De-Duivencoach.nl
Nico van Veen

Vakjargon 

Ieder vakgebied en sport, maar bijvoorbeeld ook de jongerencultuur kent hun eigen geheimtaal met woorden die alleen in dat specifieke vakgebied, sport of subcultuur gebruikt worden. Dit wordt jargon of vakjargon genoemd. Ook binnen de postduivenwereld wordt veel vakjargon gebruikt dat een buitenstaander vreemd in de oren klinkt. Bert Breuer, één van de schrijvers over de duivensport die ik eerder voor het voetlicht bracht in één van mijn columns/minireportages, besteedde er in zijn boek “Moderne duivensport” in 1995 ook al eens aandacht aan. Zijn idee heb ik overgenomen en uitgewerkt omdat ik de afgelopen jaren heb gemerkt dat dit jargon voor de meeste beginners een doolhof is.

Voor wat duivenziektes betreft heb ik me beperkt tot de meest voorkomende. Dat is immers niet echt jargon. Met wat speurwerk op internet en in duivenboeken is voldoende informatie over duivenziekten te vinden. Ook ben ik zeker niet volledig. U mag/kan mij altijd mailen als er een term ontbreekt. Dan zal ik die aanvullen.


A

A-gen
Een gen is een deeltje erfelijk materiaal, waarmee (in dit geval bij duiven) erfelijke eigenschappen worden doorgeven aan het nageslacht. Het LDHA-gen is een van de eerste genen die getest kunnen worden om het prestatievermogen van duiven in te schatten. Dit gen is van invloed op de aanmaak en de verwerking van melkzuur. Simpel gezegd komt het er op neer dat duiven die dit gen bezitten in staat zullen zijn om gedurende langere tijd een hoge snelheid vol te kunnen houden, dan duiven die dit gen niet bezitten.

Aangewezen duif / kampioenschap
Voor dit kampioenschap telt of tellen de duif of duiven die als bovenste(n) op de inkorflijst worden gezet. In sommige verenigingen of spelverbanden telt hiervoor alleen het resultaat van de bovenste duif en in andere verenigingen tellen de punten van de bovenste twee en soms zelfs drie duiven voor dit kampioenschap.

Africhten
Ook lappen of opleren genoemd. Hiermee wordt het voorbereiden van de (jonge) duiven op de wedstrijden bedoeld. De liefhebber brengt zijn duiven zelf of samen met andere liefhebbers een eindje weg, variërend van een tiental kilometers tot soms 100 kilometer of meer. Het meest wordt dit gedaan als jonge duif om ze te leren de weg naar huis te zoeken of als oudere duif om ze in het wedstrijdritme te krijgen.

Aftrekvluchten
De meeste afdelingen hanteren het principe van aftrekvluchten. Dit betekent dat bij de berekening van de punten voor een kampioenschap het resultaat van 1 vlucht kan worden afgetrokken. Dit is de vlucht waarop geen of het slechtste resultaat van het desbetreffende kampioenschap behaald is. Zo is een zondagsvlucht voor verschillende afdelingen een aftrekvlucht, daar een deel van hun leden om principiële redenen hun duiven niet klokken op zondag.

Afzetten van de jongen
Zie bij spenen.

Asduif
Een asduif is een duif de meeste punten bijeen heeft gevlogen in een bepaalde discipline. De term asduif zou uit het kaartspel afkomstig zijn. Net als de aas in het kaartspel als hoogste kaart is de asduif de duif die het hoogst gescoord heeft in het klassement / rangschikking. De term asduif wordt vooral in België veel gebruikt. In Nederland gebruikt men ook vaak de term duifkampioen voor de duif die het hoogst geklasseerd is.

B

Bijlichten
Bijlichten of belichten is met lamplicht het aantal uren licht per dag op het duivenhok te verlengen. Dit wordt onder andere toegepast met als doel in de winter te kunnen kweken. In de natuur reageren duiven op de lengte en de intensiteit van het licht. Deze zorgen ervoor dat de hormoonwerking toeneemt. Door de natuurlijke situatie na te bootsen komen de duiven dus vroeger dan in de natuur het geval is, in de juiste conditie om de vroege kweek met succes aan te kunnen. Een andere reden om bij te lichten is om in de zomer en het vroege najaar, wanneer de dagen korter worden, de dek-rui te vertragen. Dit met als doel een conditionele voorsprong te hebben op de duiven die al in de rui vallen. Het spreekt immers vanzelf dat topvorm en de rui niet samengaan.

Bijproducten
Zie supplementen.

Bloedband
De zwarte band aan het einde van de staart wordt door sommige duivenliefhebbers de bloedband genoemd. Alleen postduiven met de basiskleur zwart (blauwen, krassen) bezitten deze band. Bij de oervorm of wildvorm van de Rotsduif (Columba Livia) betreft het een diepzwarte band van 2-3 cm die begint bij de uiteinden van de vleugeltoppen en geheel doorloopt tot het einde van de staart. Bij postduiven ziet men nogal eens dat het zwart van de band vervaagt tot grijs en niet tot het uiteinde doorloopt.

Bloedpen
Dit is een misvormde pen (veer) die vanaf het begin al beschadigd is en zich vreemd heeft ontwikkeld. De schacht voelt zacht aan, is beduidend dikker en zit vol bloed. Bloedpennen ontstaan doordat het bloedvaatje in de veerfollikel beschadigd is en er bloed in de spoel van de schacht vloeit. Oorzaken kunnen slechte voeding, ziekte en beschadiging zijn. Een bloedpen nooit uit trekken! Er komt geen gezonde pen terug.

Bol zitten
Hiermee wordt bedoeld dat de duif zijn veren niet strak tegen het lichaam heeft, maar er ruimte tussen de veren zit. Deze ruimte is een isolerende luchtlaag waarmee de duif zich bij kou en tocht warm houdt. Bol zitten is bij normale temperaturen echter een teken dat er iets schort aan de gezondheid.

Bonnenverkoop
Een verkoop / veiling van (waarde)bonnen voor een duif van meestal een goed spelende liefhebber, die deze heeft afgestaan voor een goed doel of het spekken van de verenigingskas.

Boosten
Aan ogenschijnlijk gezonde duiven medicatie toedienen teneinde te proberen hiermee de vorm op te wekken / topconditie proberen te bewerkstelligen.

Broekpennen
De pennen van de achtervleugel. De achtervleugel wordt ook wel broek genoemd.

Buispen
Een buispen is een pen waarvan tijdens de groei het hulsje rondom de pen is blijven zitten. De oorzaak is meestal een voedingstekort. Een blokje kaas opsteken verricht soms wonderen.

C

Centraal Hok
Een speciaal opvanghok voor verdwaalde postduiven, waar iedereen een door hem of haar gevonden of gevangen postduif kan brengen. De beheerder van een centraal hok zorgt ervoor dat de eigenaar van de duif op de hoogte wordt gesteld dat zijn of haar duif daar is en verzorgt de duif, totdat deze opgehaald wordt. Er zijn landelijk rond de 30 centrale hokken waarvan de beheerders door de Nederlandse Postduivenhouders organisatie aangewezen zijn.

Coli
De E. Coli bacterie is een bacterie die onderdeel is van de normale darmflora bij duiven, maar in bepaalde omstandigheden ziekte en zelfs sterfte kan veroorzaken. Deze ziekte noemt men dan coli. De verschijnselen van coli zijn niet luisteren, geen honger, kort vliegen of het hok niet uit willen. De duiven die wel gegeten hebben, verteren hun voer niet goed. Sommige duiven braken en hebben groene dunne tot olieachtige ontlasting.

Compensatiekweek
Onder compensatiekweek wordt in de duivensport verstaan het koppelen van twee duiven aan elkaar die elkaars tegenpool zijn. Bijvoorbeeld een te grote duif koppelen aan een te kleine, een zwakke rug tegen een sterke rug, etc. Dit met als doel een duif met normale grootte, rug, etc. te kweken. De gedachte achter deze methode is dat een aantal erfelijke eigenschappen intermediair vererven. Dit betekent dat deze eigenschappen in een gemiddelde vorm vererven. In de praktijk zal deze kweekmethode zelden leiden tot het kweken van betere postduiven, omdat de meest belangrijke eigenschappen waarin een kampioenspostduif zich onderscheidt van een “gewone” postduif niet intermediair vererven.

Concours (zie ook Wedvlucht)
Een concours is een wedstrijd op een bepaald vakgebied waarin deelnemers strijden om te laten zien of horen dat ze het beste zijn in hun discipline. De wedstrijden in de duivensport noemt men wedvluchten.

Concoursduif
Een duif die wordt ingekorfd en deelneemt aan het concours en daarmee opgenomen kan worden in de uitslag, punten kan verdienen voor de kampioenschappen en meetelt voor de deelname door de liefhebber en voor het concours.

Constateren / klokken
Een duivenklok of constateur is een klok die gebruikt werd tijdens wedstrijden in de duivensport. Gedurende 100 jaar (tot vanaf 1992 het elektronisch constateren zijn intrede deed) werd in de klok/constateur een gummiring gedeponeerd die de duif tijdens de wedvlucht droeg. De tijd waarop de gummiring in de klok werd gestopt (het constateren/klokken) werd op een papieren band gestempeld door middel van een inktlint. De term constateren of klokken is ook blijven bestaan in de huidige tijd waarin computerklokken met antennes en chipringen de oude klokken, gummiringen, papierrollen en inktlapjes vervangen hebben.

Convoyeur
Begeleider en verzorger van de postduiven tijdens het transport.

Correlatiecirkel (ook Verkenningscirkel of Verbandsring)
De correlatiecirkel is een onderdeel van het oog. Het is een deel van de sluitspier waarmee de pupilgrootte zich aanpast aan de lichtsterkte. (Zie verder bij ogentheorie)

Crack
Een kampioensduif die uitmuntende prestaties heeft behaald.

D
Dekrui
Ruien is het periodiek vervangen van de veren. Het ruien begint zodra de eerste slagpen wordt gestoten en eindigt wanneer de laatste staartpen is gevallen. De grote rui waarbij de duif alle veren vernieuwd, vindt doorgaans plaats tussen begin augustus en half november. Met dekrui wordt het ruien van de vleugeldekveren bedoeld die op de slagpennen en broekpennen liggen. Wanneer het ruien van deze vleugeldekveren begint (na het ruien van de 5e slagpen) is het normaal gesproken met het winnen van kopprijzen gedaan.

Dubbel Weduwschap (zie ook weduwschap)
Bij het dubbel of ook wel totaal weduwschap genoemd, wordt zowel met de doffers als met de duivinnen aan de wedvluchten deelgenomen.

Duifkampioen
Zie asduif.

Duivenpap of- melk
Een melkachtige substantie die in de krop van duiven wordt geproduceerd. Hiermee worden de jongen de eerste dagen gevoed. Duivenmelk bestaat uit eiwitten, vet, koolhydraten en mineralen. Ook bevat het bepaalde antistoffen, zoals in moedermelk.

Duivenmelker
Ander woord voor duivenliefhebber, tegenwoordig ook wel duivencoach genoemd. Wanneer er over duivenmelkers wordt gesproken bedoelt men doorgaans iemand die postduiven houdt om er wedstrijden mee te houden. Mensen die een paar (sier)duifjes rond de deur hebben vliegen of in een zogenoemde duiventil huisvesten vallen hier niet onder.

DPMS
Planningsysteem om ongewenste lossingen te voorkomen.

E

Éénhoksraces (One Loft Races)
Bij éénhoksraces worden jonge duiven uit verschillende landen bij elkaar gebracht in één groot hok, vanwaar ze getraind worden en aan wedvluchten deelnemen. De kweker van de duif betaalt inleggeld dat varieert van 50 euro tot meer dan 1500 euro per duif. Van het inleggeld wordt een prijzenpot samengesteld die wordt vervlogen op de finalevlucht. Hoe hoger de inleg hoe groter de prijzenpot. Na afloop worden de duiven die de finale hebben gevlogen geveild. De kweker van de duif krijgt dan een percentage van de opbrengst. Dit is meestal de helft. In Nederland worden er geen éénhoksraces (meer) georganiseerd.

Elfpenner
Een duif met elf slagpennen in de vleugel. Bij bepaalde stammen duikt dit kenmerk regelmatig op. Soms wordt verondersteld dat elfpenners in staat zijn tot betere prestaties. Maar hier is geen enkel bewijs voor.

Enten (inentingen)
Ook genoemd vaccineren. Inentingen beschermen duiven tegen ernstige infectieziekten. Bij postduiven kennen we de inentingen tegen Paramixo, Herpes, Pokken, Paratyfus en Ornithose.

F

Fond
Met de benaming fond wordt een wedstrijdklasse aangeduid. Deze klassen zijn ingedeeld op basis van de afstand die de duiven moeten afleggen. Fondvluchten zijn de vluchten boven 500 kilometer. In de wielersport wordt met fond het vermogen aangeduid om diep te kunnen gaan en het vermogen om vol te houden. Fonduiven worden geacht over deze eigenschappen te beschikken. Fondduiven zijn dus duiven die geschikt zijn om lange afstanden te kunnen vliegen.

G
Het Geel (Trichomoniasis)
Een van de meeste gevreesde duivenziektes. Wordt veroorzaakt door een parasiet. Infecties kunnen voorkomen in de neus/keelholte, de krop en de slokdarm. Bij ernstige infecties zijn gele kaasachtige woekeringen zichtbaar, vandaar de term “het geel”.

Generaal kampioen
Het generale kampioenschap is het hoogst haalbare kampioenschap in een vereniging, samenspel of afdeling. Dit wordt behaald met het hoogste aantal punten over alle disciplines bij elkaar opgeteld.

Getekende
Zie aangewezen duif / kampioenschap.

Gladde duiven (ook strakke duiven)
De term gladde of strakke duiven duidt op de gezondheidstoestand. Duiven die hun veren strak tegen het lichaam dragen en glanzen zijn goed gezond. Daarentegen zijn duiven die “bol” zitten dikwijls ziek, tenzij het koud is of ze op de tocht zitten. Zie ook “Bol zitten”.

Grit
Grit is een mengsel van fijngemalen steentjes, zeeschelpen en oesterschelpen. Behalve dat grit voorziet in de behoefte aan extra calcium en mineralen, dient het als “molenstenen” in de spiermaag om het voer fijn te malen, zodat het goed verteerbaar wordt.

Gouden ringen

Gouden ringen zijn goud-oranje kleurige ringen die door de Fondclub Zuid Nederland worden uitgegeven. Duiven die met deze ringen zijn geringd kunnen op daarvoor aangewezen vluchten geldprijzen winnen.

H
Hengstenkweek
Hengstenkweek is een manier om binnen korte tijd veel jongen van een doffer te kweken. De doffer wordt aan meerdere duivinnen tegelijk gekoppeld en de eieren worden onder voedsterkoppels uitgebroed. Ondanks dat hengstenkweek al tientallen jaren wordt toegepast zijn de resultaten niet spectaculair. De reden dat de middels hengstenkweek verkregen jongen in veel gevallen niet zijn wat men ervan verwacht, heeft waarschijnlijk te maken met een vermindering van de kwaliteit van het sperma dat op deze manier verkregen wordt.
I
Inkorven / inmanden
Het inkorven is de duiven in de reismanden stoppen. Dit gebeurt in duivenverenigingen of inkorfcentra. De reismanden werden vroeger vaak korven genoemd. Met deze reismanden worden de duiven van verschillende duivenliefhebbers gezamenlijk in vrachtwagens vervoerd naar de losplaats.

Inkorfbeperking
Een inkorfbeperking betekent dat er een maximum aan het aantal duiven wordt gesteld dat door één liefhebber per vlucht mag worden ingekorfd.

Invliegduif
Een duif die wordt ingekorfd en bij de inkorving wordt geregistreerd met ringnummer maar niet deelneemt aan het concours. De duif kan daardoor niet op de uitslag komen en geen punten winnen voor een kampioenschap en telt ook niet mee voor de deelname van de liefhebber en voor het aantal deelnemers aan het concours. In het NPO wedvluchtreglement is (anno 2021) vastgelegd dat een liefhebber er voor kan kiezen om al zijn duiven aan te merken als invliegduif, dan telt geen van de duiven mee voor welk concours dan ook. Besluit de liefhebber een deel van zijn ingekorfde duiven aan te merken als invliegduif dan tellen ze allemaal voor het verenigingsconcours en voor de andere concoursen (afdelingsconcours, samenspelconcours) telt slechts het deel dat de liefhebber per concours aan geeft.

IWB
Het Instituut Wedvlucht Begeleiding is een adviesorgaan van de Nederlandse Postduivenhouders Organisatie die de afdelingen adviseert over het gunstigste tijdstip van een voorgenomen lossing en of lossingen wel of niet kunnen doorgaan. Zij baseren zich daarbij op de weersomstandigheden op de vluchtlijn.

J
Jaarlingen
Duiven van omstreeks een jaar oud. In België worden aparte uitslagen voor jaarlingen gemaakt, in Nederland niet.

K
Klassiek Weduwschap (zie ook weduwschap)
Bij het klassieke weduwschap wordt alleen met de doffers aan de wedvluchten deelgenomen.

Klokvlucht / Wedvlucht
Wedstrijdvlucht waarop punten kunnen worden behaald die tellen voor een kampioenschap.

Koppelen
Het samen zetten van een doffer en een duivin.

Kopziekten (zie ook snot, ornithose, one eye cold)
Luchtweginfecties. Ademhalingsproblemen als gevolg van luchtweginfecties zijn de meest voorkomende oorzaken van slecht of matig presteren. Voor luchtweginfecties, naast kopziekten ook wel “dikke koppen” genoemd, zijn diverse virussen, bacteriën en mycoplasma verantwoordelijk.

Kot
Duivenhok.

Krabben (zie ook poetsen)
Het duivenhok schoonmaken.

Krabber
Het woord krabber heef twee betekenissen in de duivensport. Op de eerste plaats wordt hiermee het gereedschap bedoeld waarmee het hok wordt schoongemaakt (mestkrabber). Op de tweede plaats wordt hier ook wel een duivenliefhebber mee aangeduid met weinig talent voor de duivensport. De betekenis is dan die van prutser of knoeier.

Kropmelk
Zie duivenpap of –melk.

Kunstmatige inseminatie (KI)
Bij kunstmatige inseminatie wordt via een speciale massagetechniek sperma bij de doffer afgenomen en wordt dit sperma (al dan niet na ingevroren te zijn geweest) met een speciaal rietje bij de duivin ingebracht. Deze techniek waarmee van bepaalde superdoffers in betrekkelijk korte tijd een groot aantal nazaten kan worden gekweekt, wordt de laatste jaren geleidelijk aan steeds vaker toegepast. En dit vooral uit commercieel oogpunt, wanneer er veel vraag naar jongen van een bepaalde duif is en daar veel geld voor wordt betaald. De sportieve resultaten van de op deze manier gekweekte nakomelingen zouden aanmerkelijk beter zijn dan bij hengstenkweek.

Kuren
Het verstrekken van medicatie om daarmee een (sluimerende) infectieziekte de kop in te drukken. Tegen diverse infectieziekten als ornithose, het geel en paratyfus wordt zogenaamd “blind” gekuurd. Dat betekent dat er medicatie wordt verstrekt zonder dat vast staat dat de duiven aan deze ziekte lijden.

Kweekboxen
Als een duivenliefhebber zeker wil weten dat een bevruchting 100 % zeker van een bepaald koppel is en dat de duivin niet per ongeluk door een andere doffer is bevrucht, kan hij gebruik maken van zogeheten kweekboxen waar slechts 1 koppel duiven in gehuisvest is.

Kweekcentrum / Kweekstation
Op een kweekcentrum worden (post)duiven gekweekt voor de verkoop. Er zijn in Nederland en België een groot aantal kweekcentra. Een aantal van hen is aangesloten bij de stichting Nederlands Overkoepelend Orgaan Kweekcentra (NOOK). Een van de oudste en meest bekendste kweekcentra is Kweekstation Natural (1955) in Zoersel (B).

Kweekolie
Diverse fabrikanten van voedingssupplementen hebben een zogenaamde olie op de markt gebracht die kan bijdragen aan goede kweekresultaten. Deze kweekolie bevat doorgaans vlaszaadolie en/of visolie en/of tarwekiemolie.

Kweekrillen
Met kweekrillen worden de kraters bedoeld die met behulp van een vergrootglas zichtbaar zijn in duivenogen waarin veel bloedvaten naast en op elkaar gestapeld liggen. Wanneer de zogenaamde bloedvatenkrans in het oog breed en dicht is, betreft het dikwijls een duif met kweekwaarde. Vandaar de term kweekrillen. Zie ook Ogentheorie.

Kweker
In de duivensport wordt het woord kweker behalve in zijn betekenis als fokker of teler van duiven, ook gebruikt om een duif mee aan te duiden als duif om mee te kweken. Bijvoorbeeld zoals in de volgende zin; “deze duif is een goede kweker”.

L
Laatjes
Laatjes of ook wel late jongen genoemd, zijn jonge duiven die in of na de zomer zijn gekweekt en daardoor niet meer op de vluchten voor jonge duiven gespeeld kunnen worden, omdat ze daarvoor te jong zijn.

Lappen (zie africhten)

Lossingscoördinator
De functionaris die verantwoordelijk is voor de lossing van de duiven op de losplaats.

Lijnenteelt
Lijnenteelt is een vorm van familiekweek. Bij lijnenteelt worden eerst twee niet aan elkaar verwante zeer goed presterende duiven aan elkaar gekoppeld. Vervolgens worden de beste zonen tegen hun moeder gekoppeld en de beste dochters tegen hun vader. De jongen uit deze koppeling worden vervolgens weer gekoppeld tegen hun grootvader of grootmoeder.

M
Megaspelers / Megahokken
Liefhebbers met grote aantallen duiven op hun hokken die zeer veel duiven inkorven. In Nederland wordt gewoonlijk gesproken over megaspelers wanneer deze gemiddeld meer dan 100 duiven per wedvlucht inkorven.

N
Natour / Navlucht
Het laatste spelonderdeel van het vliegseizoen.

Nestduif
De term nestduif heeft twee betekenissen. Op menukaarten van restaurants die duif op het menu hebben staan, wordt met nestduif een jonge duif bedoeld die op een leeftijd van maximaal 28 dagen is geslacht. In het jargon van de duivensport betekent de term nestduif dat deze vanaf het nest wordt gespeeld (aan de vlucht deelneemt).

O
Ogentheorie
De ogentheorie is een methode om aan de hand van bepaalde oogkenmerken vast te stellen wat de kwaliteit van de duif is. Deze kenmerken zijn de grootte van de pupil, de correlatie of verkenningscirkel met daarin horizontale of verticale lijntjes (vliegteken - afstandslijnen), de structuur en bloedvoorziening van de iris (kweekrillen) en de Vermeijenring (de ring die de iris omsluit).
Internationaal bekende ogenspecialisten zijn de Engelsman Brian Vickers en de Duitser Josef Hofmann. Zij hebben een eigen puntensysteem ontwikkeld waarbij de vlieg- en kweekwaarde van een duif met een puntensysteem wordt vastgelegd. Beiden hebben hier een boek(je) over geschreven. In deze boekjes wordt het bovenstaande met voorbeelden en foto’s uitgelegd.

OLR
Zie éénhoksraces.

One eye cold
Een virusinfectie waarbij de duif een volledig nat en gezwollen oog heeft. Meestal maar aan één kant.

Op de deur spelen
Weduwschap met jonge duiven. De jonge doffers en jonge duivinnen worden apart in twee hokken gehouden die met een deur van elkaar gescheiden zijn. De dag van inkorving wordt de deur opengezet en kunnen er zich koppeltjes vormen, hetgeen de motivatie om naar huis te komen uiteraard bevorderd. Er zijn diverse varianten van dit “op de deur spelen”.

Opleren
Zie africhten.

Opvangers
Verdwaalde duiven die door iemand worden gevangen of bij een duivenliefhebber samen met zijn eigen duiven zijn of haar hok zijn binnengelopen.

Ornithose(-complex)
Onder het ornithose-complex bij duiven verstaan we het samenspel van infecties van de voorste luchtwegen en de koppen bij (jonge) duiven. De symptomen variëren van natte ogen tot opgezette oortjes, reutelende ademhaling, frequent niezen, hoesten bij lichte druk op de luchtpijp, krabben aan de oortjes, het afvegen van de ogen aan de veren en slijm in de keel.

Overvlucht (en voorvlucht)
Met de overvlucht bedoelt men de verste afstanden die de duiven moeten overbruggen (tijdens een wedvlucht) ten opzichte van de voorvlucht, waaronder de kortste afstand wordt verstaan.

P
Papjong
Jonge duif van 1 tot ongeveer 7 dagen.

Paramyxo (PMV)
Paramyxo is de meest verspreide virusinfectie bij duiven. Deze ziekte is zeer besmettelijk. De duiven moeten hiertegen gevaccineerd worden. Symptomen zijn zeer veel drinken, waterige mest, draaien met de nek, naast het voer pikken en evenwichtsstoornissen.

Paratyfus
Paratyfus is een zeer besmettelijke ziekte die veroorzaakt wordt door Salmonella bacteriën. De symptomen zijn heel divers. Naast vermagering, natte mest, draainekken en knobbels op de gewrichten, komt ook scheef vliegen voor, door aantasting van pezen en spieren.

Pennen stoten / gooien
Zie ook ruien. Het ruiproces begint met het gooien/stoten van de eerste slagpen.

Pieper
Jonge duif die nog piept.

Poetsen
Duivenhok schoonmaken. Zie ook krabben.

Promohokje
Een klein duivenhok dat bedoeld is om geïnteresseerden in de duivensport op een voordelige manier kennis te laten maken met de duivensport. De hokjes worden beschikbaar gesteld door de Nederlandse Postduivenhouders Organisatie en zijn bedoeld voor geïnteresseerde nieuwe (jeugd)leden, kinderboerderijen en scholen.

Prijsduiven / puntenduiven
Om te bepalen wie een wedvlucht, competitie of kampioenschap heeft gewonnen, wordt gebruik gemaakt van een puntensysteem. Er worden binnen de duivensport verschillende puntensystemen gehanteerd. Slechts een vooraf afgesproken percentage van de deelnemende duiven kan punten verdienen. Meestal is dat een kwart, dus een prijsverhouding van 1 op 4. Maar er zijn ook spelverbanden die een prijsverhouding van 1 op 3 hanteren. Bij een prijsverhouding van 1 op 4 zijn er dus per 100 deelnemende duiven 25 puntenduiven, ook wel prijsduiven genoemd. Onder deze 25 duiven worden de punten verdeeld.

R
Ren
Een kooi van gaas, soms met glas of plastic waarin de duiven buiten kunnen zitten, meestal verbonden met het duivenhok, maar er zijn ook diverse losse rennen in de handel.

Risico Tabel Lossingen (RTL)
Een praktische handreiking aan lossingscommissies in de duivensport. Op basis van de huidige stand van kennis vat deze RTL samen welke factoren een gunstige, neutrale, ongunstige of zeer ongunstige invloed hebben op de thuiskomst van de duiven.

Rui
Het jaarlijkse proces waarin de duiven hun oude veren verruilen voor nieuwe veren. Een duif ruit het hele jaar door, maar zo geleidelijk dat het amper merkbaar is. Bij 'de grote rui' in het najaar wordt op vrij korte tijd praktisch het hele verenpak vernieuwd.

S
Schapje
Aan de wand van het hok bevestigde zitgelegenheid. (Zit)schapjes zijn er in diverse uitvoeringen. Van een enkel plankje tot en met een compleet wandrek met tientallen zitplaatsen.

Scheve pennen
Met scheve pennen worden meestal verkeerd ingegroeide en vervormde broekpennen aangeduid. De oorzaak is een beschadiging van de follikel waar de veer uitgroeit.

Schiere eieren
Onbevruchte eieren of eieren waarvan de vrucht al in een vroeg stadium is afgestorven.

Selectie
Het uitkiezen van de duiven die wel of niet op het hok mogen blijven.

Showhomers
Een sierduivenras behorende tot de schoonheidspostduiven.

Slagpennen
De slagpennen zijn de grootste veren van de duif. Ze vormen gezamenlijk de slagvleugel. Een duif heeft gewoonlijk 10 slagpennen, maar een duif met 11 slagpennen is ook geen zeldzaamheid.

Snot
Snot is een luchtweginfectie die vaak samen met ornithose optreedt.

Spoetnik
Een spoetnik is een (meestal) aluminium kooi die aan de buitenkant van een duivenhok bevestigd kan worden, om de duiven buiten te kunnen laten zitten. De spoetnik wordt ook gebruikt om de duiven na de trainingen of wedvluchten weer terug in het hok te laten komen. Spoetniks zijn er in diverse soorten en maten, meestal is er een valplank met een elektronisch kloksysteem in verwerkt.

Spenen
Wanneer de jonge duiven zelfstandig kunnen eten en drinken worden ze bij de ouders weg gehaald en in een eigen hok of afdeling geplaatst. Dit wordt spenen genoemd.

Splijtlid
Een lliefhebber die speelt in een ander samenspel/concoursgebied/vlieggebied dan waar zijn club is ingedeeld. Deze situatie doet zich voor als samenspelen worden begrensd door fysieke grenzen of coördinaatlijnen. Door de vrijheid van vereniging kunnen duivensporters kiezen om zich aan te melden en lid te worden bij een vereniging die buiten hun samenspelgebied ligt.

Spuiters
Jonge duiven in de leeftijd tussen 1 en 2 weken produceren soms waterige mest en worden om die reden spuiters genoemd. Oorzaak is de overgang van pap naar hard voer en soms het ontbreken van bepaalde mineralen in het grit/mineralen mengsel dat verstrekt wordt.

Stuitbeentjes
De stuitbeentjes zijn twee kleine botjes die in het verlengde van het borstbeen liggen. Ze worden ook wel legbeentjes genoemd. Normaal gesproken (maar er zijn nogal wat uitzonderingen) liggen deze botjes strak tegen elkaar aan. Bij een duivin gaan deze botjes van elkaar af staan als er een ei op komst is.

Supplementen
Met supplementen ook wel bijproducten genoemd, worden alle producten bedoeld in de vorm van pillen, poeders, druppels, capsules of drankjes, die dienen als aanvulling op het voer. Deze bijproducten bevatten vitamines, mineralen, spoorelementen of bioactieve plantaardige stoffen.

T
Taartvluchten
Met taartvluchten worden de najaarsvluchten bedoeld die na het officiële vliegprogramma in verschillende regio’s vervlogen worden. Deze vluchten worden georganiseerd door een vereniging, of door een commissie bestaande uit leden van een samenspel. De organisatoren van deze taartvluchten proberen een uitgebreid sponsorpakket aan prijzen bij elkaar te krijgen, zodat zoveel mogelijk deelnemers een prijs kunnen winnen.

Training
Gedurende het vliegseizoen laat de duivenliefhebber zijn duiven dagelijks één of twee maal per dag buiten vliegen. Wanneer de duiven dan flink de hoogte in klimmen en met grote snelheid weg trekken om vervolgens om de tien of twintig minuten weer met dezelfde snelheid over het hok te komen en dan weer weg te trekken, wordt dit als training gezien.

(de) Trek
De route die de grootste groep duiven van een lossing volgt.

U
Uitslag
De resultaten van een wedvlucht. Op de uitslag van een wedvlucht worden de duiven geplaatst die punten hebben behaald.

Uitwennen
Wanneer jonge duiven voor het eerst buitenkomen, spreekt men van uitwennen. Het wennen om het hok weer binnen te komen na het buiten vliegen.

V
Verduisteren
Met verduisteren wordt het donker maken van het hok bedoeld om zodoende de daglengte te korten. Het doel hiervan is om de rui te remmen. Het daglicht activeert de rui en door de duiven minder licht te geven wordt de rui stilgelegd.

Vermeerderaars
Een andere term voor kweekduiven of kwekers en die dus niet aan wedvluchten deel nemen. Veelal betreft het duiven die vast zitten en niet uitgewend, dus de term vastzitters wordt in dit verband ook wel gebruikt.

Vermeijenring
De ring van het oog die de afscheiding vormt tussen de iris en de rest van het oog. De kleur is meestal zwart of donkerbruin en verandert nogal eens van intensiteit.

Vitesse
Speldiscipline waarop de afstand van de wedvluchten minimaal 100 kilometer tot maximaal 350 kilometer bedraagt.

Vlieglijn (Vluchtlijn)
Denkbeeldige lijn tussen de losplaats en het hok van de duivenliefhebber.

Voedsters
Duiven die de eieren uitbroeden en jongen grootbrengen van andere duiven. Om van bepaalde goede duiven meerdere jongen in minder tijd te kunnen kweken, wordt dikwijls gebruik gemaakt van voedsters. Hier worden de eieren onder gelegd zodra de bewuste duiven waar men meer jongen van wil hebben, gelegd hebben. De betreffende duiven zullen dan kort hierop weer opnieuw gaan nestelen.

Voer- of voedingsschema
Iedere voerfabrikant verstrekt een voerschema gebaseerd op het seizoen en/of het soort vlucht. Het varieert van hele eenvoudige schema’s waarbij vrijwel elke dag hetzelfde wordt gevoerd, al dan niet aangevuld met een supplement, tot hele complexe schema’s waarbij er elke dag anders/meer/minder wordt gevoerd.

Vorm
Conditie. In vorm zijn = in conditie zijn.

Vrachtduif
Een duif die wordt ingekorfd maar waarvan het ringnummer niet wordt geregistreerd. In het NPO wedvluchtreglement is (anno 2021) vastgelegd dat vrachtduiven alleen nog zijn toegestaan op trainingsvluchten.

Vrij paren
In de meeste gevallen zal een duivenliefhebber zelf de partnerkeuze bepalen, d.w.z. de meest geschikte doffer bij een bijpassende duivin op basis van prestaties of afstamming. Echter er zijn ook liefhebbers die daar geen werk van maken en de duiven zelf een partner laten uitzoeken, dit wordt vrije paring genoemd.

W
Weduwduivin
Duivin die op weduwschap wordt gehouden.

Weduwnaar
Doffer die op weduwschap wordt gehouden.

Weduwschap
Weduwschap is een spelmethode waarbij de doffers en duivinnen van elkaar gescheiden worden gehouden. Na de wedvlucht, maar ook dikwijls voorafgaande aan de inkorving, worden de duiven tijdelijk samengebracht.

Werkpen
Een slag- broek- of staartpen waarop een licht gekleurde dwarsstreep zichtbaar is, als gevolg van stagnatie van de groei van deze pen. Oorzaken zijn een tijdelijk ongemak (ziekte/verwonding o.i.d.) of een bovenmatige grote inspanning.

Windeieren
Eieren zonder kalkschaal. Kan meerdere oorzaken hebben. Veelal betreft het een tekort aan calcium of vitamine D.

Winterjongen
Jongen die in de winter gekweekt worden. Voor winterkweek worden de duiven eind november of begin december gekoppeld. De meeste winterjongen worden begin januari geringd. Deze jongen zullen hun pennen vast houden en hoeven dus niet verduisterd te worden.

WOWD
Werkgroep Wetenschappelijk Onderzoek Welzijn Duiven. www.wowd.nl

Z
Zifting 
zie selecteren