De-Duivencoach.nl
Nico van Veen

Columns 2010

December 2010

Jitze Hooijsma  - Joure
De afgelopen tijd werd ik opvallend vaak benaderd door beginners in de duivensport. Daar beleef ik erg veel plezier aan. Niet in de laatste plaats omdat deze mensen vaak helemaal bij nul moeten beginnen en daarom meestal meer openstaan voor adviezen dan liefhebbers die al enige tijd bezig zijn. Het komt geregeld voor dat deze beginners soms nog niet eens een hok hebben staan, maar al wel duiven hebben in een paar kisten, konijnenhokken of andere alternatieve behuizingen. Het zoeken naar een geschikt hok, duiven en inventaris is voor een beginner niet eenvoudig. Ik vind het een zeer dankbare klus om hen daarbij te adviseren. Als leek betaal je immers dikwijls al snel te veel voor wat er aangeboden wordt. Aangezien er doorlopend liefhebbers met de duivensport stoppen is er gelukkig wel wat keus. Als je echter zelf nauwelijks verschil tussen een doffer of duivin ziet en geen idee hebt van de waarde van een postduif, is de kans dat je de spreekwoordelijke kat in de zak koopt, of achteraf blijkt je veel te veel hebt betaald echter zeer groot. Zo iemand te helpen om met zo min mogelijk kosten een start te maken met zo min mogelijk kans op teleurstellingen is één van mijn doelstellingen als de-duivencoach.nl.

Eén van de nieuwe duivenliefhebbers die het afgelopen jaar is gestart is Jitze Hooijsma uit Joure. Jitze is een groot dierenliefhebber, en heeft gedurende zijn 46 jarige leven altijd wel dieren gehad zoals onder andere een paard, honden, katten, konijnen, kippen, dwerghamsters en sierduiven. Een beginnende interesse in postduiven ontstond rond zijn veertiende jaar nadat hij van een postduivenliefhebber uit Lemmer een postduif kreeg. Deze liefde werd echter door zijn moeder in de kiem gesmoord. Een paar sierduiven waren toegestaan, maar in geen geval postduiven. Nu hij de veertig is gepasseerd is de sluimerende liefde voor postduiven dankzij zijn vriendin en levenspartner Allissa weer ontloken.

Ook Jitze heeft ervaren dat het niet gemakkelijk is om als leek je weg te vinden in het doolhof van aanbiedingen van duivenhokken en duiven. Allereerst werd er via Marktplaats een duivenhok gevonden. Dat ging nog redelijk gemakkelijk. Maar daarna moest het hok vanuit Noord Holland overgebracht worden naar het Friese Joure. Dat was al een stuk ingewikkelder en nam meer tijd in beslag dan Jitze had gedacht. Het hok stond namelijk tussen de huizen in en moest over een garage of een huis heen getild worden. Mede dankzij de hulp van twee hulpvaardige zwagers is dit hok uiteindelijk op z’n plaats gekomen. Gedurende de voorbereidingen om het duivenhok in Joure te krijgen kon Jitze een groot deel van de collectie vliegduiven van een meerdaagse fondspeler uit Limburg overnemen. In die periode nam hij met mij contact op en heb ik samen met hem een plan voor het komende jaar opgesteld. Daarna zijn de aangeschafte duiven geselecteerd en op papier gekoppeld.

Gezien de afstamming van de duiven zullen er hoogstwaarschijnlijk niet op korte termijn grote successen worden geoogst, maar Jitze geeft aan dat hij al heel tevreden zal zijn wanneer hij in 2013 aan een paar overnachtvluchten kan deelnemen en zich op de uitslag kan plaatsen. De eerste twee jaar beschouwt hij vooral als tijd die hij nodig heeft om de basisvaardigheden van het postduiven houden (verzorging, kweken, training) onder de knie te krijgen. Als hij er daarnaast in slaagt om af en toe een paar keer een duif op tijd thuis te krijgen is hij al dik tevreden. Dit zijn mijn inziens realistische verwachtingen. Iemand die er op deze manier insteekt zal ook niet al te snel teleurgesteld worden. Velen beginnen immers met te hoge verwachtingen aan de duivensport en haken na korte tijd helaas al weer teleurgesteld af. Ik hoop dat Jitze echter nog lang veel plezier aan de duivensport zal beleven. Op mijn steun kan hij rekenen!

A. Th. (Janus) Kop - Houten
Tijdens mijn hokbezoeken is de toekomst van de duivensport dikwijls onderwerp van gesprek. Vooral van de oudere liefhebbers die soms 50 of meer jaren duiven hebben krijg ik dikwijls te horen dat de duivensport ten dode is opgeschreven.

Een van die oudere liefhebbers met wie ik over dit onderwerp sprak is Janus Kop uit Houten. Janus is een ruim 70 jarige liefhebber. Hij timmert al jaren aan de weg en heeft ook veel succes gekend, regionaal maar ook landelijk. Hoorde ik in de beginjaren 80 zijn naam al met ontzag uitspreken toen ik zelf woonachtig was in Wijk bij Duurstede, ook in dit decennium blaast hij nog steeds een leuk deuntje mee. Wat denken van een 2e plaats bij de nationale hokkampioenschappen meerdaagse fond (2002). En in 2009 in CCG 13 was Janus 4e onaangewezen en 3e aangewezen kampioen meerdaagse fond en had hij met zijn de 06-1977763 ook de 1e duifkampioen.

Janus kan het zelf dus nog steeds aardig bijhouden, maar toch is ook hij niet positief over de toekomst van de duivensport. Hij doelt dan op zaken die met mentaliteit te maken hebben. Afgunst, geen bereidheid om anderen te helpen, gesjoemel met stamkaarten, er niet vooruit komen van wie je de duiven hebt waar je goed mee speelt als dit commercieel niet uitkomt, enz. In de jaren zestig en zeventig heerste er volgens hem een andere mentaliteit. Men was vaak blij als een clubgenoot een vroege prijs pakte in afdeling of nationaal. Iedereen genoot mee van dit succes.  Dit soort elementen zie je nog wel in de gebieden waar de duivenport nog bloeit en misschien mede daardoor bloeit de duivensport daar nog.

Toch zie ik ook veel voordelen van de huidige tijd ten opzichte van vroeger. Zo denk ik zelf dat door de komst van internet de duivensport vooral gemakkelijker en toegankelijker is geworden. De informatie ligt immers voor het oprapen middels forums, columns, etc. Je bent niet meer afhankelijk van alleen duivenkrantjes en duivenboeken om basiskennis op te doen. Voor wat betreft duiven aanschaffen hoef je stad en land niet meer af te reizen en verkoopprogramma’s op te vragen. Vele liefhebbers hebben een website, op die sites en op veilingsites staan de stambomen van goede duiven meestal volledig afgedrukt. Op Compuclub en een website als Pigeonvillage.nl kun je van de meeste liefhebbers achterhalen wat hun beste duiven zijn. Al met al heel wat gemakkelijker dan vroeger. Toen had je alleen de uitslagen uit je eigen regio en dat er elders mensen waren die met dezelfde soort als jij zelf goed presteerden, daar kwam je soms toevallig achter, bijvoorbeeld door een opvanger. Daardoor ontstonden overigens ook hele mooie contacten.

Maar goed, voor mensen als Janus en zijn generatie is het bovenstaande misschien allemaal niet meer bij te benen om van deze voordelen nog gebruik te kunnen maken. Daarom is het des te mooier dat velen van hen nog steeds mee kunnen komen, ondanks dat de computer voor hen vele geheimen herbergt.

Gert Cirkel - Nieuwegein
Op 31 januari van dit jaar schreef ik een stukje over een karaktereigenschap die veel succesvolle duivenliefhebbers bezitten, namelijk het vermogen om in kansen te denken. Kansdenkers zijn mijn inziens mensen die beseffen dat de wereld vol kansen zit en dat het benutten van deze kansen bij hun eigen denken begint. Deze mensen zijn er voortdurend op uit om van anderen te leren. Zij zoeken naar voorbeelden van mensen die geslaagd zijn en stellen hen de juiste vragen. Kansdenkers vragen zich bij elke situatie/gebeurtenis/tegenslag af; “Wat kan ik hiervan leren?” in plaats van zich te beklagen en zich slachtoffer te voelen. Ik schreef toen dat ik hoopte dit jaar een aantal kansdenkers te zullen ontmoeten. En wat ik hoopte is ook uitgekomen. Naast veel doemdenkers (daarover een andere keer) kwam ik verschillende van die kansdenkers tegen. Een van hen is Gert Cirkel uit Nieuwegein.

Gert heeft in zijn bijna zestigjarige leven heel wat meegemaakt en veel mensenkennis opgedaan. Dit komt hem goed van pas in zijn huidige werkzame leven. Gert is namelijk de eigenaar van de Witte Duivenservice, een bedrijf dat zich heeft gespecialiseerd in het loslaten van witte duiven bij bruiloften, begrafenissen, openingen van bedrijven, evenementen, enz. Zo vlogen zijn duiven o.a. op het huwelijk van Frans en Mariska Bauer en in de Million Dollar Wedding show met Wendy van Dijk. Inmiddels zijn bij meer dan 4000 bruiloften en evenementen Gert zijn witte duiven gelost.

Gert stelt grote eisen aan zijn duiven. Ook nu met het winterse weer vliegen zijn duiven soms dagelijks nog afstanden van meer dan 100 km en hij raakt daarbij maar zeer weinig duiven kwijt. Gert onderscheidt zich daarmee van de meeste van zijn concurrenten, waarvan velen het niet aandurven hun duiven bij slechte weersomstandigheden in te zetten. Ook beperkt Gert zich niet tot zijn eigen regio maar tot 500 km in de omtrek en soms zelfs vanuit Engeland worden zijn duiven ingezet. En niet alleen daarmee onderscheidt hij zich, maar ook met de kwaliteit van zijn duiven. Gert heeft kosten noch moeite bespaard om aan goede witte postduiven te komen. Sinds een jaar of tien is Gert nu bezig met het opbouwen van een goed hok witte duiven die geen moeite hebben om zich te oriënteren bij slechte weersomstandigheden zoals bij mist, in de schemer en zelfs midden in de winter. Om aan goede basisduiven te komen is bij kampioenen aangeklopt die witte duiven en schimmels bezitten zoals de Vos-Jennes, Rudi Hendrikx (de Witte van Zichem) en Sonia van der Maelen. Door deze duiven te kruisen met nazaten van kampioenen met veel wit, onder andere van de combinatie Vanoppen uit de Olymipadeduif 2005 en deze vervolgens weer terug te kruisen, kweekt hij nu jaarlijks ongeveer 40% zuivere witte duiven. De basis is inmiddels gelegd om deze duiven aan wedstrijden deel te laten nemen en zodoende ook op de kwaliteit prijsvliegen te gaan selecteren. Het ligt voor de hand dat het fond zal worden gezien de afkomst van de duiven en de manier waarop de selectie de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden. Of Gert zelf zal gaan deelnemen aan wedstrijden is echter nog zeer de vraag. Het deelnemen aan wedstrijden kost immers veel tijd en energie en die zal Gert de komende tijd niet willen vrijmaken.

Overigens hebben zijn duiven al bij anderen laten zien dat ze ook op de wedvluchten met de besten kunnen meekomen, zoals bij Vanoppen (B), Szekai-Nolmans (P), Kop - Houten en Tichelaar – Wezep. Zelfs China heeft hem ontdekt. Sinds enkele jaren verhuizen er gemiddeld zo’n 40 jonge duiven van het hok in Nieuwegein naar het verre oosten. De afgelopen jaren zijn daar al verschillende kopprijzen met zijn duiven gewonnen. Dit beschouwt Gert al als een mooie overwinning voor zichzelf en hij beleeft daar vooralsnog voldoende voldoening aan.

November 2010

Jos Manders - Berghem
Ik ben een trouwe bezoeker van duivenforum Het Praathuis. Lang niet in alle discussies meng ik me, maar ik lees de reacties op de meeste onderwerpen wel. Vrij recent heb ik zelf een onderwerp op dit forum geplaatst namelijk columns, leermeesters en coaches. Dit onderwerp heeft inmiddels al interessante discussies opgeroepen en vanzelfsprekend meng ik me in deze discussies wel. Vragen waar het in deze discussies om draait zijn o.a.  hoe kom je aan je deskundigheid, hoe ontwikkel je je succesvol in de duivensport, wat en van wie kun je het beste lezen, hoe ga je om met wat je leest, naar wie luister je het beste enz.  Op deze vragen zijn geen eenduidige antwoorden te geven daar geen mens gelijk is. Ieder heeft immers zijn eigen rugzakje met kwaliteiten, vaardigheden en kennis. Je moet daarom echt op zoek gaan naar wat bij jou het beste past.

Als de teleurstellingen in de duivensport groter zijn dan het succes zal menigeen uiteindelijk besluiten om het bijltje erbij neer te gooien en de duivensport vaarwel te zeggen. Soms is dat een terechte keus omdat de liefhebber in kwestie niet de juiste vaardigheden en kwaliteiten heeft om succesvol te kunnen zijn in deze toch best ingewikkelde sport en in aanleg ook feitelijk geen duivenliefhebber is. Soms kiezen mensen nu eenmaal voor iets dat toch niet bij hen past en komen ze daar pas later achter.
Maar zo’n drastisch besluit om helemaal te stoppen is m.i. toch in de meeste gevallen niet nodig. Ik vergelijk dit met je auto wegdoen omdat die een paar keer slecht start. Een probleem dat gemakkelijk te verhelpen is door een goede monteur. In de duivensport lijkt het echter not done om een deskundige in te schakelen. Zelfs de gang naar een (gespecialiseerde) dierenarts als de duiven iets mankeren is voor een aanzienlijke groep duivenliefhebbers zeker niet vanzelfsprekend.

Gelukkig zijn er genoeg liefhebbers die niet meteen opgeven als het niet meer gaat en die blijven zoeken naar een oplossing ook al kan die soms heel rigoureus zijn. Zo’n liefhebber is Jos Manders in Berghem. Jos die al vanaf zijn jeugd duiven heeft, heeft na een aantal jaren van succes de prestaties steeds verder zien verminderen. Uiteindelijk heeft hij besloten het roer volledig om te gooien en een nieuwe start te maken. Alvorens hij een aantal grote stappen ging zetten wilde hij vooraf wel even de mening van een deskundige horen. Daarom brachten John Limburg, één van de bekende gebroeders en deskundig op het gebied van hokkenbouw en luchtcirculatie en ondergetekende in oktober een bezoek aan Jos. Na een fijne middag met elkaar bomen, de hokken en duiven bekijken en beoordelen is er gezamenlijk een verbeterplan opgesteld. Als Jos dit uitvoert kan hij in mijn ogen de toekomst positief tegemoet zien. Het betekent wel even flink wat werk waaronder het hokken verplaatsen en verbouwen. Omdat er ook met nieuwe duiven is gestart van de bekende combinatie Ulijn en Zn eveneens uit Oss, zal e.e.a. ook even tijd nodig hebben. Maar als het een beetje mee zit zal zal er binnen een paar jaar in Berghem weer succesvol gevlogen worden. Aan de inzet van Jos en de nieuw aangeschafte duiven zal het in ieder geval niet liggen.

Ab Kozijn - Harderwijk
In het NPO raport “De vlucht naar de toekomst” wordt vermeld dat er gestreefd zal worden naar een nieuwe opzet van een nationaal vliegprogramma, inclusief een bijpassend kampioenschapstelsel. Bij het opstellen van dit vliegprogramma zal meer rekening worden gehouden met de wensen die in de verschillende speldisciplines leven. Het nieuwe vliegprogramma moet meer ruimte gaan bieden voor andere zaken naast de duiven in de zomermaanden zoals een korte vakantie, een weekeindje weg, etc. tijdens het vliegseizoen. Uit dit nieuwe vliegprogramma kun je dan zelf de vluchten kiezen waarop je wilt meedoen, zonder dat dit betekent dat je geen kans meer maakt op een kampioenschap. Zo’n vliegprogramma biedt veel meer mogelijkheden voor specialisatie dan de gebruikelijke vliegprogramma’s die meer gericht zijn op de allrounder die voor een generaal kampioenschap speelt. Ik denk dat hiermee voor vele kleinere liefhebbers de duivensport aantrekkelijker wordt en vind een dergelijk vliegprogramma dan ook een goede zaak.

Iemand die jaren geleden de strijd om een generaal kampioenschap al heeft opgegeven en de keuze voor specialisatie heeft gemaakt is Ab Kozijn uit Harderwijk. Ab is een kleine liefhebber die zich al meer dan 25 jaar heeft gespecialiseerd op de overnachtvluchten. Hij heeft weinig ruimte achter het huis voor grote hokken en hij is wel zo nuchter om te beseffen dat het winnen van een kampioenschap in groot verband met zijn accommodatie en aantallen duiven geen realistisch doel is. Daarom is Ab heel tevreden als hij elk jaar een paar mooie uitslagen met een groot prijspercentage kan maken en als daarbij dan ook nog een overwinning in groot verband zit hoor je Ab niet klagen. En over de afgelopen jaren terugkijkend kan Ab constateren dat hij er redelijk in slaagt dit doel te bereiken. Zo won hij afgelopen jaar o.a. de 1e van Perpignan in de SFG wat de 5e was in de Fondunie 2000 (afd. 7-11) met 3 mee en op St Vincent afd. 8 rayon 1 (559d) 17e, 27e, 87e met 4 mee. Zijn duiven voeren voor een groot deel het van Wanroy en Aardenbloed via met name Anton van Haarenduiven en van de Wegen, afkomstig van verschillende liefhebbers. Sinds vorig jaar zijn daar duiven bijgekomen van Albert Klaassen uit Ochten die nazaten zijn van het beste van Jan Polder en Jac Steketee. Met de nazaten van deze duiven zullen de komende jaren als Ab zijn gezondheid het toelaat nog veel mooie uitslagen gemaakt worden en wellicht met het nieuwe kampioenschap stelsel zullen daar ook kampioenschappen bij gaan komen, al zal Ab zich daar niet op gaan toeleggen.

Renate en Veronique Zweerus - Zwolle
Op 7 oktober schreef ik in mijn minireportage over Brittany van de West over de hindernissen die de jeugd moet overwinnen om succes in de duivensport te kunnen behalen. Ik heb verschillende positieve reacties op dit stukje gehad en ook werd ik door verschillende jeugdleden benaderd. Zo ook door de zusjes Renate (15) en Veronique (13) Zweerus uit Zwolle. Beide meiden zijn sinds een paar jaar actief in de duivensport en dan met name met showduiven. In deze discipline lukt het gemakkelijker om de groten tegenstand te bieden dan met het vliegen van wedstrijden. Zo werden zij vorig jaar 2e kampioen on- en aangewezen Noord West Veluwe en hadden ze bij de Open Nederlands Kampioenschap Showduiven met hun 09-304 de mooiste jonge doffer. Zie de foto van hen met de knots van een beker die ze met hem wonnen.

Net als bij Brittany speelt ook hier vader op de achtergrond een rol, maar de verzorging ligt geheel in handen bij de meiden zelf. Nu de meiden afgelopen jaar hebben besloten naast showduiven te houden en te exposeren ook met een afdeling vliegduiven te willen starten, zijn er andere duiven aangeschaft. En hier ligt dan al meteen een probleem. Want hoe start je dan als scholier die financieel afhankelijk is van haar ouders? Een ronde laatjes kopen van een kampioen is voor hun beursjes geen optie, hetgeen ook geldt voor de aanschaf van een paar bewezen goede vliegers bij een liefhebber die stopt. Op hun hokken bevinden zich dan ook vooral krijgertjes en aanvliegers. Op deze manier zijn de meesten van ons ook begonnen en zo’n start is om het “duivenmelkersvak” te leren niet beslist verkeerd. Echter, zoals ik al eerder schreef zullen grote successen (op een enkel incidentele uitschieter na) hoogstwaarschijnlijk uitblijven. En zullen deze meiden dan nog gemotiveerd blijven als het vooral veel geld kost en de teleurstellingen talrijker zullen zijn dan de successen? Zo lang er successen behaald zullen worden op de shows, verwacht ik dat ze voorlopig nog wel gemotiveerd zullen blijven. Toch hoop ik dat er een clublid opstaat die ze ook bij de wedvluchten met raad en daad wil bijstaan. Een begin is er gelukkig al. Van Jaap Lindeboom (ook uit Zwolle) kregen ze een paar jongen uit zijn betere vliegers. Met een beetje geluk kweken ze hieruit volgend jaar enkele beloftevolle duiven, weten ze die met een beetje hulp ook goed aan de start te brengen en laten de eerste successen op de wedvluchten niet al te lang op zich wachten. Ik wens deze meiden hierbij net zoveel succes toe als dat ze met hun showduiven hebben behaald.

Oktober 2010

Peter Pillet - Idegem (B)
Er zijn vele wegen die naar Rome leiden, lees naar succes in de duivensport. Maar het opbouwen van een eigen stammetje of ras is mijn inziens veruit te verkiezen boven het steeds bijhalen van nieuwe duiven en deze tegen je beste duiven zetten. Deze laatste methode wordt echter toch het meest toegepast. Ook op vele grote kampioenshokken. Er wordt dan wel gesproken over ras X en ras Y, maar wanneer je de stambomen goed analyseert komen hun toppers vrijwel allemaal voort uit kruisingskweek. Ik durf het niet te hard roepen, want er zijn altijd uitzonderingen, maar de liefhebbers met een eigen stammetje die jarenlang geselecteerd zijn op een aantal specifieke eigenschappen (afhankelijk van het doel dat de liefhebber wil bereiken) hebben doorgaans minder met ziektes te maken, verliezen minder duiven en kweken minder afval. Bovendien is het ook veel goedkoper dan steeds duiven bij te moeten kopen.

Een van de liefhebbers die zich dat goed bewust is, is Peter Pillet uit Idegem (B). Dit is een nog jonge liefhebber (29 jaar) die de duivensport met de paplepel heeft meegekregen. Zijn opa en vader speelden en spelen ook met duiven. Peter heeft zowel met zijn opa als met zijn vader samengedaan, maar sinds 3 jaar speelt hij nu zelfstandig. Samen met zijn vader werd er voornamelijk vitesse gespeeld en soms een enkele midfondvlucht. Hierop werden mooie prestaties neergezet. Zijn vader Paul Pillet speelt op de (zoals dit in België heet) kleine halve fond met de besten in België mee en staat dit jaar op een mooie plaats genoteerd bij het Nationaal Kampioenschap. Sinds Peter in 2007 op eigen adres is gaan vliegen heeft hij zijn vizier op de grote fond gericht. Van diverse tophokken werden daarom duiven aangeschaft en de eerste successen dienden zich ook al aan. Peter wil echter meer. Hij heeft zich ten doel gesteld om op de nationale en internationale fondvluchten aan de top mee te gaan draaien. Omdat hij zijn hele leven al tussen de duiven zit weet hij ook dat dit een ambitieus doel is waarvoor de nodige offers zullen worden gebracht. Offers die Peter echter bereid is te brengen.

Na dus met verschillende bewezen vliegers of hun kinderen te zijn gestart heeft Peter besloten om het roer om te gooien en zich nu in de voetsporen van de alom bekende namen te gaan richten op het vormen van een eigen ras. Hij wil een ras/stam duiven vormen die tussen de 700 – 1000 km onder alle weersomstandigheden kop kunnen vliegen. Waar begin je dan? Wat worden bijvoorbeeld de basisduiven en aan welke eisen moeten zij voldoen? Het afgelopen seizoen hebben Peter en ik hier via de mail een flinke boom over opgezet en we zijn er gezamenlijk op uitgekomen dat de duiven van Chris Hebberecht voldoen aan alle eisen die er aan basisduiven voor zijn doel dienen te worden gesteld. Welke eisen dat zijn voert te ver voor dit artikeltje, maar Peter heeft inmiddels al enkele duiven van dit tophok aangekocht en er zullen er volgend jaar nog een aantal volgen. De komende paar jaar wordt er daarom veel gekweekt en streng geselecteerd en heeft het vliegen niet de hoogst prioriteit. Peter heeft de tijd. Als mijn gevoel me niet bedriegt zullen we in de toekomst nog wel van hem gaan horen.

Jacob Hop - Hierden
Al surfend op het net kwam ik enige tijd geleden een stukje tegen van een liefhebber uit Zwaagwesteinde die de duivensport helemaal zat leek te zijn en zich afvroeg wat er nog leuk was aan de duivensport. In zijn geval was dat niet zo veel. Pech met de oude duiven en bijna alles geruimd, ziektes, een aantal jongen verspeeld, vele offers gebracht voor zijn duiven in de hoop mee te kunnen doen met de “groten” (niet kunnen uitslapen, veel geld weg, vrienden kwijt) en vele frustraties omdat de kampioenen aan de overwinnaarstafel alle prijzen pakken. Wat mij in het verhaal van deze kennelijke verliezer vooral intrigeerde was zijn conclusie dat de kampioenen over geld beschikken en dat het geld dus overheerst in de duivensport. Hier ben ik het absoluut niet mee eens. Ik ken verschillende kampioenen (lokale en ook in groter verband) die helemaal niet over veel geld beschikken. Sommigen onder hen kunnen vanwege hun goede spel wel eens wat jongen verkopen (en beslist niet voor honderden euro’s) waarmee ze de sport kunnen bekostigen. Anderen ruilen onderling jongen van hun beste duiven en doen aan samenkweek zodat ze in het bezit komen en blijven van goede duiven. Het is mijn inziens een absolute misvatting dat je over veel geld moet beschikken om aan goede duiven te komen. Er gaan op veel kampioenshokken heel wat eieren in de vuilnisbak waaruit toekomstige kampioenen geboren hadden kunnen worden. Eieren die voor weinig geld gekocht hadden kunnen worden bij goed spelende liefhebbers, die er plezier in hebben om een ander te helpen aan goede duiven en die het ook helemaal niet erg vinden om tegen hun eigen duiven te hoeven vliegen.

Zo’n liefhebber is bijvoorbeeld Jacob Hop uit Hierden. Jacob is voor de meeste duivenliefhebbers op de Veluwe en ver daarbuiten een bekende naam. Vanaf zijn kinderjaren heeft Jacob al duiven (ruim 50 jaar) en hij heeft vele successen gekend. Jaren heeft hij in combinatie met zijn broer Beert gevlogen en nadat deze in 2005 is overleden is Jacob in zijn eentje verder gegaan. Als de combinatie Hop stond hij vele malen met zijn broer op het podium in de vereniging, rayon en ook in de afdeling. Nadat Jacob alleen verder is gegaan was bleef hij ook zeer sterk spelen, maar het generaal kampioenschap werd niet meer behaald. Afgelopen jaar heeft Jacob echter een topjaar gehad en is hij weer 1e generaal kampioen van de sterke vereniging de Eendracht geworden, alsmede 1e keizerkampioen van de Midfondunion Noord West Veluwe. Dit is een hele prestatie, want hij speelt tegen grote en landelijk bekende liefhebbers als onder andere de combinatie Vierhout - Nunspeet, combinatie Elskamp - Nunspeet, Reind Breman - Genemuiden, Gebr. Wolf - Hattemerbroek en Ab de Wilde IJsselmuiden. En dit doet hij vanaf een gewone accommodatie met in totaal slechts 10 meter hok. Het zijn oude degelijke hokken die er al zo’n 30 jaar staan. Jacob heeft ze samen in het verleden zelf met zijn broer gebouwd. Ook de duiven zijn vooral verkregen door ruiling. Ver in het verleden werden wel eens duiven gekocht, maar grote bedragen zijn er nooit uitgegeven. Stamkaarten heeft Jacob dan ook niet. Geen commercie voor Jacob. Alleen goed presteren met de duiven is wat voor hem telt en het plezier dat hij aan zijn duiven beleeft als ze vroeg arriveren. En grote aantallen worden door Jacob beslist niet ingekorfd daar is de sport veel te duur voor. Maximaal 35 duiven worden in het begin van het seizoen ingekorfd en daarbij zitten ook de fondduiven die dan worden ingevlogen. Voor Jacob telt; ”Niet het vele is goed, maar het goede is veel”. Op de vraag van de man uit Zwaagwesteinde of de postduivensport nog leuk en de moeite waard is, kan Jacob dan ook volmondig ja antwoorden. Hij zou niet weten wat hij zonder duiven moet zegt Jacob. Ik wens hem nog vele succesvolle en plezierige jaren in deze sport toe.

Brittany v.d. West - Zwaagwesteinde
Er is steeds minder jeugd actief in de duivensport. Dikwijls wordt geroepen en geschreven dat dit zou komen omdat de jeugd tegenwoordig zoveel andere tijdsbestedingen heeft. Dat zal zeker een reden zijn. Maar als we eerlijk zijn is de strijd ook erg ongelijk in de duivensport en wordt de kloof tussen amateur en prof steeds groter, terwijl ze wel tegen elkaar strijden. In mijn jeugd zo’n veertig jaar geleden was het aantal profs in de duivensport erg klein en kon je je als jeugdlid soms best meten met de volwassen amateurs waaruit de meerderheid van de vereniging bestond. Zo kon ik zelf in 1973 in de vereniging met +/- 15 vliegende leden met een hokbestand van 8 nestduiven (van 2e garnituur) 3e vitessekampioen en 3e navluchtkampioen worden. Iets wat me in de huidige tijd nimmer zou zijn gelukt. In de huidige tijd behoort de jeugd vrijwel altijd tot de amateurs. Ze staan alleen al vanwege hun leeftijd en levenservaring op grote achterstand t.o.v. de grote professionele hokken waar niets aan het toeval wordt overgelaten om de duiven in topvorm aan de start te brengen. Ook als ze financieel worden ondersteund door hun ouders zullen ze het af moeten leggen. Jeugdige liefhebbers moeten immers nog zoveel leren en zien daardoor veel zaken over het hoofd. Daarnaast hanteren ze andere normen (m.b.t. regelmaat bijvoorbeeld) als een volwassene. Dat geeft op zich niets want door fouten te maken leren ze. Echter om voor de duivensport behouden te blijven moeten er ook wel eens successen behaald worden. Dit is een enorme, zo niet onmogelijke opgave voor een jeugdlid die niet door een ervaren liefhebber begeleid wordt.

Vorige week was ik op bezoek bij zo’n jeugdlid, namelijk bij Brittany v.d. West in Zwaagwesteinde. Brittany is 12 jaar en heeft sinds 2007 duiven. Ze is jeugdlid van vereniging de Zwaluw in Zwaagwesteinde. Hoewel ze wel veel (vooral financiële) steun van haar vader krijgt, ligt het verzorgen van de duiven vrijwel geheel in de handen van Brittany. Dat is voor haar feitelijk een te grote opgave. Wat Brittany en met haar alle jeugdleden nodig hebben is een goede mentor die de kneepjes en valkuilen van de duivensport kent. Misschien moet ze toch eens wat vaker naar oom Jouke (Rottiné) luisteren en hem om raad vragen. Dan zal het succes dat ze had in 2009 op Pommereoul (5e tegen 16760 duiven, met teletekstvermelding) zeker herhaald kunnen worden, want aan haar enthousiasme zal het niet liggen en aan de kwaliteit van de duiven (voor een groot deel afkomstig van haar oom) ook zeker niet. Tot slot nog een paar tips voor Brittany: Ga veel minder duiven houden (vooral het aantal kwekers sterk verminderen), de hokken verbeteren (zijn te vochtig en niet goed geventileerd), streng (laten) selecteren en de gezondheid beter in de gaten houden.

September 2010

Luut van Benthem - Vollenhove
Zoals ik elders op deze site al heb beschreven zal iemand over het algemeen het meeste succes hebben wanneer hij of zij zich een duidelijk doel stelt. Binnen de duivensport kunnen dit verschillende doelen zijn en soms ook meerdere doelen tegelijk. Zo zal de één zich het generaal kampioenschap van club, rayon of afdeling ten doel stellen en een ander één of meerdere vroege klasseringen per jaar op een NPO of nationaal concours. Een jonge duivenspecialist of fondkampioen zal zich vaak beide doelen gesteld hebben, dus een kampioenschap op zijn eigen discipline en daarnaast een nationale of NPO overwinning. Ieder kent wel de bekende namen die er ieder jaar weer in slagen dergelijke doel(en) te bereiken. Toch zijn er onder de duivenliefhebbers ook velen die zich geen van dergelijke doelen stellen maar er desondanks met enige regelmaat in slagen een aansprekend succes te behalen. Zo’n duivenliefhebber is Luut van Benthem uit Vollenhove.

Luut is een qua aantallen duiven middelmatige tot kleine melker. Toch speelt hij vrijwel alle vluchten mee, inclusief de overnachtvluchten in de Friese Fondclub waarvan hij penningmeester is. Spelend in een zeer sterke vereniging met bekende namen als o.a. Bos en van de Linde die ook in afdelingsverband een flink deuntje meeblazen, is het behalen van een kampioenschap met de middelen die hem ten dienste staan vrijwel een onmogelijke opgave. Daarentegen is het behalen van een dagsucces in de vorm van een NPO overwinning en/of een teletekstvermelding een genoegen dat Luut al een aantal keren ten deel is gevallen. Zo won hij o.a. een 1e NPO Brive in 2005, een 1e NPO Menen in 2006, en dit jaar op de jonge duivenvlucht St. Quentin weer een teletekstnotering met een 8e tegen 9.000 duiven. Wanneer Luut zich meer op dit soort dagsuccessen zou toeleggen door bijvoorbeeld een aantal programmavluchten te laten vallen, durf ik gerust te voorspellen dat de teletekst vermelding op St. Quentin zeker niet zijn laatste wapenfeit zal zijn.

Combinatie van Panhuis - Leersum
De combinatie van Panhuis bestaat uit vader Cees en zoon Richard. Zij zijn in 2005 gestart en behaalden in CG 7 van afdeling 7 vanaf 2006 tot heden diverse kampioenschappen waaronder het 1e Keizer Generaal kampioenschap in 2009. Op hun website http://www.racing-pigeons.nl kun je alles vinden over de herkomst van hun duiven en hun behaalde kampioenschappen.
Op zaterdag heb ik bij hen de duiven opgewacht van het jongen duivenconcours Ablis. De verwachtingen waren hoog gespannen en dat bleek naderhand ook terecht. Er werd een mooie uitslag gemaakt. In de vereniging werd begonnen met de eerste 6 prijzen, in het samenspel W.A.D. tegen 260 duiven o.a. de 1e, 6e, 7e en 8e, in Regio 2b van afdeling 7 werd begonnen met de 9e.

De combinatie van Panhuis heeft een zeer goed hok duiven zitten. Zo zitten er rechtstreekse duiven van Ad Schaerlaeckens, Heremans-Ceusters, Leo Broeckx, een zoon en dochter van de Euro en een zoon van de Che van Eyerkamp, enz. Zondermeer een groot aantal klasseduiven. De duiven die mij echter het meest aanstaan zijn kinderen en kleinkinderen uit het zogenaamde vetblauwe koppel van de vorig jaar overleden Ries Schalkwijk uit diens Meulemanslijnen. Kinderen uit dit koppel zijn de 08-522 genoemd de Snelle die als jonge duif asduif was met o.a. 2 eerste prijzen in de club (zie foto) en de 08-486 die asduif dagfond was. Dit jaar speelt Henri Wittens met een jong uit dit zelfde koppel ook al een 2e en 9e in groot verband. De combinatie heeft zelf dit jaar twee jongen op het vlieghok die zich ook al een paar keer van voren hebben laten zien en ook nu waren ze bij de eerste zes present. De eerste duif van Ablis was overigens een Broeckx x Schaerlaeckens.

Nieuwsgierig naar de herkomst van dit vetblauwe koppel heb ik de stamkaarten hiervan en de verkooplijst van Ries Schalkwijk van vorig jaar eens door geplozen. Ik stuitte op duiven als de Moker, Sterkweker, Blauw Bourske in hun stamboom, duiven wiens nazaten bij velen voor grote successen hebben gezorgd zoals de 1e nat. St. Vincent, een 1e NPO Bourges en de 1e Olympiadeduif snelheid, dus uit deze lijnen zijn kopduiven voortgekomen op afstanden van 100 tot 1000 km.  Waar vind je die nog? Ik ben ervan overtuigd dat dit hele complete duiven zijn waarmee met een zorgvuldig kweekbeleid een zeer sterke stam duiven kan worden opgebouwd.

Augustus 2010

Bruce Verbeek - Wijk bij Duurstede
Er wordt binnen de duivensport veel gesproken over de toekomst van de duivensport. Een van de vragen is op welke manier je nieuwe duivenliefhebbers kunt werven. Naar mijn mening zullen zoveel mogelijk liefhebbers hun eigen enthousiasme voor de duivensport moeten zien over te dragen aan mensen bij wie hiervoor al een voedingsbodem aanwezig is. Iemand aan wie ik dit enthousiasme zo’n 25 jaar geleden zelf heb overgebracht is Bruce Verbeek in Wijk bij Duurstede. In de jaren tachtig was hij mijn achterbuurjongen en kwam hij geregeld bij mij naar de duiven kijken. Ik zag in hem wel iemand die iets in de duivensport zou kunnen bereiken. Hoewel ik daarbij toen meer dacht aan het show- en tentoonstellingsgebeuren. Maar Bruce wilde beslist met duiven gaan vliegen en ik ben met hem toen eieren wezen halen bij Teus Versloot in Leerdam in het kader van de actie “maak ze blij met een ei”. Inmiddels is Bruce al jaren de te kloppen man in Wijk bij Duurstede en omgeving en maakt hij met de regelmaat van de klok super uitslagen.

Nadat ik had aangegeven zaterdag bij de aankomst van zijn jonge duiven aanwezig te willen zijn, mailde Bruce mij dat ik al vroeg moest komen want hij wilde dat ik ook de duiven van de navlucht zou zien thuiskomen. Hij had zich namelijk voorgenomen om deze vlucht te proberen de eerste 10 in de vereniging te zullen vliegen en hij had er veel vertrouwen in dat dit hem zou gaan lukken. Dat dit geen grootspraak was bleek gisterochtend, want hij pakt weliswaar niet alle eerste 10 plaatsen (op de 3e plek prijkt de comb. Van Dijk-Blokker), maar wel draait hij maar liefst 19 duiven bij de eerste 20!! In drie en een halve minuut kreeg hij 19 van de 55 gezette duiven thuis. Van dergelijke resultaten kunnen de meeste liefhebbers alleen maar dromen. Ook de jonge duivenvlucht vanuit Nanteuil le Haudouin verliep succesvol te beginnen met de eerste 5 in de club en de 7e in Regio 2b van afdeling 7.

Bruce bereikt bovengenoemde resultaten niet vanzelf. Er wordt maar heel weinig aan het toeval c.q. de natuur over gelaten. Zo wijkt zijn hok sterk af van de standaardhokken. Er zit geen plafond in zijn hok, de duiven worden door de deuren losgelaten en komen door de nok naar binnen. Het hok is van alle gemakken voorzien. Transportbanden onder de broedhokken en zitschappen zodat met een druk op de knop de mest verwijderd wordt. Er wordt bijgelicht (volautomatisch met tijdschakelaars). Verduisteren gebeurt ook volautomatisch met rolluiken die op tijdschakelaars werken. Ook v.w.b. voeding wordt aan alles gedacht zonder het ingewikkeld te maken, maar het ontbreekt ze aan niets. Wie hard moet werken moet goed eten zegt Bruce. En hard werken moeten ze zeker. 20 vluchten per jaar is voor de oude duiven geen uitzondering. Daarnaast worden ze dikwijls ook nog een paar maal per week gelapt. Met de kwaliteit van zijn duiven zit het ook wel goed. Vrijwel al zijn duiven stammen af van de ooievaars/schimmels van Paul Groeneveld uit Honselersdijk. Bruce schaft bij Paul elk jaar een aantal jonge duiven aan en vliegt daar ook meteen mee. Een kweekhok heeft Bruce niet. Er is geen ruimte voor vasthouders. Ik had het indertijd dus wel goed gezien dat Bruce de juiste mentaliteit had om ver te komen in de duivensport. Bruce wil winnen en als hij zo doorgaat zullen we nog veel van hem horen.

Bram Wassenaar - Minnertsga
De naam van Bram Wassenaar komt geregeld voorbij in mijn stukjes. Meestal in verband met onze gezamenlijke deelname aan de eenhoksraces. Mijn contact met Bram dateert vanaf 1993. Tussen 1993 en 1995 heb ik in Dongjum duiven gehad en was ik lid van de postduivenvereniging in Franeker. Bram was eveneens lid van die vereniging en stak mij geregeld een helpende hand toe als ik vanwege mijn werk niet kon inkorven, klokken of klokken kon afslaan. Nadat ik in 1995 met de duivensport was gestopt was Bram één van die mensen door wie ik altijd een lijntje met de duivensport ben blijven houden. In de winter van 2008/2009 ontstond het idee om samen een hokje met duiven op te bouwen voor de éénhokraces.

Bram heeft de afgelopen jaren met redelijk succes aan de meerdaagse fond deelgenomen, maar de laatste paar jaar was er een beetje de klad in gekomen. Hij is beheerder van een centraal hok geworden, zijn zoontje heeft eigen hokje duiven die daarmee aan de programmavluchten deelneemt en daarnaast zijn er wat gezondheidsklachten. Allemaal factoren die een groot beslag op zijn tijd en motivatie legden. Sinds afgelopen winter heeft Bram besloten weer actief aan de overnacht deel te gaan nemen. Er zijn daarvoor o.a. duiven aangeschaft bij Jac Steketee en zijn duivenmaat Anne Bruinsma (de oude Aardenlijnen van de Dolle en het Vlekje). Hiermee is het afgelopen jaar flink gekweekt en het ligt in de bedoeling om in de toekomst met de nazaten van deze duiven ook aan ZLU vluchten te gaan deelnemen.

Het afgelopen fondseizoen is in ieder geval weer serieus aan een viertal overnachtvluchten deelgenomen met zijn eigen fondstammetje gevormd uit nazaten van zijn 051 . En niet zonder succes. Op alle vier de vluchten werd een mooi prijspercentage gespeeld en waarschijnlijk zal de 05-139 als duifkampioen eindigen in NIC Zwaagwesteinde. Met alleen Orange nog te gaan en een voorsprong van ruim 800 punten op de eerstvolgende duif lijkt de overwinning binnen. Deze krachtpatser met 4 prijzen van 4 x mee in dit zeer zware fondseizoen heeft in ieder geval een prima prestatie geleverd. In Rayon 1 van afdeling 11 waar Orange niet mee telt zal hij met deze prestatie in ieder geval ook hoog geëindigd zijn bij de duifkampioenen meerdaagse fond.

Juli 2010

Klaas Heide - Staphorst
Het komt de laatste tijd steeds vaker voor dat ik gevraagd wordt om duiven van een bepaalde afstamming op te zoeken. Door mijn hokbezoeken en de contacten die ik binnen de duivensport heb opgebouwd weet ik inmiddels wel waar ik zoeken moet. Daarnaast biedt internet uiteraard een schat aan informatie. Meestal zoek ik dus duiven voor anderen, maar op het spoor van Klaas Heide kwam ik doordat ik duiven zocht voor het kweekhokje van mijzelf wat ik samen met Bram Wassenaar aan het opbouwen ben. Op dit kweekhokje wordt gewerkt aan het opbouwen van een stammetje duiven sterke fondduiven voor tussen de 500 – 1000 km. Met jongen van deze duiven wordt aan de eenhoksraces deelgenomen onder onze gezamenlijke namen. Daarnaast zal Bram deze duiven uittesten op genoemde afstanden en zullen er jongen worden verkocht aan mijn klanten voor heel redelijke prijzen.

Als basis voor dit op te bouwen stammetje heb ik gekozen voor duiven van de Tournierlijnen van Piter Beerda en dan met name nazaten van de Late van 88. Zo heb ik bij Piter Beerda zelf een paar jongen aangeschaft, bij Wim en Co Wittebol een jong uit 2 Teletekstwinnaars en via via zijn er ook een paar rechtstreekse Jellemaduiven bijgekomen die in de basis ook deze bloedlijn voeren.
En zo kwam ik dus ook bij Klaas Heide uit die een prachtige kleinzoon heeft van de eerdergenoemde late van 88 waaruit Klaas al verscheidene goede vliegers heeft gekweekt. Dit is de 03-299. Zijn moeder is een dochter van de late van 88 en van vaders kant voert deze doffer het bloed van de beroemde Gijzenduiven van Jac Schra. De 03-299 is o.a. vader van de 04-437 die duifkampioen midfond was en de 05-651 die een 11e NPO Morlincourt vloog in 2005. Van deze doffer heb ik vier jongen aangeschaft.

Klaas heeft door de jaren heen diverse overwinningen en teletekstvermeldingen behaald, zoals 1e Nat. Orleans Jonge duiven Rayon 7, 1e NPO Troyes, 2e NPO Etampes, 3e NPO Maaseik jonge duiven (38.108 duiven), 9e en 11e NPO Morlincourt jonge duiven, enz. Vooral vanwege de prestaties met de jonge duiven van de afgelopen jaren is Klaas een bekende naam in afdeling 10.
Ik heb gisteren samen met Klaas en zijn vrouw Jenny de jonge duiven opgewacht van Boxtel. Zijn eerste twee duiven kwamen gelijk met een paar van zijn achterbuurman Dunnink en verspeelden ruim 2 minuten met vliegen. Uiteindelijk toch nog goed voor een 58e en 59e in rayon 8 en dus nog geen zorgen voor Klaas, daar hij zich vooral richt op de wat verdere jonge duiven vluchten en de eventuele ontstane achterstand voor een kampioenschap jonge duiven verwacht wel weer in te zullen lopen. Ik heb er zelf ook wel vertrouwen in dat dit hem gaat lukken. Klaas succes!

Wiebren van Stralen - Bantega
Voor de duivenliefhebbers die regelmatig het internet afstruinen is Wiebren geen onbekende. Op internet beheert hij de website Duivenlog www.duivenlog.nl waarop hij actuele zaken m.b.t. de duivensport veelal vanuit een wetenschappelijke visie beschrijft. Daarnaast kun je stukjes van zijn hand vinden op de website van de duivenvereniging Douwenocht uit St Nicolaasga waar hij voorzitter van is www.douwenocht.nl, heeft hij geschreven voor diverse duivensportbladen, is hij voorzitter van de Friesche Fondclub, medeorganisator van de Friese Kampioenendag, bestuurslid geweest van de NPO, deelnemer aan de PPN, deelnemer aan het forum Praathuis en nog veel meer. Kortom een actief persoon binnen de duivensport die op verschillende manieren een positieve bijdrage levert aan de duivensport.

Wiebren heeft al zo’n twintig jaar duiven met wisselend succes. Sinds een jaar of drie is hij overgeschakeld naar de grote fond met voornamelijk duiven van Piter Beerda, Jellema, Jouke Waterlander en Jos Voortman aan de basis. Zijn eerste succes op de overnacht is al binnen namelijk een 6e op St Vincent (Sector 4) in 2009.  Het zou mij erg verbazen als dit succes binnen een paar jaar niet wordt geëvenaard of verbeterd.

Mijn middagje melken met Wiebren leverde me veel inspiratie op. Vanwege zijn grote betrokkenheid bij de duivensport zijn er weinig (duivensport)onderwerpen waarover Wiebren niet mee kan praten. Onze gespreksonderwerpen varieerden van wetenschappelijke onderzoeken naar het oriëntatievermogen, de invloed van de liefhebber op de prestaties van zijn duiven, de effecten van training, duivendiefstallen, presterende “soorten”, voedingssupplementen en de diverse theorieën. Wiebren is een echte wetenschapsman (iets is pas waar als het bewezen is binnen de wetenschappelijke kaders) en staat dan ook kritisch ten opzichte van de verschillende theorieën zoals de ogentheorie. Hoewel ik zelf niet snel iets zal afwijzen wat niet wetenschappelijk bewezen is en ik in de duivensport veel waarde hecht aan door ervaring verkregen inzicht, ben ik blij dat er mensen als Wiebren in de duivensport rondlopen. Mede door hun kritische opstelling en vragen zullen sommige raadsels wellicht te zijner tijd worden opgelost en de duivensport ten goede komen.

Everhard van Pijkeren - Hierden
Al vele jaren kom ik regelmatig bij Everhard en zijn vrouw Elly in Hierden. Zijn vader Everhard Sr was een grote steun voor mij toen ik van 1984/1987 in Hierden woonde en verzorgde mijn duiven als ik daar om allerlei redenen zelf niet aan toe kwam. Dit contact heeft de tand des tijds doorstaan en ook in de jaren dat ik geen duiven had of daar mee bezig was bracht ik hen geregeld een bezoek. Inmiddels is zijn vader overleden, die ook Everhard vaak met de duiven hielp omdat deze vanwege zijn werk niet altijd tijd voor zijn duiven had.

Everhard zelf is sinds enkele jaren gepensioneerd en heeft daardoor nu meer tijd voor zijn duiven. Vanaf die tijd is hij begonnen om zich helemaal op de fond toe te leggen, met de nadruk op de overnachtvluchten. Hij heeft daarvoor duiven aangeschaft van Rinus Hendriks (Aarden en van Wanroy duiven) en via Goos Foppen (voorheen lid van de combinatie Foppen) kwamen er Fondduiven van allerlei tophokken in Nederland. Daarnaast heeft hij van zijn neef Hendrie Beelen ook verschillende duiven verkregen.

De afgelopen jaren heeft Everhard al verschillende successen geboekt en is inmiddels één van de te kloppen mannen aan het worden op de fond in Harderwijk en de verre omgeving. Zo won hij dit jaar op de eerste overnachtvlucht Brive de 1e in de vereniging (102 duiven) en de 15e in de Regio 1 van Afdeling 8 (1800 duiven) en dit nog wel met een jaarling (het was ook de eerste jaarling in Regio 1 afd. 8). Op Perigeux vloog diezelfde jaarling de 7e in de vereniging (162 duiven) en de 73e in de Regio 1 van Afdeling 8 (1873 duiven). Deze duif de 09-973 is gekweekt uit een doffer van Hendrie (Combinatie) Beelen met een duivin uit zijn Aarden Wanroy lijnen. Beide vluchten waren zeer zwaar en vooral voor menige jaarling te zwaar! Maar niet voor de 09-973. Petje af!!

Juni 2010

Ad van Berkom - Oss
Op 26 juni bracht ik een bezoek aan Ad van Berkom in Oss. Ad heeft al zo’n vijftig jaar duiven en is secretaris van zijn vereniging en meldpost van de CC Oss. In deze CC valt nog wel eens een vroege duif in de afdeling en nationaal zodat Ad geregeld een vroege duif mag doorgeven zoals dit jaar die van Jeroen van Heumen met een 1e op Bergerac en een 2e op St. Vincent in de afdeling 3 (Oost Brabant). Ad die zelf hoogtepunten en dieptepunten in de duivensport heeft meegemaakt en in het verleden op de vitesse en midfond wel zijn prijsjes pakte en soms ook een kampioenschap, is op een keerpunt gekomen van zijn duivenloopbaan. Vorig jaar met de jonge duiven maakte hij nog prachtige uitslagen en werd hij 2e jonge duivenkampioen van de club met de duifkampioen, maar het (gewone) spel met de ouden wilde niet meer en raakte zijn bekoring op Ad steeds meer kwijt. Nadat hij een nieuw hok op de garage heeft gezet is het bovendien minder gegaan met presteren. Er zullen daarom ook wat aanpassingen aan dit hok gaan plaatsvinden. Door enerzijds de mindere prestaties met de ouden op de vitesse/midfond en anderzijds de aantrekkingskracht die de successen van zijn duivenvrienden op de meerdaagse fond op Ad hebben, heeft Ad besloten in de toekomst zijn vizier op de overnachting te gaan richten. Afgelopen najaar heeft hij daarvoor late jongen aangeschaft bij de eerdergenoemde Jeroen van Heumen en bij Tiny van Roosmalen uit Rosmalen. Ad beseft dat hij een aanlooptijd van een paar jaar nodig heeft, maar heeft geen haast. In de tussenliggende tijd zullen zijn jonge duiven waarschijnlijk wel weer voor de nodige successen gaan zorgen. Ad veel succes!

Jaap Essenburg - Harderwijk
Op forum het Praathuis liep een spelletje genaamd “pak de zes besten eruit”. Aan de hand van door Bob Berendsen gemaakte ogenfoto’s van een 24 tal jaarlingen (per liefhebber één) hebben ruim 100 deelnemers aan dit forum, (onder wie ik zelf) een top zes opgegeven van jaarlingen die volgens hen de beste jaarling van die 24 zou kunnen worden. Een en ander uiteraard geheel gebaseerd op wat men uit het oog meent op te kunnen maken. Op de organisatoren van dit spel (Hendrie Beelen en Bob Berendsen) na wist niemand van wie deze duiven waren. Pas later werd bekend gemaakt wie de eigenaar was en op welke afstanden deze duiven zouden worden gespeeld. Een marathonspeler speelt immers zijn duiven zeer waarschijnlijk maar op een beperkt aantal vluchten mee (en soms zelfs alleen voor de vracht). Om die reden heb ik mijn keuze gebaseerd op duiven, waarvan ik veronderstelde dat die niet allemaal van een marathonspeler zouden zijn. Ik liet daarom ook bewust twee duiven vallen die in mijn ogen op basis van hun oog een topper zouden kunnen zijn. Ik ben er wel vanuit gegaan dat ik bij mijn keuze één fondduif had. Dit bleek ook zo te zijn, maar het was niet de duif die ik dacht. Zo werd weer bewaarheid wat iedereen wel weet; namelijk dat door alleen van het oog uit te gaan je flink op het verkeerde been kan worden gezet.

De duif die ik als fondduif typeerde was de 1307 van Jaap Essenburg, een zeer goede midfondspeler. Net als door mijzelf werd deze duif als beste getipt door Bob zelf en nog een aantal anderen. Hij staat op de lijst van de gekozen duiven zelfs bovenaan. Toch liet de duif zich tot nu toe niet echt zien. Voor mij niet verrassend omdat ik er steeds vanuit ben gegaan dat dit een duif is voor het zware werk. Maar ik werd toch wel steeds nieuwsgieriger naar deze duif, zeker nadat ik las dat de duif van Jaap was en dat het dus maar zeer de vraag is of die op de eendaagse fond gespeeld zal gaan worden. Ik kende Jaap nog uit de jaren dat ik in Harderwijk vloog en besloot om eens bij Jaap langs te gaan om zijn duiven en met name de 1307 te gaan bekijken. Gisteren was het dan zover.
Jaap won verder de afgelopen jaren in groot verband menig kampioenschap op de vitesse/midfond. Recent heeft er nog een reportage over hem gestaan in het Spoor der kampioenen. Wat ik vooral wilde weten was wat zijn duiven op de eendaagse vluchten kunnen. Jaap speelt daar slechts die duiven op die het niet doen op de kortere vluchten, dus daar is niet zoveel over bekend. Echter op nationaal La Mans met een deelname van meer dan 100.000 duiven had Jaap 4 duiven mee die alle vier lieten zien dat ze ook in hun element zijn op de eendaagse fond. Jaap begon met de 184e (39e in rayon oost tegen ruim 20.000 duiven) en ook de andere drie klasseerden zich zo goed op de uitslag dat Jaap hiervoor een prijs in ontvangst mocht nemen tijdens de landelijke prijsuitreiking. 

Jaap Essenburg is een vaste waarde binnen de Harderwijkse duivenscene. Hij is al 53 jaar lid van de vereniging de Eendracht. Jaap heeft een eigen stammetje opgebouwd via bewuste familieteelt. Alles wordt genoteerd in een oud kasboek waarin je vanaf 1975 alles kunt terugvinden. Voor een speurder als ik een genot om daarin te mogen bladeren. Ik was zoals gezegd nieuwsgierig naar de afstamming van deze duif en uiteraard naar de duif zelf. De 1307 is nauw verwant aan Jaap zijn beste duiven. Duiven waarmee Jaap menige kopprijs wint en heef gewonnen. Dit jaar zat Jaap al 4 x 1 in de sterke vereniging de Eendracht. Voor de liefhebbers zie de website.

Ik heb bij Jaap de duiven opgewacht van Peronne. Ook hier maakte Jaap een prima uitslag met 7 van de 10 prijzen beginnende met de 3e. De 1307 was zijn 7e duif die hiermee nog een staartprijsje pakt. Nadat de duiven thuis waren heb ik de 1307 nu ook in de hand kunnen bekijken. Mijn indruk van de 1307 is dat het een duif is die voor verassingen kan zorgen als hij in vorm is en dan vooral op de verdere vluchten. Het is een wringer, dus temperamentvol en zeer goed gespierd terwijl het een vrij kleine en lichte duif is. Jaap gaf aan dat hij als jonge duif een paar keer kop won en éénmaal een teletekstnotering zou zijn geweest op een NPO vlucht als die daar door Jaap voor zou zijn gezet. Die vlucht was juist een vlucht met hoge snelheden, terwijl hij dit jaar zijn vroegste prijs won op een zware midfondvlucht met noord oosten wind. Over goede ogen gesproken. Daar heeft Jaap een hok vol van. Bob Berendsen kan hier wel wat negentjes uitdelen is mijn indruk en de 1307 heeft beslist niet het beste oog op het hok van Jaap.

Mei 2010

Maarten en Corrie Hakvoort - Urk
Vandaag een leuk bezoek gebracht aan Maarten Hakvoort en zijn dochter Corrie. Maarten volg ik vanaf dat ik begonnen ben met de-duivencoach.nl. Ik heb een link naar zijn website op mijn website staan, lees elke week zijn stukjes en zo nu en dan mailen we. Het werd zo onderhand dus eens tijd voor een live kennismaking. Maarten heeft zich de afgelopen jaren vooral op de eendaagse fond flink in de kijker weten te spelen met 14 teletekstnoteringen waarvan 4 x de 1e!!! En als je dan de accommodatie ziet en het aantal duiven dat hier huist dwingen zulke prestaties nog meer respect af. Over Maarten zijn verschillende reportages geschreven. Ik heb samen met Maarten en Corrie de duiven opgewacht van Sezanne de 2e NPO vlucht van dit jaar. Op zijn website had Maarten zich op donderdag 27 mei al afgevraagd of mijn bezoek geluk zou brengen. Als dat al zo was dan was dit geluk deze keer niet voor Maarten zelf bestemd maar voor zijn dochter Corrie. Corrie vliegt zelfstandig als jeugdlid en zeker niet onverdienstelijk. Daarnaast staat zij haar vader bij als deze vanwege zijn werk soms even wat minder tijd voor zijn duiven heeft. Corrie had één duifje mee vandaag, namelijk Jubbetje. Deze Jubbetje had al eens een kopprijs gewonnen en komt bij Eijerkamp vandaan. Op de website van Eijerkamp heeft deze begin van deze maand ook al aandacht aan Corrie en de duif geschonken middels een minirapportage onder het kopje maandwinnaars.

En vandaag klopt Corrie haar vader op Sezanne. Weliswaar kwam de eerste duif van haar vader gelijk aan (overigens met nog twee vreemde duiven) maar Jubbetje was 15 seconden eerder op zijn hok. Hij bleek extra gemotiveerd te zijn omdat hij een extra broedhok te verdedigen had gekregen. Een hele vroege duif bleek het achteraf niet te zijn, maar als je maar één duif mee hebt mag je toch niet ontevreden zijn met deze prestatie en dat is Corrie ook niet. 

Met Maarten heb ik gesproken over veel onderwerpen zoals de voor- en nadelen van het opbouwen van een eigen stam, motiveren van je duiven, verkopen van jonge duiven, opleren, enz. Duidelijk is dat Maarten een fanatieke melker is die het melken goed in de vingers heeft. Ik ben wel zo eigenwijs om daarbij op te merken dat hij in mijn optiek toch nog wel iets teveel aan het toeval over laat en dan vooral bij de kweek. Hier is nog winst te boeken. Tot slot van mijn bezoek heb ik nog een aantal door Maarten zelf gebakken overheerlijke scholletjes gegeten. Maarten en Tineke nogmaals bedankt!

Waar blijven onze duiven?
Nu het vliegseizoen begonnen is nemen het aantal mailtjes dat ik dagelijks ontvang toe. Daarnaast waren er ook enkele vragen op het gastenboek. Steeds meer mensen vinden mijn website en vragen om advies. Lang niet iedereen die mij benaderd is postduivenliefhebber. Ook is helaas niet iedereen even serieus en zo fatsoenlijk om te reageren op mijn antwoorden of vragen om toelichting. Even een greep uit de reacties en vragen van de afgelopen periode.

Een jongeman die met een duivenliefhebster wil trouwen en haar op een originele manier ten huwelijk wil vragen, stelde de vraag of hij een duif vanuit Spitsbergen naar Nederland kon laten vliegen. Met mijn antwoord dat dit een vrijwel kansloze missie was gezien de enorme afstand, nam hij geen genoegen en ging dit nu bij anderen verifiëren. Een ander vroeg wat te doen aan kale borsten. Op mijn vraag om meer informatie te geven reageerde deze man in eerste instantie niet. Nadat ik hem opnieuw mailde, repte hij echter niet meer over kale borsten, maar gaf hij aan op zoek naar een duivin te zijn. Vervolgens heb ik niets meer van de man gehoord. Weer een ander had een duivin die regelmatig windeieren legde. Ook op mijn antwoord aan deze man ontving ik nimmer een reactie. Een liefhebber uit het zuiden tobde met de verluchting in zijn duivenhok. Hem heb ik in contact gebracht met John Limburg van wie hij inmiddels advies heeft ontvangen. Ik hoop en verwacht dat die adviezen hem verder zullen helpen.

In mijn gastenboek werd een cynisch stukje geschreven waarvan de strekking was dat ik gebakken lucht verkoop. Toen ik vervolgens de betreffende liefhebber benaderde bleek er iemand anders onder zijn naam in mijn gastenboek te hebben geschreven. Het was niet de eerste keer dat dit gebeurde en hij gaf aan hiervan aangifte bij de politie te hebben gedaan. Het betreffende bericht heb ik om die reden verwijderd.

Naast bovenstaande vragen krijg ik regelmatig vragen van dierenvrienden die een duif hebben gevonden. Met een paar mensen die het heel erg goed bedoelen heb ik een uitvoerige mailwisseling gevoerd. Van een mevrouw uit Arnhem die zo begaan is met de verdwaalde duiven en hun nakomelingen die bij haar op een flat huizen, dat ze hierdoor in conflict is geraakt met andere flatbewoners, ontving ik een aantal foto’s. 

Piter Beerda - Ter Idzard
Piter Beerda uit Ter Idzard is één van die namen die ik de afgelopen maanden geregeld voorbij heb horen komen. Dat is niet verwonderlijk want Piter heeft in zijn meer dan 40 jarige duivenmelkersloopbaan vrijwel alles gewonnen wat er te winnen valt. Daarnaast is hij bekend om zijn ijzersterke stam duiven die hij in die 40 jaar middels een zeer strenge selectie heeft opgebouwd uit voornamelijk Tourniers. Zijn duiven zorgen bij velen voor grote successen o.a. nationale overwinningen. Op 18 april was ik bij Wim Wittebol, één van diegenen die zeer geslaagd is met deze duiven, evenals o.a. Jellema (Steggerda, Nijverdal) en Arie Dijkstra. Dit zijn er slechts een paar van de vele tientallen.

Piter is een man die wars is van alle poespas en commercie in de duivensport. Zo dicht mogelijk bij de natuur blijven is zijn devies. Zelfs een kuurtje tegen het geel is aan zijn duiven niet besteed. Wat niet gezond kan blijven gaat er gewoon uit. Een goede duif is vrijwel nooit ziek, zegt Piter. Piter is een man die van zijn hart geen moordkuil maakt. Ik tekende vanmiddag verschillende uitspraken uit zijn mond op die bij menigeen als schoppen tegen het zere been zouden worden ervaren. Aan zaken als verluchting, voedingschema’s, medische begeleiding e.d. maakt Piter weinig woorden vuil. Goede duiven en een goede verzorging en voldoende jonge duiven kweken uit je goede duiven, dus ook uit al je vliegers inclusief de jaarlingen. Vele goede duiven werden bij Piter geboren uit jaarlingen. Er werd vandaag gevlogen vanuit Pommereul een midfondvlucht van circa 320 kilometer. Het werd een hele taaie vlucht die uren open stond en er moesten er ’s avonds nog velen thuiskomen. Twee uur nadat de eerste duif gevallen was in zijn vereniging (bij Gert Jan Beute) waren er nog maar 9 duiven van de 40 thuis waarvan slechts één jaarling. Desondanks maakte Piter zich weinig zorgen. Zijn duiven komen bijna altijd wel thuis. Hij raakt veel meer duiven kwijt aan de roofvogel. Deze maakt hier jaarlijks tientallen slachtoffers. Op de vluchten raakt Piter doorgaans weinig kwijt. De roofvogel maakt het vliegen met duiven in Ter Idzard er niet gemakkelijker op. Om die reden zijn er verschillende liefhebbers gestopt bij hem in de buurt. Om zijn woorden te bewijzen dook er bij thuiskomst van zijn 5e of 6e duif vanachter zijn hok een havik op waaraan de duif ter nauwernood aan kon ontsnappen.

April 2010

Gebroeders Limburg - Zuidveen
Een van de eerste liefhebbers die mij succes wenste met de-duivencoach.nl was John Limburg, één van de bekende gebroeders uit het dicht bij mijn woonplaats gelegen Zuidveen. John bood tevens spontaan aan dat ik mensen die mij om advies vragen om verluchtingsadviezen, naar hem kan doorverwijzen, van welk aanbod ik ook dankbaar gebruik maak. Daarnaast had ik via het forum Praathuis ook al een paar keer contact met John gehad. Het werd dan ook tijd om eens kennis te maken met John en zijn broer Gerard. Vandaag was het zover.

Na eerst tussen de vele trofeeën in het ouderlijk huis over de duivensport te hebben gesproken zijn we de hokken ingegaan. In het kweekhok viel mijn oog op de Rode Marathon, een geweldige doffer die in zijn imposante loopbaan o.a. 4 x bij de eerste 100 nationaal op St. Vincent heeft gevlogen en inmiddels 17 jaar oud is. Hij blinkt nog steeds uit van vitaliteit en bevrucht al zijn eieren nog. In broeden heeft hij echter geen zin meer. Tijdens mijn bezoek wipte hij geregeld uit zijn broedhok om bij de buurvrouwen voor de broedhokken te lopen koeren. Ook een zoon van de beroemde Superkweker van Geel kon mij erg bekoren. Van deze geweldige kweker die een groot aantal teletekstduiven in zijn nageslacht heeft, zitten overigens nog een groot aantal kinderen op hun kweekhok.

John heeft alle hokken gemaakt en is daarbij zeer zorgvuldig te werk gegaan om te zorgen voor een optimale lucht toe- en afvoer. Hij toonde mij op welke manieren je de beste luchtcirculatie in de hokken bewerkstelligt. Ook over het effect van windbreekgaas en hoe dat het beste bevestigd kan worden werd ik heel wat wijzer.

Tot slot heb ik samen met Gerard, zijn vriendin Marloes, John en hun vader de duiven opgewacht van Duffel. Hierop waren de programma c.q. eendaagse fondduiven mee voor de punten en de overnachters puur voor het trainen. De duiven kwamen vlot achter elkaar thuis, hetgeen een prachtig gezicht was in het weidse landschap waar je de duiven al van ver kunt zien aankomen. Al met al een hele fijne ochtend duiven melken met fijne mensen die zo min mogelijk aan het toeval overlaten en in mijn optiek geboren winnaars zijn!

Wim Wittebol - Recessief Rood (Choco kleur)
In april was ik op bezoek bij Wim Wittebol en zijn vrouw Co in Oosterwolde. Deze liefhebbers zijn de afgelopen jaren niet meer weg te denken van de nationale uitslagen op de overnachtfond. Wat te denken van een 2e Nat. St. Vincent (Sector 4), 3e nat. Ruffec, 4e Nat. Bergerac, 5e Nationaal München, 6e Nat. Bergerac, 8e Nat. St. Vincent, enz.? Er zit daar een zeer sterk hok duiven dat grotendeels gebaseerd is op duiven van Piter Beerda (uit dezelfde lijnen als waarmee onder andere ook Arie Dijkstra en Jellema zeer succesvol zijn) aangevuld met Wanrooy/Aarden/v.d. Wegen duiven van o.a. Lucas Lageveen en Koos Dijkstra. 

Er was volop gespreksstof. Toen ik binnen kwam vielen mij direct de tientallen duivenboeken op. Ik denk dat er maar zeer weinig duivenboeken zijn die Wim niet bezit. Het was een gezellige middag over duiven en aanverwante onderwerpen praten en de duiven samen te bekijken. Zowel Wim als Co beleven veel plezier aan de duivensport en doen er veel voor om hun doel te bereiken. Dit doel is zoveel mogelijk Teletekst te halen en daar slagen ze goed in. Ik wens ze nog veel succes en zal er vast nog wel eens terugkomen.
Tijdens ons gesprek kwam onder andere het onderwerp erfelijkheidsleer aan de orde en toen Wim zei dat hij een steenrode had gekweekt uit twee krassen was ik natuurlijk erg nieuwsgierig of het hier het recessief rood of ook wel sierduivenrood genoemd, betrof. En inderdaad betrof het hier sierduivenrood, onder postduivenliefhebbers meestal choco genoemd. Dit sierduivenrood kon je ook terugvinden in de rode gloed in de slagpennen en dekveren van enkele van zijn kwekers. Deze kleur zie je ook bij onder andere de Nederlandse Hoogvlieger. 

Het sierduivenrood bij Postduiven is al generaties lang recessief aanwezig in een bepaalde lijn van postduiven. Deze kleur is vooral bekend van de Meulemansduiven, maar komt ook voor bij de duiven van Piter Beerda. 

Jac Schra, Staphorst en Aart Bakker, Dedemsvaart
In het kader van het opbouwen van een netwerk bezocht ik de afgelopen weken twee liefhebbers. De eerste was Jac Schra in Staphorst. Voor velen een bekende naam in duivensportland. Reeds 50 jaar heeft Jac duiven en hij behoort tot die hele kleine groep toppers die het presteert om over zo’n lange periode succesvol te zijn. Enkele hoogtepunten zijn o.a. in 1988 de snelste duif van het gehele concours vanaf nationaal Bergerac (tegen maar liefst 113.000 duiven!!!), winnaar van het nationaal juniorenconcours Marbehan, winnaar van het nationaal kampioenschap jonge duiven en vele kampioenschappen in afdeling Zwolle, later Drenthe en weer later in afdeling 10. Over een aantal zaken in de duivensport hebben we een zelfde mening. Dat was een leuke ontdekking. Hoewel Jac vrijwel al zijn oude vliegduiven heeft verkocht heeft hij nog een schitterende kolonie duiven zitten, vrijwel allemaal nauw verwant aan zijn Gijzendoffer. Ik was vooral erg onder de indruk van het duivinnetje de 850 oftewel de Teletekstduif die naast het duifkampioenschap eendaagse fond in de kring als jaarling een 3e nationaal Blois en een 10e NPO Chantilly heeft gevlogen. 

Enige tijd later bezocht ik Aart Bakker in Dedemsvaart. Dit naar aanleiding van een verwijzing naar deze liefhebber door Jac Schra. Aart is een zogenaamde herintreder in de duivensport. Na bijna 20 jaar zonder duiven te hebben gezeten heeft hij enkele jaren geleden de draad weer opgepakt. Naast het spelen met duiven heeft Aart ook andere bezigheden die met postduiven van doen hebben. Zo heeft hij een flink aantal reportages voor het NP Orgaan geschreven,  ontwerpt en beheert hij websites van duivenliefhebbers die graag een website willen, maar zelf daar de kennis niet van hebben en vervult hij diverse bestuursfuncties. Met Aart raak je niet snel uitgepraat over de duivensport. Hij heeft over vele facetten een duidelijke eigen mening. Uit alles wat hij zegt blijkt zijn grote betrokkenheid bij de sport zelf. 

Maart 2010

Henk Wassink - Doetinchem
Eind februari was ik op bezoek bij Henk Wassink in Doetinchem. Henk is een groot deel van zijn leven op diverse manieren met duiven bezig. Zo is hij in de jaren 80 actief geweest als duivenvanger. Tienduizenden verwilderde duiven in het gehele land zijn door Henk gevangen op plaatsen waar ze overlast bezorgden. Henk kan hier smeuïge verhalen over vertellen en heeft een plakboek met krantenartikelen over zijn belevenissen. Verder is Henk o.a. hokverzorger geweest bij een grote fondspeler in het zuiden des lands, heeft hij reportages gemaakt voor de Limburgse Reisduif en Duivensport Nederland, maakt hij foto’s van jeugdleden en evenementen en houdt hij zich al ruim 20 jaar bezig met duivenfotografie. Naast deze activiteiten speelt hij ook met duiven. Hij is geen fanatieke speler voor een kampioenschap of grote overwinning, maar richt zich met name op een dagsucces bij de overnachtfond. In het verleden heeft hij het genoegen van een vroege klassering al een aantal keren mogen smaken. Na een aantal jaren geen duiven te hebben gehad is hij sinds een paar jaar weer bezig om een ploegje voor de overnacht bij elkaar te kweken. Daarvoor heeft hij o.a. een paar duiven van Jan Theelen aangeschaft. 

Februari 2010 (geactualiseerd 12-02-2019)

Gabe Greydanus, Ferwerd en Jan Nijland, Meppel

Begin februari 2010 bracht ik kort na elkaar twee bezoeken aan duivenliefhebbers. Allereerst bracht ik een bezoek aan Jan Nijland, de eigenaar van het kweekcentrum Turning Point in mijn eigen woonplaats Meppel. Omdat ik hier destijds nog  maar drie jaar woonde en bovendien geen lid van een duivenvereniging was, kende ik Jan en zijn kweekcentrum alleen van naam. Ik maakte kennis met hem tijdens de tentoonstelling van de Staphorster duivenvereniging waar ik begin januari was en waar hij me uitnodigde om eens bij hem langs te komen. Jan heeft ruim 500 duiven, dus om alle duiven goed te bekijken heb je aan een dag te kort. We zijn wel even in alle hokken geweest en ik heb veel knappe duiven gezien. Het grootste deel van zijn duivenbestand bestond voornamelijk uit duiven van Koopman, Dirk & Louis van Dijck, Flor Engels, Albert Marcelis, Louis van Loon, Jos Soontjens en Verkerk. Duiven die voornamelijk op de vitesse en midfond in hun element zijn, maar waarvan sommigen ook de eendaagse fond wel aankunnen. Jan heeft in zijn lange loopbaan (met enkele onderbrekingen zo’n 40 jaar) vele successen gekend, maar vanwege een verminderde gezondheid moest hij een stapje terug doen v.w.b. de strijd om een podiumplaats. Zoals gezegd bestierde Jan onder de naam Turning Point een landelijk bekend kweekcentrum. Vele goede duiven zijn hier de afgelopen twintig jaar al vandaan gekomen voor een voor de meeste duivenliefhebbers betaalbare prijs. In 2015 is Jan gestopt met zijn kweekcentrum.

Een week na mijn bezoek aan Jan Nijland was ik op bezoek bij Gabe Greydanus in Ferwerd. Deze liefhebber was nog maar kort bezig met postduiven, na een zestal jaren met een andere vliegduivensport (Tipplers) actief te zijn geweest. Gabe had van Joop de Vries en Maarten Liebregts uit Harlingen een viertal bevlogen doffers te leen. Voor deze vier doffers had hij van clubgenoten Talsma en van de Wal een paar duivinnen gekregen. Eén van deze doffers, de 423 was een kleinzoon van het in wijde omgeving van Harlingen bekende Deukje van Joop de Vries/Maarten Liebregts. Ik adviseerde Gabe daarom om uit deze doffer met meerdere duivinnen zoveel mogelijk jongen te kweken en deze als jong al goed uit te testen. Deukje en zijn familie blijken het als jong meestal al goed te doen (dochter Deukje o.a. 3e Dutch Open). Op deze manier zou Gabe al snel weten wat voor vlees hij in de kuip had. Daar is het helaas niet van gekomen. Gabe heeft tegenwoordig nog wel postduiven, maar doet niet meer met wedvluchten mee.

Januari 2010 (blog)
De afgelopen maand was ik druk met het verder op de rails zetten van mijn duivencoachpraktijk. Zo heb ik een aantal tweedehandsboeken via Marktplaats aangeschaft. Een goede bibliotheek vind ik één van de voorwaarden om mijn dienstverlening goed uit te kunnen voeren. Eerder had ik ruim 80 duivenboeken die ik enige jaren geleden deels heb weggeven en deels voor een luttel bedrag heb verkocht. Achteraf is dat natuurlijk jammer, maar ik kon toen niet vermoeden dat ik nog eens zoiets als de-duivencoach.nl zou gaan proberen op te starten. Verder bezocht ik de tentoonstelling van de postduivenvereniging "De Streekvliegers" in  Staphorst. Dit is een grote (ruim 70 leden) en actieve vereniging met veel relatief jonge leden. Met een aantal liefhebbers had interessante gesprekken over de duivensport.

Tijdens mijn bezoek aan "De Streekvliegers" sprak ik met Jan van der Haar over de meerwaarde van het observeren van je duiven o.a. tijdens de dagelijkse training. Ik vind dat een absolute voorwaarde om aan de top te komen en te blijven. Bij Jan (die toch al heel wat jaartjes meeloopt) leek ik tot mijn verbazing wat twijfel te proeven. Hij vroeg me waarom ik dat zo belangrijk vond. Ik antwoordde dat een liefhebber die zijn duiven goed kent (zeker op de lange duur) beter zal presteren dan iemand die zijn duiven niet uit elkaar kent. Aan dit gesprek moest ik terugdenken toen ik het artikel van dierenarts Peter Boskamp las getiteld "Natuurlijke aanpak 1". In dit artikel gaat Peter in op het vergeefs zoeken naar een wondermiddel van vele liefhebbers. Hij noemt de term "hokmanagement" en zegt dan o.a. "Bent U ook een liefhebber die zijn duiven observeert? Die iedere dag de tijd neemt om te zien of er duiven tussen zitten die zich anders gedragen dan de anderen? Kijkt U bij de jonge duiven naar krabben aan de kopjes, de kwaliteit van de veren en de conditie enzovoort? En als U er duiven tussen ziet zitten die niet voldoen. Neemt U dan ook maatregelen? Verwijdert U ze van het hok? Want de toppers waar iedereen zich zo blind op meent te moeten staren, die doen dat namelijk wel. Die selecteren en selecteren. En als ze geselecteerd hebben selecteren ze nog een keer bij wijze van spreken. Met een goede selectie is op termijn sowieso al veel meer winst te behalen dan met het steeds weer opnieuw grijpen naar de medicijnpot." Het mag duidelijk zijn dat ik van mening ben dat Peter Boskamp hier de spijker op zijn kop slaat.

Ook heb ik de afgelopen week weer een aantal telefoontjes en mails gehad. Hier zaten weer leuke dingen bij. Zo belde er een advocaat die de waarde van een postduif wilde weten in verband met de echtscheiding van een cliënt. Tijdens zo’n telefoongesprek merk je weer eens hoe weinig een leek van de duivensport afweet. Hij had een halve dag zitten googelen op internet en onder andere vele veilingsites bezocht, maar werd hierdoor alleen maar verder van de wijs gebracht. Uit wat hij me vertelde kon ik maar tot één conclusie komen en die luidt dat er weinig te halen valt bij deze duivenmelker. Ik heb me overigens onthouden van een advies. Verder belde er iemand die een tweedehandsduivenklok wilde kopen. Die heb ik vervolgens naar Marktplaats en een aantal duivensites en startpagina’s verwezen. Ook mailde iemand mij dat hij geen ambities heeft om kampioen te worden en al tevreden is als hij af en toe de grote jongens in zijn club voor kan zitten. Op mijn aanbod om dan samen te kijken hoe dit doel het snelste zou kunnen worden behaald, ging hij echter niet in. Deze man gaf in zijn mail aan dat er velen zijn als hij en dat men voor elkaar niet wil weten dat ze er eigenlijk zelf niet uitkomen en wel wat hulp kunnen gebruiken. Deze man zou wel eens gelijk kunnen hebben. Velen doen maar wat en zien wel wat er van komt en daarmee kom je in de duivensport tegenwoordig niet ver meer. Het begint er m.i. mee dat iemand voor zichzelf toegeeft dat hij wel wat hulp kan gebruiken om meer plezier uit zijn hobby te halen en vervolgens deze hulp gaat zoeken. Daar zijn de meeste duivenmelkers te eigenwijs voor, schreef dezelfde man. Zou dit echt zo zijn? Deze man wel in ieder geval! Wanneer ik de duivenliefhebbers in categorieën in zou delen valt de bovengenoemde man niet in de categorie die het in zich heeft om succesvol te worden in de duivensport. Want de succesvolle duivenliefhebbers behoren bijna zonder uitzondering tot wat ik kansdenkers noem. Kansdenkers beseffen dat de wereld vol kansen zit en dat het benutten van deze kansen bij hun eigen denken begint. Hun uitgangspunt is dat ze zichzelf in staat achten om haalbare realistische doelen vast te stellen en deze ook te bereiken. Zij zijn er voortdurend op uit om van anderen te leren. Zij zoeken naar voorbeelden van mensen die geslaagd zijn en stellen hen de juiste vragen. Kansdenkers vragen zich bij elke situatie/gebeurtenis/tegenslag af; “Wat kan ik hiervan leren?” Hoeveel kansdenkers zitten er onder de duivenliefhebbers? Ik heb geen idee maar ik hoop er in ieder geval de komende tijd een aantal te ontmoeten.