ook toe aan meer lezen. Behalve de stapels boeken en krantjes betreft dat ook het lezen op internet. Zo heb ik afgelopen week ook weer eens rondgeneusd op Forum Het Praathuis. Het was al zo’n anderhalf jaar geleden dat ik daar voor het laatst had ingelogd. Voor de lezers die dit forum niet kennen even een toelichting. Het Praathuis is in 2006 als duivensportforum door wijlen Wim Brom opgericht. In de afgelopen 17 jaar is het een vriendenclub geworden met zo’n kleine 500 leden. Er zijn in deze periode ruim 600.000 berichten geplaatst en alles is terug te vinden door te zoeken op onderwerp. De informatie die hier te vinden is, kan zowel voor zowel de beginner als de gevorderde kampioen interessant zijn. Liefhebbers onthullen hun spelsystemen in bijgehouden dagboeken en serieuze vragen worden doorgaans snel en goed door diverse vaak goed spelende liefhebbers, of deskundigen op het gebied waar de vraag over wordt gesteld, beantwoord.
Wanneer je de antwoorden op de vragen vergelijkt met die doorgaans op Facebook in de diverse duivengroepen worden gegeven, is wel duidelijk dat wil men echt iets opsteken / leren, het beslist een meerwaarde heeft om lid van Forum Het Praathuis te worden. Daarnaast kent Het Praathuis een duiven ruil competitie. Hierdoor zijn al vele vriendschappen ontstaan en daarnaast zijn diverse leden door het ruilen gratis in het bezit gekomen van goede duiven. Binnen deze groep leden bestaat een grote bereidwilligheid om elkaar te helpen als men er zelf niet uitkomt. Na het overlijden van Wim ontstond er een lange periode van onduidelijkheid over de rechten en verplichtingen. Uiteindelijk heeft Evert Konings het contract met de domeinbeheerder overgenomen en houdt hij Het Praathuis in de lucht. Evert krijgt daarbij hulp van Bert Krijgsman en Albert Hendriksen.

OLR’s (éénhoksraces) – 2
Via diverse kanalen bereikte mij een Engelstalig schrijven met als titel “De niet vertelde waarheid”. Het schrijven betreft de prestaties van een aantal commerciële hokken uit Nederland en België op de prestigieuze OLR race Pattaya in Thailand. Het stuk suggereert dat deze liefhebbers flink door de mand zijn gevallen daar slechts enkele van hun (soms rond de 100) duiven in de prijzen zijn gevallen. De aantallen duiven die ingezonden worden door enkele grote commerciële hokken  verbazen mij, gezien de zeer prijzige inleg per duif van 550 US Dollar per duif. In eerste instantie betaal je dit bedrag per deelnemer/team. Echter na de kwalificatierace van 120 km dient voor elke duif die nog aanwezig is, dit bedrag te worden betaald. Dat betekent voor Koopman 96 x 550 dollar = 52.800 US dollar oftewel 48.792,48 Euro en Hooymans 111 x 550 dollar = 61.050 US dollar oftewel 56.416,31 Euro. Wanneer je het over dergelijke bedragen hebt is duidelijk dat dit niet voor de gemiddelde duivenliefhebber is weggelegd, maar alleen voor zakenlieden. Deze verkopen immers jonge duiven voor bedragen die het inleggeld van 550 dollar overtreffen. Dat bij een groep liefhebbers het gevoel leeft dat deze zakenlieden de duivensport ten gronde richten mag duidelijk zijn. Maar toch verontrusten mij twee dingen in dit verhaal. Allereerst wie plaatst een dergelijk bericht en met welke bedoeling? En daarnaast verbaast het mij dat dit artikel zonder commentaar en zonder de feiten te checken op diverse websites en sociale media wordt overgenomen. Aanvankelijk ging ik ook van de juistheid van dit artikel uit, maar de gemiddelde lezer met weinig kennis van OLR’s wordt op het verkeerde been gezet. Die leest namelijk als prijzengeld een verhouding van 1 op 4 of 1 op 3 zoals men gewoon is bij het reguliere vliegprogramma. En dat is hier dus niet aan de orde. Het gaat hier alleen om het geld dat wordt uitgekeerd als prijzengeld. 

Want wat zijn mijn inziens de juiste cijfers om te vermelden?
Het totale aantal ingezonden duiven bedroeg 8975. Hiervan keerden er 2725 van de finale terug. Dat is 30 % van de deelnemende duiven. Ik heb drie van de genoemde Nederlandse deelnemers nagetrokken en kom dan op:
Hooymans heeft 122 duiven ingezonden, daarvan waren er bij het inkorven van de finale nog 86 over. Van de finale keerden er  33 duiven terug hetgeen 27 % is en dus net onder het gemiddelde.
Koopman heeft 109 duiven ingezonden waarvan er voor de start van de finale eveneens nog 86 in de race waren. Van deze 86 duiven keerden er 42 terug wat op een aantal van 109 duiven 38 % is en dus een stuk beter dan het gemiddelde percentage teruggekeerde duiven.
Veenstra zond 60 duiven en had er 43 in de finale. Hiervan keerden er 18 terug hetgeen een score betekent van 33 %, dus ook net iets meer dan de gemiddelde terugkeer van de ingezonden duiven.

09 januari 2023
Een nieuw jaar en voor mij is dat mooi begonnen. Na bijna 50 jaar aan het arbeidsproces te hebben deelgenomen kan ik nu met pensioen. Dit betekent dat ik vanaf heden meer tijd kan vrijmaken voor de-duivencoach.nl. Naast mijn maandelijkse columns/minireportages ben ik daarom gestart met een blog/dagboek. Hierin vermeld ik de mijn inziens meest lezenswaardige belevenissen die ik meemaak bij mijn hokbezoeken en de andere activiteiten als de-duivencoach.nl. Ook zal ik hier verslag doen van de vluchten waaraan ik met mijn compagnon René Dalmolen zal deelnemen en de resultaten op de OLR’s waaraan ik met diverse duivenvrienden mee doe.

Duiven aanschaffen op veilingen
Deze week begon met enkele vragen om duiven te bekijken op veilingsites. Men vraagt mijn mening over bepaalde duiven en wat deze in mijn optiek waard zouden kunnen zijn. Nu zal ik in principe zelf niet snel een duif kopen die ik niet in de hand heb kunnen beoordelen. Althans geen oude duif, of het moet een bewezen goede duif zijn. Maar op basis van de afstamming kan je natuurlijk wel een gokje wagen. En het hangt natuurlijk ook af van de beurs van de betreffende liefhebber. Voor de ene liefhebber is duizend euro een kapitaal en voor een andere liefhebber is dat het niet.

De verkoop van Jan Willems
Bij het nakijken van de aangeboden duiven van Jan Willems viel mij op dat er veel nazaten aangeboden werden van de 10-1221897.  Bij deze nazaten zag ik een opvallend rood/oranje kleur die ik vroeger veel zag bij de Bricoux duiven die op de kweekhokken bij de Witte Molen zaten en ook bij nazaten van de Goudplevier van Bertus Wijnacker, de man die in de jaren 80 wereldberoemd was door onder andere de 1e en 2e nationaal Alicante te winnen, een vlucht van 1600 kilometer. Bij inteelt duikt deze kleur nogal eens op. Spittend in de afstamming van deze 897 om te zien waar deze rode kleur vandaan komt, kwam ik via de Big Yellow van Arjan Beens bij de Vale Tino van de gebroeders Limburg uit. Navraag bij de gebroeders leerde dat ook zij deze rood oranje achtige kleur ook regelmatig kweken als er aan twee kanten in de stamboom de Vale Tino voorkomt. Dus dat er in de vale Tino een percentage Bricoux moet zitten is mijn inziens wel duidelijk.

Kleine Verenigingen
Steeds meer kleine verenigingen trekken de stekker er uit. Een liefhebber uit het midden van het land gaf aan dat hij serieus dacht aan stoppen met de duivensport omdat de vereniging in een naburig dorp waar hij lid van was geworden nadat zijn eigen club in zijn eigen woonplaats was opgeheven, nu ook opgeheven is. Inmiddels lid van een andere club geworden vernam hij dat dat daar het nodige speelde waardoor de toekomst van die club ook in gevaar dreigde te komen. Oorzaken zijn te weinig liefhebbers die de handen uit de mouwen steken, onenigheid en onoverbrugbare meningsverschillen.

Afgelopen zaterdag hield onze club PV de Trekkers in Vlagtwedde een nieuwjaarsbijeenkomst. Een gezellig samenzijn met de leden en een aantal van hun partners. Door de altijd hard werkende vrijwilligers waren er heerlijke salades en cake gemaakt. Onder applaus kregen zij een cadeaubon uitgereikt. Twee leden kregen een bronzen  speld uitgereikt voor hun ruim 60 jarig lidmaatschap van de club en dat zij zich al die jaren actief voor de vereniging hebben ingezet. De bronzen speld is de hoogtste onderscheiding op verenigingsniveau. Beide liefhebbers waren aangenaam verrast. Daarnaast werden de kampioenen van de club gehuldigd. Verder was er de gebruikelijke verloting en een gezellige bingo met leuke prijsjes. Al met al hebben de aanwezigen zich goed vermaakt. Hopelijk kan deze club nog een tijdje blijven voortbestaan.


OLR’s (éénhoksraces)
Afgelopen zomer werd de winterrace in Sevilla vervlogen. Vanwege de corona crisis moest de race worden verzet naar de zomer. Na de nodige problemen waaronder het vertrek van één van de eigenaren kon deze race uiteindelijk toch vervlogen worden. De resultaten van het team dat ik met mijn compagnon en nog een andere liefhebber had ingestuurd, waren prima en er werd zelfs de 2e plaats op de finale behaald. Echter kort daarop ging de overblijvende eigenaar failliet en vertrok met de noorderzon. Het prijzengeld werd niet uitbetaald en de duiven waren spoorloos. Geen prijzengeld incasseren is sneu, maar dat ik de 2e prijswinnaar nu niet meer in mijn bezit kon krijgen vond ik zelf nog het ergste. Totdat ik afgelopen donderdag een telefoontje uit Almere kreeg met de vraag of ik nog belang bij mijn duiven had die in Sevilla hadden gevlogen. Natuurlijk had ik dat en de volgende dag ben ik ze wezen ophalen bij een duivenkennis van de eigenaar. Ze waren in redelijke gezondheid maar zeer vervuild. Ik ben er echter zeer blij mee dat de 2e prijswinnares nu aan het kweekhok kan worden toegevoegd. Over een maand zie je niets meer aan ze en kan ze op de kweek worden ingezet.