De-Duivencoach.nl
Nico van Veen

Jonge Duiven - Willem Mulder

JONGE DUIVEN

Wat geef ik de jongen als ze gespeend zijn?

Veel duiven zijn inmiddels gekoppeld of hebben al jongen. Voor de tijd van het jaar is het eigenlijk bijzonder zacht, dus grote problemen ben ik nog niet tegengekomen. Wel komen er veel vragen over: wat geef ik de jongen als ze gespeend zijn. Vele liefhebbers zitten met die vraag merk ik. Ook de hoeveelheid is een probleem voor velen.

Allereerst het voer. U voerde de duiven een bepaald soort kweekvoer in  het nest en daar kunt u het beste gewoon mee doorgaan. Veel liefhebbers gooien de eerste dagen de bak vol, totdat de jongen de voerbak en de drinkpot allemaal goed kunnen vinden. Toch ben ik er een voorstander van om daarna zo vlug mogelijk het eigen regiem te gaan volgen. Jongen moeten leren hoe het bij u op het hok werkt. Als u de jongen voert, dan roept u ze, net als u dat zal doen als ze na een vlucht of training binnen moeten komen. U bepaald de wijze waarop u duiven wilt houden. Die zich daar niet bij aanpast, heeft pech gehad.

Na enkele dagen kunt u de jongen twee keer der dag voeren met een goed, gevarieerd kweekvoer + een klein beetje gerst of zuivering. U ziet dan sneller dat de duiven genoeg hebben gegeten, want de gerst blijft liggen. Als dat het geval is, is de meeste honger voorbij. U kunt ook de drinkbak goed in de gaten houden en als er enkele duiven hebben gedronken, weet u genoeg. Velen menen dat de jongen niets tekort mogen komen en mooi moeten uitgroeien. Dus wordt er volop gevoerd. Eigenlijk meer dan goed voor ze is. We maken zo vreters van de jonge duiven en dat kan niet de bedoeling zijn. De hoeveelheid is een groot probleem bij veel liefhebbers. Je kunt ook een tentoonstelling drinkbakje en doet die afgestreken vol met kweekvoer. Dat is voldoende voor 10 jonge duiven. ’s Avonds weer dat bakje voor 10 duiven. Dat is voldoende onder normale omstandigheden. Vriest het 20 graden, ja, dan zullen we het moeten aanpassen. Dat zal iedereen begrijpen. Als de jongen wat ouder worden, dan geeft u ’s morgens wat minder voer en dat geef je er ’s avonds weer bij. Zo kom je op een “gemiddelde” van ‘s morgens 10 gram en ’s avonds 20 gram per duif.  Ook verstandig om de drinkenspan slechts 15 minuten op het hok te laten staan als ze die allemaal goed kunnen vinden. Na dat kwartier neemt u de bakken weg om ze vervolgens schoon te maken en zo mogelijk in de zon te laten drogen. Het voorkomt veel problemen met geelbesmetting.

Verduisterde jongen
De meeste liefhebbers verduisteren hun jongen. In de winter worden ze “natuurlijk” verduisterd, want dan hebben we de minste lichturen. Zodra de dagen lengen, gaan we ze zelf verduisteren door b.v. ’s avonds om zes uur het hok donker te maken tot de volgende morgen acht uur. Ze krijgen dan tien uur licht. Op deze wijze komen de jongen in de kleine rui en blijven de pennen staan, wat de bedoeling is van de liefhebber. Om die kleine rui goed te laten verlopen, hebben we een eiwitrijk voer nodig. Als de jonge duiven tien weken oud zijn, is de kleine rui meestal weer achter de rug en worden ze weer mooi glad.
Tot die tijd wennen we onze jongen uit. Eerst in een ren, spoetnick, of loopplank, later zitten de jongen op het dak. Van vliegen komt meestal niet veel en u moet zich daarover ook helemaal geen zorgen maken. Dat komt vanzelf, als de duiven door de rui heen zijn. Ze beginnen dan in groepen rond het hok te vliegen, een teken dat de rui en ook de opbouwperiode achter de rug is. U kunt vanaf nu lichter,en ook vezelrijker gaan voeren. Met vezelrijker bedoel ik gerst en of paddy. De darmen moeten we aan het werk houden. Dat is in deze periode heel belangrijk. Des te beter de darmen werken, des te minder kans op ziektes. Een veel voorkomende klacht die ik hoor is: de jongen vliegen slecht en veel te kort. Veelal blijft men dan te zwaar voeren. We kunnen minimaal ½ Vliegvoer + ½ Zuivering gaan voeren met wat snoepzaad eraan toegevoegd. Trainen betekent of  in de lucht, of in het hok. Als er eentje of enkele duiven niet willen binnenkomen, dan hebben die pech en moeten dan maar mooi buiten blijven. U hoeft daar geen medelijden mee te hebben. De kans dat dit goeie zijn, is een op de honderd, dus klein.

Welke mogelijkheden?
Bij mooi weer kunt u nog lichter voeren. Bijvoorbeeld 1 deel Vlieg + 2 delen Zuivering + ½  deel snoepzaad. Ook een beetje snoepzaad of een pindaatje als beloning voor het thuiskomen is op zijn plaats en werkt positief. Dieetmengelingen worden ook veel toegevoegd b.v. ½ Vlieg + ¼ gerst  + ¼ Dieet mengeling. Zoontjens speciaal wordt vaak gerekend onder de dieetmengelingen. Ten onrechte overigens. Het is een goede mengeling, maar met zo’n 22% kleine peulvruchten mogen we het absoluut niet een dieetvoer noemen. De angst voor het niet goed uitgroeien van de jongen is dan ook onterecht als je op deze wijze de duiven voorbereid. Lichtverteerbaar en goed opneembaar eiwit kan worden verkregen met een mengeling met een hoger opneembaar eiwit en of door b.v. regelmatig magere (!) yoghurt en bakkersgist toe te voegen aan het voer.

Niet verduisteren
Duiven die niet worden verduisterd, worden meestal later geboren. Overnachtspelers beginnen vaak pas in maart aan koppelen te denken. Maar ook voor duiven die eind januari of begin februari geboren worden kan men kiezen voor niet verduisteren. Zij zullen eerder de pennen ruien dan verduisterde duiven. Dat is een nadeel als men alle jonge duivenvluchten optimaal wil meedoen voor de eerste prijzen. Niet iedereen hecht daar echter zoveel waarde aan. Niet verduisterde duiven ruien de kleine veer niet en kunnen daarom veel eerder lichter worden gevoerd. Zodra de duiven in groepen gaan vliegen en wegtrekken kunt u lichter gaan voeren. Houdt u de duiven te lang op zwaar voer, zal het trainen en wegtrekken vaak tegenvallen. Ze vliegen laag boven de huizen hun rondjes. Veel lichter voeren dus en het probleem is meteen opgelost.

Jonge duiven moeten vanaf het begin naar de trainer luisteren. U bepaald hoe u duiven wilt houden en de duiven dienen zich daarbij aan te passen. Voor die dat niet wil is geen plaats. Uw privé omstandigheden bepalen hoe vaak u traint, opleert etc. Niet de goede liefhebber die weer een heel andere methode heeft uitgevonden. Het gevaar is dat u vandaag Jantje gaat volgen en morgen Pietje. Niet doen, volg je eigen weg. Laat je niet opnaaien. Als je een hele drukke baan hebt en je meent toch wel 3 keer per week naar de sportschool te moeten gaan, dan ga je dat waarschijnlijk niet volhouden. Je moet dus eerst bepalen hoe je de duiven wilt en kunt houden en daarna de lat op de juiste hoogte leggen. Als je dat doet, zul je niet gefrustreerd raken en veel plezier aan je jonge duiven hebben. En dat is toch de bedoeling?

VOORBEREIDING VAN JONGE DUIVEN

Frustraties van liefhebbers.
Het is volop zomer en wekelijks zitten we weer in de club om onze duiven in te korven of de automatische kloksystemen af te lezen. De sfeer in de club is vaak anders dan die was, voordat de vluchten begonnen. Toen was iedereen nog kampioen en ook hoopvol gestemd over het nieuwe vliegseizoen. Inmiddels zijn er al weer veel liefhebbers gestopt, omdat ze op een of meerdere vluchten veel duiven hebben verspeeld. Of omdat ze de duiven maar niet gezond kunnen krijgen. De hoop is dan alleen nog op de jonge duivenvluchten gericht. Dat alles beïnvloed de sfeer in het clubgebouw. We hebben het over: “hoe het had moeten zijn, hoe er gelost had moeten worden, dat de wind de vluchten niet zou moeten beïnvloeden, dat je prestaties beter hadden gekund”……

Oordelen.
Allemaal dingen die naar ons oordeel anders hadden gemoeten.
Ja, we oordelen er wat op los. Oordelen doen we met onze hersenen. En die gebruiken we te pas en te onpas. Het zou beter zijn als we onze hersenen eens wat vaker thuis lieten. 😊 Want oordelen en “hoe het had moeten zijn” sluit ons hart. We worden er ziek van. Ja ik weet het wel, het is moeilijk om de verschillen met andere mensen te accepteren. De dingen te zien zoals ze zijn betekent niet, dat je ze leuk vindt.  Het betekent wel, dat je er niet meer tegen in opstand komt. Dat voorkomt een hoop stress. Als we accepteren, dat we in het leven nooit alles kunnen weten, wordt je vanzelf relaxter. Je hoeft ook niet alles te begrijpen. Ontspan een beetje!! Het is verstandiger om te kiezen voor een leven zonder al die oordelen, stress, angst, woede, de schuld geven aan iemand…. noem maar op. Ik eindig dit deel van het artikel dan maar met een spreuk: Het is niet uw plicht om verdraagzaam te zijn, maar uw voorrecht. ( Napoleon Hill).

Jonge duiven: super dieet
Verder kwamen er een aantal vragen binnen over de verzorging van de jonge duiven tot aan de vluchten. Kan er ook Super Dieet gegeven worden in de voorbereiding? De jongen vliegen er heel goed op. Ik zei, dat ik we dat wel goed kon voorstellen. Lichte voeding met koolhydraten en veel vetrijke zaden. Of dat wel verstandig was? Natuurlijk willen we allemaal, dat jonge duiven wegtrekken en de omgeving goed leren kennen. De kans is groot, dat de jonge duiven “uitgevlogen” zullen zijn, als de vluchten nog moeten beginnen. Weken lang trekken en scheuren…… Een duif is geen volle accu van een elektrische fiets die 80 km  zijn werk doet. De bedoeling is dat de jonge duiven leren hun omgeving te kennen, maar ook leren luisteren naar de baas als die ze binnenroept. Ik vind, dat jonge duiven hun conditie voor de eerste jonge duivenvlucht moet opbouwen. Daarna is het een kwestie van motivatie.
In de voorbereiding zou ik liever een koolhydraatrijke en vezelrijke mengeling zonder erwten geven in combinatie met een vliegmengeling. Dan half om half voeren. Is het mooi zonnig weer met hoge druk? Dan een beetje meer van deze lichte mengeling. Is het slecht en koud weer? Dan wat meer vliegmengeling. Dus een beetje op gevoel voeren. Alleen als je de duiven opleert, doe je er een beetje vetrijke voeding bij.

Te veel van het goede.
Een aantal liefhebbers volgen de ideeën die volgens mij in België zijn begonnen. Dagelijks worden de jonge duiven wel 80 km ver weggebracht. Het zal  duidelijk zijn, dat lang niet alle duiven dergelijke disciplines goed doorstaan. Maar ja, als je maar genoeg kweekt, blijft er toch wel een clubje over die niet te verslaan is. En ja, zo speel je jezelf wel in de commerciële kijker. Wat doen de overgebleven jongen het volgend jaar en de jaren daarop? Een kaars die je aan twee zijden aansteekt, zal volgens mij eerder opgebrand zijn. Maar goed, ieder zijn meug. Het wordt zo wel een dure hobby met de huidige benzineprijzen. Het is bekend in de wetenschap, dat je bij dergelijke extreme trainingen ook hele goede duiven en zelfs toppers verliest, die met een verstandig trainingsprogramma wel heel goed tot hun recht zullen komen. Het is  ook bij mensen zo dat de één een ander schema moet volgen dan de ander om aan de top te komen.

Benutbaar eiwit.
Dan krijg ik de vraag of jonge duiven niet veel beter een kweek of ruimengeling moeten hebben tot 14 dagen voor de vluchten? Ze moeten immers goed uitgroeien. En daarom krijgen ze keen dergelijk voer voorgeschoteld tot vlak voor de eerste Jonge Duivenvlucht. Ik vraag me af, of dat wel de juiste methode is. We gaan het eens onderzoeken. Ik neem een kweekmengeling met 30% peulvruchten en een vetgehalte van 6%. In de tabellen kom ik dan uit op ongeveer 14,5% ruw eiwit en 6,5% Benutbaar Eiwit. Nou gaan we naar die lichte Vlieg Jong Mengeling. Daar zien we 12,8% ruw eiwit en 6,9% benutbaar eiwit. Is dat niet vreemd? Een hoger benutbaar of wel opneembeer eiwit dan een kweek mengeling? Nou nee. Peulvruchten bevatten een hele lage eiwit benutting. ( lage biologische waarde (BW). Met de veel lichtere Jonge Duiven mengeling wordt er meer eiwit gehaald uit de vetrijke zaden en zodoende in de benutbaarheid uiteindelijk dus hoger, terwijl we de duiven veel minder belasten. Want al die afvalstoffen van de peulvruchten moeten er ook weer uit. We kweken dus geen vlees, maar juist spieren. Op die manier heb ik altijd naar de voeding gekeken.

Vocht.
Het kan niet vaak genoeg gezegd worden, dat vooral jonge duiven vocht nodig hebben om zich te kunnen oriënteren en om voor koeling te zorgen. Uit testen die we gedaan hebben gedurende twee jaar in Duitsland bleek, dat de jonge duiven veel minder dorst hadden bij thuiskomst. Dat stelden de liefhebbers zelf vast, die 20% tot 25% gepelde rijst op de inkorfdag hadden bijgevoerd. Dus geen zilvervliesrijst of Paddy rijst want dan is de rijstkorrel afgesloten door een vezelige omhulsel en dat neemt geen vocht op.  Het liefst de pap-kokende rijst, sushi rijst of gepolijste rondrijst. Die heeft de langzaam opneembare koolhydraten waar de duiven langer op kunnen vliegen . Dus langer op een hogere snelheid. Dan heb je twee vliegen in één klap. Maar als je dat niet kunt krijgen neem dan gewoon witte gepelde rijst waar je nasi van maakt. Niet te lang zoeken, de vochtopname is verreweg het belangrijkste. Je kunt ook 3 uur voor het inkorven gerust nog wat energiemengeling + gepelde witte rijst geven. Het is heel licht verteerbaar en daarom snel weer verteerd. De duiven drinken dan ’s middags nog wat en dat is alleen maar gunstig. Uit testen bleek, dat de prestaties beter waren dan voordien en er meer jonge duiven thuiskwamen dan men gewend was. Lastig om zoiets te bewijzen natuurlijk. Ga ik ook niet doen.

Vetrijke zaden.
Deze bevatten zoals je kunt verwachten veel vet. Ze bevatten ook allemaal veel eiwit. Licht verteerbaar eiwit. Goede voeding dus voor de spieren. Vetten bevatten Koolstof ©, Waterstof (H) en zuurstof (O), maar wel duidelijk meer Koolstof en waterstof dan in koolhydraten. Als de vetten worden afgebroken in het lichaam blijft er alleen waterstof over. Vocht dus en dat is zeer belangrijk als duiven vliegen in warme of hete omstandigheden. In eerste instantie hebben de hersenen vocht nodig. Anders is oriënteren onmogelijk. We moeten daarom alles uit de kast halen en er veel aandacht aan besteden. Ook door de duiven te leren drinken in de mand.

Vitaminetekort.
Een andere vraag die ik kreeg was: kunnen er ook ziektes ontstaan door een tekort aan vitamines? Ik zal proberen eenvoudige begrijpbare antwoorden te geven en me niet in moeilijke termen uit te drukken. Volgens Curt Vogel kunnen die onder andere ontstaan door tekorten of zelfs ontbrekende vitamines in voermengelingen.  Door afbraak van vitamine C in verwelkte groene planten. Daarnaast kennen we stoffen die opname in de dunne darm remmen of voorkomen. Met name de antivitaminen zoals bepaalde stoffen in sojabonen (die bètacaroteen als provitamine A vernietigt. Vitamine-afbrekende stoffen omvatten ook diergeneesmiddelen die worden gebruikt voor ziekten die door pathogenen worden overgedragen (bijv. Antibiotica,  Trichomoniasis, Coccidiosis en Sulfonamiden. De vele facetten van het jonge duivenspel zijn lang niet allemaal aan de orde gekomen. Daarvoor is één artikel lang niet voldoende. Ik zal daarom proberen  dit een vervolg te geven.

PLEZIER IN DE JUNIOREN SPORT

“Ach”, zei Michael, “Ik moet nog even de jonge duiven voeren. Ik ben zo terug. Dan kunnen we nog mooi even op de fiets om een mooi tochtje te maken. Het is zulk lekker weer. Daar moet je van genieten”. Zeker, dat is waar. Toch is het verstandig om de jonge duiven dan eerder te voeren als je ’s avonds andere plannen hebt. Anders kun je behoorlijk verrast worden. Want wat zie je dan als je het druk hebt? Wat zie je als je gedachten bij jouw favoriete fietsroute of voetbalclub zijn? Het kan ook zijn, dat je zit te denken aan die gestreste liefhebbers in de club, die asociaal gedrag vertonen. Of er een hoop onzin uitkramen. Of aan die slechte training van vorige week, waar je 6 jongen verspeelde. Op dat moment ben je aan het denken. Je zit in je hoofd en dan zit je altijd in het verleden. Het brein kan alleen maar denken in het verleden. En dat verstoort zo vaak je plezier van onze mooie sport.

In het NU zijn.
Veel beter is het om in het NU te zijn. Wat is dat? Dat is het denken even achterwege te laten en gewoon kijken wat er nu gebeurd. “In het moment zijn eigenlijk”. En dat zie je ineens, dat een duifje zit te smakken. Die moet je even in de hand nemen en nakijken. Een ander duifje krabt aan de oortjes. Ook een scherpe blik waard. Weer een ander duifje probeert een nieuw broedbak te veroveren. Je ziet dat een doffertje voor de mineraalpot aan het verdedigen is. Dan weet je dat je meer potjes moet neerzetten. Je ziet, dat er een paar duivinnetjes geïnteresseerd zijn in een verborgen broedschotel in een hoekje op de grond.  Een duifje vliegt je op de schouder. Je kijkt naar het ringnummer van dat duifje en schrijft die op. Door in het NU te zijn, weet je ineens veel meer van je jonge duiven. Je maakt een plan.

Motivatie.
Om de motivatie te verhogen tel je de jongen in het hok en haalt de overtollige schapjes weg. Zelfs 3 meer dan er duiven in zitten. Dan timmer je op 3 andere plekken weer een schapje aan de wand. Of hang er eens een gekleurd schapje bij. Afwachten welke duiven die schapjes willen veroveren. Zet eens een stapeltje met een stuk of 5 broedschalen op elkaar midden in het hok. Dan de duivinnen in het hok laten samenkomen op de inkorfdag. Dat wordt vechten om de schalen en dat geeft veel motivatie. Daarna samen inkorven.  Doe de oude duivinnen de dag voor inkorven in het hok van de jonge duiven. Ook samen loslaten.   ’s Avonds de oude duivinnen in het eigen hok terugzetten. Op de dag van inkorven gewoon de eigen duivinnen ’s middags  tonen. Maak een plankje voor een stuk of 5 a 6 schapjes. Dat kunnen ze er mooi over paraderen, vlak voor de buurman langs. De jonge duiven in het hok op inkorfdag een bad geven. Vinden ze prachtig en liggen heerlijk op een vleugeltje. Laat je fantasie de vrije loop. Werkt het, mooi. Werkt het niet, dan heb je het in ieder geval geprobeerd. Dan zie je dat een half uurtje eerder voeren heel veel informatie heeft opgeleverd. Dan wordt het ineens veel leuker om met jonge duiven te spelen. De leeftijd van de jonge duiven die meegaan met de vluchten is erg wisselend Je hebt de winterjongen die al een half jaar oud zijn en ook jonge duiven van 3 maand oud. ( jonger is niet aan te bevelen). Dat is al best wel een groot verschil, maar die jonkies kunnen je vaak flink verrassen.

Mijn jonge duiven willen slecht trainen.
De vraag die steeds terugkomt is, “hoe krijg ik de jongen beter aan het trainen? ”. Na 10 minuten is het wel klaar. Ze zitten wat op het dak en vliegen af en toe eens weg. Er zit geen “muziek” in. Als ik dan vraag naar de voeding, dan constateer ik dat er vaak veel te zwaar wordt gevoerd. Wat is te zwaar voeren? Eigenlijk moet je zeggen: te peulvruchtrijk voeren. Velen zien wikken, Katjang-Idjoe en linzen niet als peulvruchten. Maar dat zijn ze natuurlijk wel. Zo’n voer ziet er veel lichter uit, maar is dat niet. Zodoende krijgen de duiven te veel zwaar verteerbaar eiwit binnen. ( de chemische benaming is NH2) Het teveel moet het lichaam meer verlaten want het lichaam kan dat niet opslaan. Deze word door het lichaam afgebouwd door urinezuren en purinebasen en uitgescheiden. Om purinebasen te bouwen heeft het lichaam koolmonoxide (CO) nodig.
Door het vliegen “verbrandt” door de sterke spierarbeid de koolstof geheel, waardoor bijna alleen kooldioxide (CO2) ontstaat. Met kooldioxide kunnen geen purinebasen en urinezuren worden gevormd. Het overbodige eiwit verbindt zich dan met een waterstofatoom (H) tot ( NH2 + H = NH3) en dat is ammoniak.  Dat is, zoals we allen weten, heel slecht voor de luchtwegen (zuurstofvoorziening) en het tast het zenuwstelsel aan. Allemaal niet erg bevorderlijk als we duiven goed willen laten trainen.

Hoe krijg je de jonge duiven dan wel aan het trainen?
Door al die peulvruchten weg te laten en terug te gaan naar de basis. De basis is altijd een Zuivering ( of Schoonkost) mengeling. Daar zit vooral koolhydraten in. Geeft 1 tot 2 weken alleen deze lichte mengelingen en de duiven vliegen weer als nooit tevoren. Ook hoog. Voordeel is ook dat ze snel weer honger krijgen en dus graag weer binnenkomen als de baas op de fluit blaast.

Trainingsvluchten.
Gaan de duiven midden in de week op trainingsvlucht, dan zou ik de mengeling wel aanpassen. Je kunt dan 1 deel Zuivering nemen + 1 deel Vliegmengeling + 1 deel Energie mengeling. Bij koud weer doe je er nog een deel vliegvoer bij. Een andere optie is een goede Jonge Duiven Vliegmengeling. Eenvoudig en zeer effectief. Op de inkorfdag is de Boarding Mix (snoepzaad met veel gepolijste Rohreis) zeker een aanrader.

Jodium.
Verder is het verstandig om jongen die slecht willen eten of slecht willen vliegen weer even aan de Jodium te zetten. De juiste samenstelling is die van Blitz van de firma Röhnfried.  Jodium activeert de schildklier waardoor de duiven meer gaan eten en ook veel beter gaat trainen. Dan is de cirkel weer rond: (goed eten, goed trainen) Daarnaast zorgt jodium voor ontsmetting van bacteriën en schimmels. Ze krijgen ook weer mooi blank borstvlees. Als het zo warm is adviseer ik niet meer te geven van  1 ml per liter drinkwater. In het begin 3 x per week. Bij heet weer 2 x of 1 x per week als de duiven een stuk beter gaan trainen.

Weduwschap.
Een ander fenomeen is wat ik al eerder noemde: vooral de oudere jonge duiven hebben op dit moment al een vriendinnetje of al eieren. Trainen is er dan niet meer bij. Vaak is het met 10 minuten al wel gedaan. Heb je twee afdelingen, dan kun je overwegen on op weduwschap te spelen. De duivinnetjes apart in een hok en de jonge doffers ernaast. Maar een luik waar je de duivinnen door laat op de inkorfdag. Door het scheiden zullen zowel de doffers als de duivinnen weer veel beter gaan trainen.

Wat kan ik doen om het landlopen te vermijden?
Ziet u dat de jonge duiven op het landlopen, dan wil je dat natuurlijk graag vermijden. Een idee is het om de jongen te volgen en te kijken welke duif de aanzet doet tot vallen op het land. Doet steeds dezelfde duif dat, neem dan die duif uit het bestand. Meestal is het probleem dan opgelost. Je kunt ook 1 tot 2 keer per week Moorkonzentrat geven over het voer. Dat droog je dan af met Terra Mineral of Heilerde. Moorkrazentrat is eigenlijk niets anders dan mineralen van planten en bomen, die duizenden jaren geleden zijn gestorven. In die tijd was de natuur nog heel zuiver. Er was nog geen industrie. Heilaarde is eigenlijk gebakken Lös ( een soort leemgrond). Beide mineraalproducten verwijderen veel afvalstoffen uit het lichaam en voldoen aan een behoefte van de duiven, zodat ze niet meer naar het land gaan.

Vocht.
Het kan niet vaak genoeg gezegd worden, dat vooral jonge duiven vocht nodig hebben om zich te kunnen oriënteren en om voor koeling te zorgen. Uit testen die we gedaan hebben gedurende twee jaar in Duitsland bleek, dat de jonge duiven veel minder dorst hadden bij thuiskomst. Dat stelden de liefhebbers zelf vast, die 20% tot 25% gepelde rijst op de inkorfdag hadden bijgevoerd. Dus geen zilvervliesrijst of Paddy rijst want dan is de rijstkorrel afgesloten door een vezelige omhulsel en dat neemt geen vocht op.  Het kost dan juist vocht uit het lichaam om die vezels te kunnen verteren. En dat is nou precies niet wat we willen. Het liefst de pap-kokende rijst, sushi rijst of gepolijste rondrijst ( of de kant en klare Boarding Mix).

Vetrijke zaden.
Deze bevatten zoals je kunt verwachten veel vet. Ze bevatten ook allemaal veel eiwit. Licht verteerbaar eiwit. Goede voeding dus voor de spieren. Vetten bevatten Koolstof ©, Waterstof (H) en zuurstof (O), maar wel duidelijk meer Koolstof en waterstof dan in koolhydraten. Als de vetten worden afgebroken in het lichaam blijft er alleen waterstof over. Vocht dus en dat is zeer belangrijk als duiven vliegen in warme of hete omstandigheden. In eerste instantie hebben de hersenen vocht nodig. Anders is oriënteren onmogelijk. We moeten daarom alles uit de kast halen en er veel aandacht aan besteden. Ook door de duiven te leren drinken in de mand.

Bijlichten.
Om de zomer te verlengen (naar achteren te verplaatsen) zal je de duiven moeten bijlichten. Ongeveer 4 weken na de langste dag is vroeg genoeg om er mee te beginnen. Je kunt dat doen met de gewone peertjes, maar ook met de juiste daglichtlampen. Deze produceren UV straling. Dat heeft invloed op het hormoonstelsel van de duiven. Met name bij de doffertjes. Die worden daar veel actiever van. Let er dan op dat de lamp de juiste kelvin waarde heeft van om en nabij de 5500-5600. Nog belangrijker is de CRI waarde. Dat is het licht van de zon zeg maar.  Het zonlicht is 100. Een CRI van 98 is zowat het beste wat momenteel op de markt is. Een zeer goede lamp is de Philips Master TL-D90 Graphica 36 watt/950 RA98. Wanneer je op de juiste manier bijlicht, zullen de duiven aanmerkelijk beter presteren. Echter, het activeren van het hormoonstelsel is niet zonder gevaar. Hou daarom exact de juiste dag en nacht ritmes aan met de daarbij de bijbehorende schemerzones.  Ook mag je dit systeem niet langer dan 6 weken doen. Spijker een latje achter de TL buis, zodat het licht van de daglichtlamp niet in de ogen van de duiven kan komen, maar wel op de vloer. Dit om irritatie van het bindvliesweefsel ( natte ogen) te voorkomen.

Stofwisseling.
Als de stofwisseling op volle toeren draait, moet je dus ook veel meer voeren. De duiven verbruiken immers veel meer energie op deze wijze. Het voer moet duidelijk meer energie bevatten en tevens licht verteerbaar zijn. Zeg maar een goede super dieet, super energy of Super Start mengeling is dan geen overbodige luxe. Voer in deze periode gerust 3 tot 4 x op een dag als je de mogelijkheden daarvoor hebt. Na de vlucht zou ik een dierlijk eiwit, zoals ei- of whey eiwit adviseren. We zitten dan immers al midden in het jonge duiven vliegseizoen als de lampen aan gaan. Deze bijproducten zijn zeer snel opneembaar en vormen samen met het licht verteerbare energieke voer voor een snelle en perfecte recuperatie. Allemaal veel succes met de jonge duivenvluchten.

TIPS EN TRUCS VOOR JONGE DUIVEN

Op het moment dat ik dit bericht schrijf, zijn de vluchten voor de oude duiven achter de rug. We hebben de laatste eendaagse fond-vluchten niet meer gespeeld, na het debacle op Sens. Natuurlijk, het had wel gekund met een paar jaarlingen die nog fit waren. Maar daarvoor hebben we niet gekozen. In de voorafgaande  voorbereidingen en vluchten kwamen de duiven al 2 keer de laatste 80 km met veel regen en kou thuis. Het waren alleen maar vluchten met zware omstandigheden. Wij vonden het wel genoeg. Zonde om de duiven kapot te spelen. We hebben immers alleen maar jaarlingen. Het zijn geen papieren vliegtuigjes die je maar in de lucht gooit. Het zijn levende wezens. En als je het gevoel hebt, dat het over is, moet je ze thuis laten. Volgend jaar: nieuwe rondes, nieuwe kansen. Nu zitten we nog midden in het jonge duiven seizoen. De verliezen zijn groot in het algemeen. Op sommige hokken valt het mee. Het is heel verschillend.  De laatste jonge duivenvluchten komen er aan.

Het jonge duivenhok
Enige tijd geleden kreeg ik een mail van een liefhebber uit het zuiden van het land. Het wilde niet lukken. De jonge duiven kwamen na de prijzen thuis. Ik vroeg om foto’s van het hok. Prachtig hok en alles brandschoon. Prachtige nestvakken met gekleurde deurtjes. Je zou er zo thee gaan drinken. Prachtig voor de liefhebber en alle bezoekers. Maar de duiven interesseert dat geen moer. Die moeten zich alleen maar goed voelen op een hok. Mag gerust een oud hok zijn, als er maar veel zuurstof is en geen tocht. Als het er maar gezellig is. Aan weerszijden waren lamellen en de tussendeur open. Tja, dan trekt de wind er door heen en daar kan geen mens en geen dier tegen. Dus bij een jonge duivenhok met een groot open raam en volièregaas ervoor, moet verder alles dicht zijn. Ook moet de nok dicht of een dicht plafond. Zeker op een ondiep hok. Nergens kiertjes of gaatjes waar tocht door kan komen. Een groot raam open voor optimaal zuurstof. Dat werkt heel goed voor jonge duiven.  Dat is het open doos systeem. Boven het raam kun je het beste de spoetnick of een opklapbare klep plaatsen, waar de duiven naar binnen kunnen. Op die manier voorkom je dat er regen in je hok komt. Voor de nacht een raamwerk met windbreekgaas. Die plaats je dan ’s avonds om vliegen in het hok te voorkomen en om de wind af te remmen. De volgende morgen kan dat raamwerk dan weer opgeborgen worden.

De trukendoos
Jonge duiven hebben op dit moment al vaak een vriendinnetje of al eieren. Trainen is er dan niet meer bij. Vaak is het met 10 minuten al wel gedaan. Ik snap dat. Ik heb ook verkering gehad. En de eerste keer, dan is je hoofd helemaal op hol. Maak het dus gezellig in je hok. Dat verbetert de prestaties. Hoe doe je dat? 1. Als je van wijn houdt, ga je wel eens naar de slijterij. Neem daar eens een paar houten wijnkistjes mee. Maak er een ingang in en zet ze op een mooie plaats in het hok. Ja echt, ze willen er allemaal in en dat motiveert. 2. Hang eens een gekleurd schapje op. 3. En doe de overtollige schapjes dicht, dus net zoveel schapjes open als er jongen zijn. Moet je eens opletten wat er gebeurd. 4. Zet eens een stapeltje met een stuk of 5 broedschalen op elkaar midden in het hok. Dan de duivinnen in het hok laten samenkomen op de inkorfdag. Dat wordt vechten om de schalen en dat geeft veel motivatie. Daarna samen inkorven.  5. Zet eens een oude stoel op het hok. Daar willen ze ook allemaal op en onder zitten.  6. Doe de oude duivinnen de dag voor inkorven in het hok van de jonge duiven. Ook samen loslaten.  ’s Avonds de oude duivinnen in het eigen hok terugzetten. Op de dag van inkorven gewoon de eigen duivinnen ’s middags  tonen. 7. Maak een plankje voor een stuk of 5 a 6 schapjes. Dat kunnen ze er mooi over paraderen, vlak voor de buurman langs. 8. De jonge duiven in het hok op inkorfdag een bad geven. Vinden ze prachtig en liggen heerlijk op een vleugeltje. Laat je fantasie de vrije loop. Werkt het, mooi. Werkt het niet, dan heb je het in ieder geval geprobeerd.

Luchtvochtigheid
Als het warm is, moet je de luchtvochtigheid in de gaten houden. Het is handig om dan gebruik te maken met een vochtmeter. Staat die beneden de 60, dan is het zaak om de wanden regelmatig te sproeien. Je kunt ook een paar natte dweilen neerleggen. Rode keeltjes moet je immers niet hebben, want dat gaat altijd ten koste van de prestaties. Staat de meter boven de 80 luchtvochtigheid, wordt het tijd om de vloerverwarming op een lag pitje aan te zetten. Het mooiste is als dat automatisch geschakeld is. Natuurlijk moet het niet warm worden, maar wel net het vochtgehalte te reduceren. Houd dat goed in de gaten.

Verduisterde jonge duiven
Bij het verduisteren van de jongen worden er veel fouten gemaakt. De jongen gaan immers de kleine veertjes ruien. Zo voorkom je dat de pennenrui te vroeg begint en kan de liefhebber doorspelen tot en met de laatste vlucht op voldoende oude pennen. Het verduisteren begint meestal eind maart, als de dagen gaan lengen. Op het moment dat je gaat verduisteren zet je alles bij de duif stil. De algehele ontwikkeling, het  immuunsysteem etc. Daarom hebben verduisterde duiven vaak meer problemen om gezond te blijven. Veel liefhebbers beginnen pas enkele weken voor de opleervluchten met opleren. Dat is een van de redenen dat een hoop verduisterde ruiven wegblijven. Waarom? Ze kennen niks. Moeten alles nog leren. Veel beter is het om te wachten met verduisteren en de duiven eerst de omgeving goed te leren  kennen in het voorjaar. Ook wegbrengen hoort daar bij. Pas daarna de duiven verduisteren. Dan heb je dat probleem opgelost.

Bijgelichte duiven
Als de duiven worden bijgelicht dan is het zaak om voorzichtig te zijn met felle lampen. Voor een optimaal resultaat worden de zogenaamde daglichtlampen gebruikt. Deze lampen bootsen het licht na van de zon en geven ook UV straling af. Dat zijn geen peertjes die in een fitting passen, maar TL buizen met een hoor rendement lichtbak. Het voordeel er van is, dat de doffertjes echt actief worden en meestal daardoor beter presteren. Een optimale vorm komt tussen de 4 en 6 weken na optimale lichtomstandigheden. (nabootsing van de zon). Meestal wordt dat dan vanaf eind juli – begin augustus. De duiven kunnen  die optimale vorm zo´n 4 tot 6 weken vast houden.  De beste UV daglichtlampen zitten tussen 95% en 98% zonlicht.
Het is van groot belang om aan de zijde waar de duiven zitten, een plankje tegen de zolder te plaatsen voor de lamp. Zodanig, dat de duiven niet tegen het licht in kunnen kijken. Soms is het licht dan nog steeds te fel voor de ogen van de duiven. Het resultaat is natte ogen. Daar zit je natuurlijk niet op te wachten. Mijn advies is dan om in dergelijke gevallen een gewone lamp te gebruiken met een fitting. De duiven die worden bijgelicht hebben wel duidelijk meer en energierijker voer nodig. Ze gaan zelfs het al gegooide dek weer aanmaken en ze krijgen vaak weer een vol dekkleed. Alleen de pennen, ja die gaan ze nu geleidelijk ruien.

Vliegjes op het hok
Dit jaar is het hier extreem. Vliegjes op het hok. In de tijd dat ik veel bij wijlen Bertie Camphuis uit Eefde kwam, vertelde Bertus mij een leuke anekdote. Al jaren kwam iemand bij hem jaarlijks enkele duiven halen. Op een gegeven moment zei de man ”Bertus, ik snap er niks van. Ik heb elk jaar zo’n last van kleine vliegjes op het hok van de jonge duiven. En bij jou zie ik nooit een vliegje vliegen. ”Nou zei Bertus, dat zal ik je uitleggen. Ik hang elk jaar rond deze tijd een nieuwe haring in het hok aan een touwtje. En dan heb ik nooit geen last. De man keek geïnteresseerd en ging met zijn duiven naar huis. Het volgende jaar kwam deze liefhebber weer bij Bertus om duiven te halen. Hij vertelde: “Bertus ik snap er niets van. Ik heb nu ook een nieuwe haring in het hok opgehangen. Het hielp totaal niet. En nu heb ik ook nog van die grote bromvliegen in het hok….. Ja, zo was Bertus. Altijd lachen. Ik adviseer elke 6 weken om alle naden en kieren plas, de schapjes en verder alle wanden en zolder in te spuiten met een goed middel dat de vliegen doodt. Dan heb je het hele seizoen echt geen last.

Spelen op de deur
Als de jonge duiven wat ouder worden ontdekken ze dat er twee soorten duiven zijn. Mannetjes en vrouwtjes. En vanaf dat moment wordt het lastig de duiven lang te laten trainen. Een aantal krijgt verkering en er komen een paar op eitjes etc. De belangstelling voor het trainen verdwijnt want de duifjes zijn verliefd. Je kunt de jonge duiven ook scheiden op twee afdelingen die zich naast elkaar bevinden. Dat zorgt ervoor dat de duiven door de week veel beter gaan trainen. Op de inkorfdag gaat de tussendeur open en zijn ze weer samen. De motivatie is dat het weerzien van de geliefden aan de andere kant van de deur, als je daarvoor de mogelijkheden hebt. Maar het is natuurlijk ook weer extra werk, alhoewel, de duivinnetjes kunnen ook met de oude duivinnen trainen.

Anders voeren bij heet weer
We hebben dit jaar heel ander weer dan de laatste 3 jaar. Maar ja, je weet het nooit. Het weer kan zomaar omslaat en op het moment dat u dit artikel leest, kan het zomaar 30 graden zijn. Als dat het geval is, dan is het verstandig het voerplan aan te passen. Duiven eten bij heet weer niet graag erwten, bonen en mais. Mais bevat ongeveer 70% koorhydraten. Deze bestaan vaak uit polysachariden. Polisachariden zijn suikers die lang energie en ook warmte afgeven.  Daarom blijft de mais liggen als het langdurig warm is. Het is dan verstandig om het eerste deel van de week heel weinig mais te geven. Dus een lichte mengeling zonder om met weinig mais. Je kunt de energiewaarde van zo’n voer dan voor de laatste vluchten wat verhogen door een beetje snoepzaad. toe te voegen. Een andere mogelijkheid is om dan tijdens de laatste jonge duivenvluchten Super Dieet , Super Energie of Super Start te voeren. Maar dan wel alleen bij de laatste vluchten voor de zwaarste vluchten. De laatste 2 dagen voor inkorven half Vliegvoer met half Energy voer. Bij zeer zware vluchten kun je het vetgehalte verhogen door de duiven enkele pinda’s per dag te geven. Drie pinda’s is 1 gram vet. Zo komen de duiven niet snel een tekort aan de benodigde energie.

Angst is een slechte raadgever
De laatste vluchten staan weer te beginnen en daarna is het rust op het hok. Veel liefhebbers maken de fout om al vanaf het begin van de week de duiven volop te voeren. Ze moeten immers op 400 of 450 km. Nou, dat kunnen ze prima aan hoor als ze de eerste vluchten goed zijn doorgekomen. Door te vroeg in de week te veel voer te geven of te vetrijk te voeren, zullen de duiven te vroeg klaar zijn voor de vlucht. De topvorm kunnen ze maar ongeveer 2 dagen vasthouden. Daarna gaat de curve weer omlaag. En dan bereik je misschien nog 80% of nog 70% van de mogelijkheden die de duif heeft. Op de vluchtdag moeten ze 100% zijn, niet op vrijdagmiddag. Daar staan geen bekers op. Veel plezier met de laatste loodjes van het seizoen 2021.

DE TWEEDE HELFT VOOR JONGE DUIVEN

De eerste jonge duivenvluchten liggen al weer achter ons en vele duiven zijn al weer weg. Dat is elk jaar opnieuw het geval. Duiven die niet gezond waren en duiven die geen goed kompas hebben, zien we niet meer terug. Niet alle jonge duiven kunnen ook goede postduiven worden. Het is niet de bedoeling dat ze met de post thuisgebracht worden. We zien de verliezen na de eerste twee vluchten vaak duidelijk verminderen. Pochen dat je jonge duiven het zo goed doen is link. Waarom? Omdat de jongen vandaag naar het schijnt de hele wereld aan kunnen en de volgende dag zitten ze als zoutzakken in het hok. Je moet dus ook een beetje geluk hebben met de jongen.

Doe eens gek
De conditie is er meestal wel. Het gaat er vooral om de motivatie op te voeren. Hoe kun je dat doen? Wij hebben wel eens een oude fiets in het jonge duivenhok gezet. Daar kijken ze eerst heel raar, tegenaan, maar op een bepaald moment wil er een duif op het zadel zitten en een duif op het stuur. De anderen willen dat dan natuurlijk ook en zie daar….

Schoenendoos
Je kunt ook een paar oude schoenendozen pakken en daar een opening in maken. Broedschotel er onder en klaar. Of van die kleine houten wijnkistjes… Daar willen ze dan ook allemaal in. Toen ik bij verschillende liefhebbers op bezoek ging, viel mij vaak op, dat er veel te veel schapjes of nestbakjes dan jonge duiven in het hok waren. Als de jonge duiven niet wilden vliegen, vroeg ik waarom. “Ja, er zijn een hoop jongen weg of een aantal opgeruimd” was vaak het antwoord van de liefhebber. … Maar ja, als er een dominant doffertje een ander nestbak of schapje bij wil hebben, gaat die andere duif gewoon ergens anders zitten. Ruimte zat. Zo krijg je geen motivatie.

Motivatie
Maar als je de jongen wilt motiveren, maak dan na een vlucht de nestbakjes dicht van duiven die wegblijven. Stel je hebt nog 30 jonge duiven in het hok. Dan kun je b.v. 29 schapjes en of nestbakjes open hebben staan. Een te weinig. En dat geeft onderlinge strijd en dus motivatie om op tijd thuis te komen. Als de jonge duiven op schapjes zitten, kun je ook een paar schapjes verplaatsen op de dag voor inkorven. Daar willen ze ook allemaal op zitten. Ook dat motiveert om vroeg thuis te komen.

Spelen op de deur
Als de jonge duiven wat ouder worden ontdekken ze dat er twee soorten duiven zijn. Mannetjes en vrouwtjes. En vanaf dat moment wordt het lastig de duiven lang te laten trainen. Een aantal krijgt verkering en er komen een paar op eitjes etc. De belangstelling voor het trainen verdwijnt want de duifjes zijn verliefd. Je kunt de jonge duiven ook scheiden op twee afdelingen die zich naast elkaar bevinden. Dat zorgt ervoor dat de duiven door de week veel beter gaan trainen. Op de inkorfdag gaat de tussendeur open en zijn ze weer samen. De motivatie is dat het weerzien van de geliefden aan de andere kant van de deur, als je daarvoor de mogelijkheden hebt. Maar het is natuurlijk ook weer extra werk, alhoewel, de duivinnetjes kunnen ook met de oude duivinnen trainen.

Heet weer
Als de temperaturen de lucht in gaan,  moeten we de luchtvochtigheid in de gaten houden. Het is zeer belangrijk om dan de wanden te besproeien met water of natte dweilen neer te leggen of een emmer water in een leeg broedhokje te plaatsen. Rode keeltjes moet ten allen tijde voorkomen worden anders is het gedaan met de prestaties. Meten is weten, dus ik zou willen adviseren om een luchtvochtigheidmeter op het hok te plaatsen. Staat de meter tussen de 60 en80, dan hoef je je geen zorgen te maken. Maar in een warme zomer gaat de meter zomaar naar de 40 of lager. Houd dat goed in de gaten.

Zuurstof
Velen menen dat duiven niet tegen warmte kunnen. Ik denk dat ze beter tegen warmte kunnen als wij. Het probleem is meestal te weinig zuurstof. Veel hokken zijn te dicht of hebben een slechte verluchting. Daardoor willen de jongen niet vliegen. En als ze niet willen vliegen, willen ze ook niet of slecht eten en dan is de cirkel niet rond. Ik ben voor jonge duiven daarom een groot voorstander van “het open doos systeem”. Wat houdt dat in? Dat is een hok waarvan de nok dicht is of waarvan de schuiven helemaal dicht zijn. Aan de voorkant een open raam die minstens 1/3 deel is van de vloeroppervlakte. In het raam geen glas maar volièregaas. De lucht kan dan alleen door het raam naar binnen en gaat er daar ook weer uit. Zo heb je altijd een fris en zuurstofrijk hok. Zorg dat alles goed is afgesloten en dat de binnenkomende lucht alleen weer via het raam naar buiten kan. Simpel en zeer effectief. Boven het raam een spoetnick of een opklapbare klep, waar de duiven naar binnen kunnen, om regen in het hok te kunnen voorkomen. Voor de nacht een raamwerk met windbreekgaas. Die plaats je dan ’s avonds om vliegen in het hok te voorkomen en om de wind af te remmen. De volgende morgen kan dat raamwerk dan weer opgeborgen worden.

Automatische verluchting
Heb je ook nog automatische verluchting in het jonge duiven hok, dan kun je die op stand 1 zetten. De schuiven kunnen dan open omdat de nok dicht is en de lucht kan zodoende nooit via de nok naar binnen vallen. De lucht gaat er via de “schoorsteen” uit. Zo heb je zelfs bij windstil weer een goede verluchting. Zeker aan te raden als je hok wat ingebouwd staat.  Pas wel op dat je de verluchting niet te hard zet, want dan kan het koud worden in het hok en is het gedaan met prestaties.

Voedingsfouten
Als de jonge duiven super gaan trainen op woensdag en donderdag, dan ben je misschien blij. Het kan echter ook zo zijn, dat ze dan daarna slechter gaan eten en teruglopen en bij het inkorven zijn ze eigenlijk al over de top. Met alle gevolgen van dien zoals te laat in de klok, vermoeidheid en scherpe duiven als het zwaar was. Dat kunnen we scharen onder voedingsfouten. Het zijn niet uw duiven die het niet aan kunnen, het is de liefhebber, die bang was dat de duiven voor de komende vlucht en die te veel voer en of bijproducten gaf.

Anders voeren bij heet weer
We hebben al flink wat heet weer gehad en je weet nooit van te voren hoe het er volgende week uit gaat zien. Mocht het weer bloedheet worden, dan is het verstandig het voerplan aan te passen. Duiven eten bij heet weer niet graag erwten, bonen en mais. Mais bevat ongeveer 70% koorhydraten. Deze bestaan vaak uit vele duizenden soorten polysachariden, die niet alleen energie geven, maar ook warmte. Wij trekken bij 30 graden ook geen jas aan en dat doen de duiven ook niet graag. Daarom blijft de mais liggen. Als het langdurig heet weer is, is het verstandig over te gaan op een “heet weer schema”. Wat houdt dat in? Dat is een voerschema, waarbij je een voer geeft met heel weinig mais, zoals b.v. Zuivering, Recup of Start. De laatste 2 dagen voor inkorven half Vliegvoer met half Energy voer. Bij zware vluchten kun je het vetgehalte verhogen door de duiven enkele pinda’s per dag te geven. Drie pinda’s is 1 gram vet. Zo komen de duiven niet snel een tekort aan de benodigde energie.

Voorzichtig met bijproducten
De vluchten voor jonge duiven zijn vaak wat korter dan die van de oude duiven. Het is daarom verstandig met beleid om te gaan met dierlijke eiwitten en olie over het voer. Daardoor kan ammoniakvorming ontstaat met alle gevolgen van dien. Dan wordt het borstvlees blauw van kleur. Te veel van het goede, te veel duiven op het hok zodat er te weinig zuurstof is… geeft ook hetzelfde resultaat. Elektrolyten zijn bij heet weer natuurlijk wel welkom en ook goede natuurlijke producten die de gezondheid kunnen verbeteren. Te denken valt aan b.v. pro en pre-biotica, producten die de pH waarde verlagen.

Waarom gerst of paddy?
In een goed jonge duivenvoer zien we graag een aardig aandeel gerst of paddy. Is dat nodig vragen velen zich af. Gerst en paddy zijn beide licht verteerbaar en de darm moet altijd goed in werking zijn. We noemen dat de darmperistaltiek. Vooral voor jonge duiven is dat belangrijk. Zo blijft de darm actief en is de kans op darmziektes een stuk kleiner. Ook worden de voedingsstoffen die in het voer zitten daardoor veel beter opgenomen. Je verlaagt dus hiermee de voersnelheid. Dat voorkomt dat er eiwitten te snel door de darm gaan. Eiwit wat niet wordt benut, wordt opgegeten door “mee-eters”. Dat zijn de pathogenen en dat willen we toch voorkomen?  Als je elke dag maar oud brood en voedingsresten buiten de deur gooit, krijg je ook muizen en ratten die dat opruimen. Zo moet je het maar ongeveer zien.

Darmwerking
Hoe werkt dan de darm van de duiven? Met een goede darm peristaltiek bedoel ik de werking van de darm. Een darm is eigenlijk een soort flexibele buis met kleine gaatjes. Als die buis gevuld in het een vloeistof en ik knijp in die buis, dan komt het vocht uit die gaatjes naar buiten. Doe ik dat 10 keer per minuut, dan komt er veel meer uit dan wanneer ik dat maar 3 keer per minuut doe. Zo wekt ook de darm. Een goede darmwerking geeft veel meer goede voedingsstoffen af aan het bloed. ( door die minuscule gaatjes dus).

De inkorfdag: Boarding Mix
Het is een mythe, een overlevering van vader op zoon,  dat je op de inkorfdag paddy of zilvervliesrijst moet geven bij warm weer. Paddy heeft 10% vezels. Die moeten verteerd worden. Ook zilvervliesrijst heeft al 6,5% vezels. Dat kost vocht vanuit het systeem van de duif. We willen echter precies het omgekeerde als het warm weer is. Daarvoor heb ik juist de Boarding Mix met heel veel gepolijste rondrijst ontwikkeld. De rondrijst bevat slechts 0,6% vezels en neemt veel vocht op. Dat is voor jonge duiven heel erg belangrijk. Je kunt natuurlijk ook zelf rijst aan je energiemengeling toevoegen. Het liefst sushirijst of pap kokende witte rijst Ongeveer 3 tot 4 delen energievoer + 1 deel rijst. Elektrolyten zijn ook goede vocht vast houders. Ze bevatten minerale zouten en meestal ook suikers. Bij warm weer zou ik willen adviseren twee dagen voor inkorven elektrolyten te verstrekken in het drinkwater of over het voer. Het kan ook nog op de inkorfdag ( in het drinkwater). Neem dan de drinkbak een uur na het voeren weg en vul die met gewoon water. Van die suikers kunnen duiven n.l. dorst krijgen en zo kunnen ze nog weer gewoon water opnemen.
Veel succes met de laatste loodjes.

DE LAATSTE LOODJES 
We zitten al weer midden in het vliegseizoen voor de jonge duiven. Een paar weken nog en dan de eindvlucht. De verliezen zijn hier en daar weer groot geweest. Toch zijn er ook veel liefhebbers die weinig duiven verspelen. Ze worden goed gevoerd en goed getraind. Vooral dat laatste is bijzonder belangrijk. Daarnaast moeten we ze goed in de gaten houden, want gezondheid is van het allergrootste belang.

Als je hoort wat allemaal aan jonge duiven gegeven wordt dan schrik je. Zelfs op de kortste afstanden wordt de hele kast opengetrokken met allerhande bijproducten en soms ook medicamenten. Dat moet allemaal door dat kleine lichaam en lever worden gezuiverd en opgeruimd. Veel liefhebbers zijn bang, dat de duiven wat tekort komen en dan wordt er vaak te veel en te eiwitrijk gevoerd. Daardoor ontstaat ammoniakvorming met alle gevolgen van dien. Het borstvlees wordt zo inderdaad blauw. Te veel van het goede, te veel duiven op het hok zodat er te weinig zuurstof is… Dat geeft ook hetzelfde resultaat.

Voedingsfouten
Als de jonge duiven super gaan trainen op woensdag en donderdag, dan ben je misschien blij. Het kan echter ook zo zijn, dat ze dan daarna slechter gaan eten en teruglopen en bij het inkorven zijn ze eigenlijk al over de top. Met alle gevolgen van dien zoals te laat in de klok, vermoeidheid en scherpe duiven als het zwaar was. Dat kunnen we scharen onder voedingsfouten. Het zijn niet uw duiven die het niet aan kunnen, het is de liefhebber, die bang was dat de duiven voor de komende vlucht en die te veel voer en of bijproducten gaf.

Vluchten tot 400 km
Een veel beter idee is het om de bijproducten te minimaliseren tijdens die korte vluchten.  Soms wat heelaarde (gebakken leem) en veenconcentraat is wel aan te bevelen, gezien de opruimende werking van giftige stoffen. Dat zijn dus eigenlijk geen voedingsmiddelen, maar mineralen die ook giftige stoffen binden.. Voer niet te veel in de eerste helft van de week. ´s Avonds tot 1 op de 10 duiven heeft gedronken. Het voer kan een goede vliegmengeling zijn voor jonge duiven. Maar als je die niet hebt kun je ook 1 deel Zuiveringachtige mengeling geven met 2 delen Vliegvoer en 1 deel energievoer zoals Super Energy, Super Dieet of Turbo Energy.  We gaan dan uit van gemiddelde waardes. Zuivering:4% vet, Vliegvoer 7½ % en 12 tot 13% bij de energiemengeling. Dan krijgen we dus 1 x 4 + 2 x 7½ + 1 x 13 = 32 : 4 = 8% vet. Dan kan de duif hier dus iets meer dan 5 uur op vliegen + 1 uur op koolhydraten = 6 uur. . Voor de meeste vluchten tot 400 km ruim voldoende om thuis te kunnen komen. Wil je een advies? Geef dan gerust de mengelingen aan me door en ik zal je een goed advies geven met de mengelingen die je thuis al hebt staan. willemmulder@xs4all.nl.

De kilometervreters
Natuurlijk dient er volop gevoerd te worden bij de liefhebber die de duiven dagelijks africht. Ook het voer moet hierop afgestemd worden. In dit geval dient er meer goed benutbaar eiwit in te zitten en meer vetten. We kunnen dat uitgaan van ongeveer 1 deel zuivering, 4 delen vliegvoer en 3 delen energievoer. Dan komen we op een gemiddelde van rond de 10% vet. Dit mengsel kan ook de gehele week worden gegeven. Je ziet dan meestal wel, dan de duiven rond het huis wat minder gaan trainen. Dat komt door een lager koolhydraat gehalte. De duiven zullen dagelijks ook duidelijk meer gaan eten omdat ze vaak worden weggebracht.

Trainen de duiven te weinig bij het hok?
Dan kan de oorzaak gemakkelijk liggen in het feit, dat de jonge duiven al vriendinnetjes hebben gevonden en een nestje met eventueel al eitjes hebben. De oplossing is dan de eitjes weg te doen en de jonge doffers te scheiden van de duivinnen. We noemen dat spelen op de deur. Zo kunnen we op de inkorfdag de scheiding een aantal uren opheffen. Maar normaal gesproken zitten beide sexes apart. Het trainen zal dan weer verbeteren. Voor betere training rond het huis dient het koolhydraatgehalte verhoogd te worden. Bijvoorbeeld: 2 delen Zuivering, 2 delen Vlieg en 1 deel vetrijke energie mengeling.  Als de afstanden groter worden, moeten we de mengeling natuurlijk weer aanpassen. Zoals u ziet kun je met de mengelingen “spelen” om de juiste balans te krijgen.

Voersysteem
Natuurlijk kunnen we ook een voersysteem aan de jonge duiven geven. De tijd dat vliegmengelingen 30% peulvruchten of meer bevatten zijn echt uit de tijd ( mag ik hopen). Dus van lichtvoer naar zwaar is niet meer aan de orde. Daardoor zou het verteringssysteem het zwaar kunnen krijgen en als de jonge duiven toch al tegen E/colie aan zitten…Dan  kan dat de druppel zijn. Maar zoals gezegd, neem niet zulke zware vliegmengelingen in huis voor jonge duiven. We kunnen na de vluchten met een zuiveringachtige mengeling beginnen.( of ½ Zuivering + ½ Energiemengeling) Bijvoorbeeld 2 dagen lang. Een of twee dagen half zuivering half vlieg, een dagje alleen vlieg en dan de laatste 2 dagen voor inkorving energievoer bij 1 nacht mand. Van het ene lichtverteerbare voer naar het andere is geen enkel probleem voor de jongen!

Waarom gerst of paddy?
Natuurlijk zijn er vele andere methodes met b.v. ´s morgens 5 gram snoepzaad per duif geven en ´s avonds een Jonge Duiven Vliegmengeling met een klein deel gerst of paddy. Waarom toch steeds weer die zuivering, gerst of paddy in het voer? Gerst is licht verteerbaar en de darm van de duif moet altijd goed in werking zijn. We noemen dat de darmperistaltiek. Vooral voor jonge duiven is dat belangrijk. Zo blijft de darm actief en is de kans op darmziektes een stuk kleiner.

Bouwstoffen
Naast voldoende vezels hebben de ook voldoende bouwstoffen nodig. Bouwstoffen zijn altijd de eiwitten. Die zorgen voor spierherstel en spieropbouw. Na een pittige vlucht kun je dus niet 4 dagen alleen zuivering of super dieet gaan geven. De duiven hebben dan een combinatie van licht en zwaar verteerbaar eiwit nodig. Je ziet ze dan ook weer snel rond worden. Blijven de duiven slap aanvoelen, dan is er een eiwit tekort of er zijn parasieten die graag eiwitten lusten. Opletten dus!!

Kleine aanpassingen.
Als de vluchten nog heel kort zijn of heel gemakkelijk verlopen, dat kun je wat zuivering of gerst  toevoegen in de eerste helft van de week. Daarmee zet je de rem er een beetje op. Worden de vluchten pittiger, dan kun je ze een paar pindatjes geven of een beetje snoepzaad aan het einde van de week. Hou het simpel. Je moet snappen wat je aan het doen bent. Volg niet blind een voersysteem omdat het zo op papier staat. Concentreer je dus vooral op wat je ziet bij je eigen duiven en reageer erop.

Bijlichten
Ik ga het nu niet over verduisteren hebben, want dat ligt al achter ons. Ook niet over bijlichten, want dat is een heel complex verhaal en we zijn al te ver in het seizoen om daar nu nog aan te beginnen. De duiven die worden bijgelicht hebben wel duidelijk meer voer nodig. Ze gaan zelfs het al gegooide dek weer aanmaken en ze krijgen weer een volle vleugel. Alleen de pennen, ja die gaan ze nu geleidelijk ruien. Een optimale vorm komt tussen de 4 en 6 weken na optimale lichtomstandigheden. Dat wordt dan vanaf eind juli / begin augustus. Dat kunnen de duiven zo´n 4 tot 6 weken vast houden.

Zware en warme vluchten
Heet weer en hoge drukgebieden maken de duiven op de vlucht erg dorstig. Door het voer vetrijker te maken, b.v. met een energy mengeling, pinda’s of snoepzaad, voeg je tijdens de vertering vocht toe aan het lichaam. Dat komt omdat vet bestaat uit koolstof-, waterstof- en zuurstofatomen. Na verbranding blijft alleen waterstof over. Een vetrijke mengeling voegt dus vocht toe aan het lichaam. Vocht is voor de duif het koelsysteem. Als er geen vocht meer is… als er geen water meer in de radiator van de auto zit? Dan gaat het mis. Dan moet er eerst bijgevuld worden. Dat moeten we dus voorkomen.

U kunt ook op de inkorfdag witte rijst geven. Dat houdt vocht vast. Geen paddy, want paddy bevat ongeveer 10% vezels. Dat neemt geen vocht op maar het kost juist vocht om die vezels te kunnen verteren. Ook geen zilvervliesrijst want ook daar hebben we al 6,5% vezels. Het beste is papkokende rijst of gebroken rijst. Elektrolyten zijn ook goede vocht vasthouders. Ze bevatten minerale zouten en meestal ook suikers. Bij warm weer zou ik willen adviseren twee dagen voor inkorven elektrolyten te verstrekken in het drinkwater of over het voer. Het kan ook nog op de inkorfdag ( in het drinkwater). Neem dan de drinkbak een uur na het voeren weg en vul die met gewoon water. Van die suikers kunnen duiven n.l. dorst krijgen en zo kunnen ze nog weer gewoon water opnemen.

De laatste vlucht
De laatste NPO vlucht wordt door velen gezien alt de ultieme vlucht voor de jonge duiven. Tegenwoordig is dat niet meer de massale Orleans, maar is de vlucht in 4 sectoren verdeeld. Wat we wel gezamenlijk hebben is 2 nachten mand. Voer daarom de laatste dag voor inkorven niet volop, maar gewoon. Op de inkorfdag moeten de duiven ook nog goed willen eten. Drie uur voor inkorven kunnen we nog wat snoepzaad geven, zodat de duiven nog even wat gaan drinken. Doe daar wat rijst bij, dan wordt het koelsysteem beter gevuld. Zorg er ook voor dat de duiven gezond zijn. Met name het geel en de luchtwegen moeten 100% schoon zijn. Je kunt de duif met de borst tegen je oor houden. Hoor je dan een krassend geluid? Niet inkorven, want de onderste luchtwegen zijn niet schoon. Kijk dus ruim voor de laatste vlucht na of de ogen droog zijn, of er vocht onder de neusdoppen zit etc. Een goede methode is de duif horizontaal houden. Dat een oogdruppel op het oog laten vallen. Is die niet binnen 3 seconden weg, dan zijn de bovenste luchtwegen niet schoon. Als dat helemaal in orde is, dan is de druppel al weg voordat je het in de gaten hebt. Wacht daar dus niet mee tot de laatste dag voor inkorven. Dan kun je niet veel meer doen. Maar kijk daar ruim voortijd naar, zodat je kunt ingrijpen als dat nodig is.

HEBBEN JONGE DUIVENVLUCHTEN NOG TOEKOMST?

Het is elk jaar weer hetzelfde liedje. De jonge duiven vluchten zijn nog niet begonnen of een flink deel van de jongen zijn al weg. Het is een goede zaak, dat de Nationale organisatie (NPO)  de nodige aandacht besteed aan het opleren en dus het voorbereiden van de jonge duiven op het komende vliegseizoen. Hoeveel liefhebbers zullen er met die adviezen aan de slag gaan? Hoe lang zal de politiek nog toekijken naar al die verliezen zonder hard in te grijpen? Waar wachten we nog op? Tot we onze sport niet meer mogen bedrijven? Wanneer worden we wakker?

In Nederland zijn op het moment de eerste trainingsvluchten begonnen. Met angst en beven wordt de seizoenstart van de Jonge Duiven vluchten tegemoet gezien. Vele malen ben ik al gevraagd om te reageren op verhalen in de duivenkranten. Het zou elk jaar slechter worden met de jonge duiven. In Nederland, België, Duitsland… overal hetzelfde beeld. Elk jaar zouden er meer verliezen te melden zijn. Vroeger was alles beter… Hoe kunnen we het tij keren?

Tja, wat moet ik daarop antwoorden? Voor degenen die getroffen werden door sterke verliezen tijdens de trainingen, het opleren of de jonge duivenvluchten is het natuurlijk bijzonder triest. Daarvoor heb je ze niet gekweekt”, en dat begrijp ik heel erg goed. Het is dan moeilijk om dan gemotiveerd te blijven.

NPO
In Nederland hebben we de Nederlandse Postduivenhouders Organisatie, die het beleid bepaald. Er zouden zo’n 20% specialisten en 80% liefhebbers die hopen dat ze een mooie ploeg jonge duiven kunnen aansluiten aan het team dat het volgende jaar om de prijzen zal spelen. Dat lees ik onder andere in de  NPO nieuwsbrief. Men speelt met de gedachte om voor die 20% vluchten te organiseren en voor de 80% alleen opleervluchten. Maar dan wel als het weer en de omstandigheden het toelaten. Vooral niet opleren bij oosten wind of zuidoosten wind enzovoort. Ik snap dat. Klinkt  misschien allemaal wel logisch. De vraag is of liefhebbers dan mee gaan doen. Als er niets te winnen valt…. Als er geen eer te behalen is… want oh, oh, oh… wat zijn we eergevoelig. We hebben in vele afdelingen de africhtingsvluchten en toch doen daar over het algemeen veel te weinig liefhebbers aan mee. Ik ben dus bang dat het overgrote deel van de liefhebbers niet meedoet als ze niets kunnen winnen en er geen eer te behalen is.

Voor mij is het allemaal veel te vrijblijvend. Hoe gaat het ook al weer bij de Olympische spelen? Hoe gaat het bij het wereldkampioenschap voetballen? Zelfs bij de amateurclubs? Wanneer mag je daaraan meedoen? Juist. Alleen al je je hebt geselecteerd en bij de amateurs als je goed hebt getraind. Ik zou dat systeem willen invoeren bij de jonge duiven vluchten. Eerst een aantal verplichte trainingsvluchten. Als we bijvoorbeeld afspreken dat er 6 tot 8 invlieg vluchten worden georganiseerd in juli en juli. De jonge duiven moeten minstens aan 4 of 5 vluchten hebben meegedaan. Pas dan mag men meedoen met de Jonge Duiven wedstrijden in Augustus. We beginnen met rayon vluchten op korte afstand en lossen alleen als dat echt ook kan en met een gunstige wind. Zonder enige druk, zonder uitslag in groot verband, alleen in verenigingsverband wat mij betreft. Geen enkele reden om daarmee te pronken of om ze te delen op facebook, want ze tellen nergens voor. Later verdere afstanden met zwaardere omstandigheden. Dat kan gelden als bewijs dat je hebt meegedaan aan de Invlieg vluchten.

Selectie
Het grote voordeel is, dat alle duiven in ieder geval een aantal invliegvluchten hebben gehad, zonder dat er druk op staat. En dat scheelt een hoop stress, zowel voor de liefhebbers als voor de duiven. Daarna komen de Jonge Duiven vluchten voor wie zich hiervoor hebben “geselecteerd”. Ik garandeer dat dit een stuk beter gaat verlopen dan we dat tot nu toe kennen. Natuurlijk zullen we tijdens de invlieg vluchten ook duiven verspelen, maar dat is vooral natuurlijke selectie. Niet alle duiven worden echte postduiven. Ook zieke duiven zullen afvallen.  Dat is in de natuur ook zo.

Maar dat is niet alles
Het is ook van groot belang, dat we naar onszelf kijken. We moeten de hokken niet volstoppen met jonge duiven, waardoor ze geen eigen plek hebben en te weinig zuurstof.  We dienen de duiven goed voor te bereiden voor de vluchten. Waarom lukte het vroeger wel beter en waarom nu niet meer? Wat is er veranderd?
Een aantal veranderingen op een rijtje:
1. Vanaf 1980 tot ± 1995 werd bij toeval ontdekt dat een druppel  DEXAMETHASON (dECADRON)  in de waterpan het ruiproces stopte.  Verduisteren was daardoor niet nodig.  Sinds 1995 is dat verboden en moeten we de duiven verduisteren, wat de algehele weerstand niet ten goede komt.
2. De omgevingsveranderingen, zoals de enorme ontwikkelingen in de technologie. Denk aan de uitbreidingen van satellieten, mobiele G5 telefonie, vele malen meer hoogfrequente stralingen die zich in de lucht bevinden. De vraag is of dat invloed heeft en die vraag is nog niet beantwoord.
3. De populatie roofvogels is sinds 1980 enorm toegenomen, met alle gevolgen van dien. Ik hoef dat verder niet uit te leggen.
4. Door laag frequente stralingen van  elektriciteitsmasten, die steeds meer elektriciteit “vervoeren”, raken jonge duiven gedesoriënteerd. Vooral bij de eerste kennismakingen.
5. Door zonuitbarstingen ontstaan enorm veel  elektromagnetische  stralingen die zelfs communicatiesystemen geheel plat kunnen leggen.
6. De natuur is aan het veranderen. Meer overstromingen, hitte en koude.
7. Fouten die gemaakt worden bij het verduisteren en bijlichten.
8. Enorm veel opleren om te kunnen scoren. Vroeger ging het vooral om het leerproces.
9. Verbeterde voeding, te goed misschien tijdens de voorbereidingen.  Daardoor kunnen de overmoedige duiven ook te ver van de basis terechtkomen.
10. Veel meer jonge duiven in hetzelfde hok. Ieder dier heeft zuurstof nodig en een tekort aan zuurstof  en een overschot aan stikstof is funest voor de prestaties en gezondheid.
11. Het kweken uit aangekochte wegvliegers  via het internet. Uit wegvliegers. Want uit wegvliegers kweek je meestal alleen maar wegvliegers. Je doet die niet weg, want die duif heeft  veel geld gekost… Vroeger kweekten we alleen uit onze topkwekers en topvliegers.

De duiven zullen zich moeten aanpassen aan de veranderde omstandigheden. Het is onzin te beweren dat duiven kunnen vliegen als 40 jaar geleden. Kijk niet te veel naar het verleden, want dan sta je met de rug naar de toekomst. Daarom ben ik voorstander van een veel rustiger start van het Jonge Duiven seizoen. Niet meteen vol de druk er op. We zien dat ook bij onze overnacht vliegers. Zij doen ook hun jongen mee met de vluchten, maar alleen om te leren. Verder niets. Het gaat om thuiskomen.

Wat kan ik zelf doen?
Wij kunnen de wereld niet in ons eentje veranderen. Dus moeten we kijken: wat kan ik wel doen om het tij te keren. Alleen maar kweken uit de beste kweek en vliegduiven, die van zichzelf super gezond kunnen blijven. Want uit veel “internet duiven” met mooie papieren kweken we meestal een hoop jongen die wegvliegers worden. Daarom is het veel beter deze zogenaamde “kwekers” op te ruimen. Beter twee “papieren duiven” opgeruimd, dan vele jongen eruit verliezen. Hoe wil je dat uitleggen aan natuurbeschermers? Wel eens over nagedacht?

Veenconcentraat en Heelaarde
We kunnen producten aanschaffen die giftige toxines en schimmels zo veel mogelijk meenemen in de mest, om zo de lever minder te belasten. Lichaamsvreemde stoffen worden immers door de dunne  darm verwerkt en in de bloedbaan naar de lever gebracht. Te denken valt aan Limburgse leem, heelaarde, veen of “moorconcentraat” of andere koolstof producten met een dergelijke werking. Prima! De structuur daarvan is dusdanig, dat het vele toxines meeneemt naar de dikke darm die het weer uitscheidt. Maar doe dat niet dagelijks, want dan is de kans groot, dat het ook de vitamines en andere waardevolle stoffen meeneemt in de mest.

DETOX
Een ander goede mogelijkheid is een week voor de Jonge Duiven vluchten en ook voor de invliegvluchten de lever van de jongen te ontgiften. Dat kan middels de Detox mengeling die een zeer hoog percentage Mariadistelzaad bevat. Een klein beetje Mariadistelzaad in de mengeling is echt onzin. Dat is puur voor de show. Het moet echt een flink percentage zijn. Ik heb dat uitgezocht van wetenschappers en exact het juiste percentage voor duiven toegevoegd aan het voer. De werkzame stoffen die de lever ontgift is samengevat in een groep die zich Silymarine noemt. Binnen deze groep is Sylibine  de beste werkzame stof. Bij wetenschappelijk onderzoek voor mensen kom je op waardes van 300 mg tot 600 mg silymarine per dag. Het is afhankelijk van de ziekte waarvoor het wordt gebruikt. Zo kan men de werkzame stof (silymarine) gebruiken om de lever te beschermen tegen schade door chemicaliën, medicijnen vergiftigingen, ontstekingen in de lever, leverziekte, levercirrose en chronische hepatitis.

Antioxidant
De werkzame stof silymarine uit de Mariadistelzaad vergroot de hoeveelheid Glutathion met wel  50%. Glutathion is het krachtigste antioxidant van ons lichaam. Bovendien verhoogt silymarine het niveau van Superoxidedismutase (SOD) in de rode bloedcellen en de lymfocyten. SOD maakt ook vrije radicalen onschadelijk aldus het wetenschappelijk onderzoek.

Tot slot
Zo kun je zelf ook veel doen aan de gezondheid van je duiven. Kijk als eerste naar jezelf. Wat kan ik, trainer van mijn team duiven, doen voor de gezondheid van mijn duiven?  Laten we hopen dat er in de toekomst goede beslissingen worden genomen om de verliezen zo veel mogelijk te beperken. Veel succes.